Een lvb kan ontstaan door verschillende biologische factoren, zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.
Een licht verstandelijke beperking is deels erfelijk. Het komt ook voor dat er een spontane mutatie is in de genen van het baby. Dat leidt uiteindelijk tot een afwijking. Die afwijking komt dus niet voor in beide kanten van de familie.
Opvoed- en opgroeiproblemen kunnen op latere leeftijd leiden tot een verhoogd risico op onder andere crimineel gedrag, overmatig drugs- en drankgebruik, vereenzaming en financiële problemen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen en jongeren met een lvb minder vaak deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten.
Mensen met een LVB kunnen zich moeilijk inleven in een ander
Ze kunnen anderen moeilijk lezen, niet goed begrijpen wat iemand bedoelt en zich ook minder goed verplaatsen in een ander.
Over het algemeen wordt gezegd dat het hebben van een LVB een risicofactor is voor crimineel gedrag. Dit komt omdat zij extra kwetsbaar zijn voor het ontwikkelen van crimineel gedrag, door bijvoorbeeld overvraging, minder zelfcontrole, zelfvertrouwen of inlevingsvermogen.
Ongeveer 30-40% van de kinderen met een LVB heeft psychische problemen. Een LVB kan samengaan met één of meer andere, psychiatrische stoornissen. De combinatie van een LVB met psychische problemen maakt een juiste beoordeling moeilijk.
Mensen met een psychische stoornis en ZB/LVB bevinden zich overal in de maatschappij en zijn – soms onopgemerkt – in beeld of in zorg bij meerdere instanties en hulpverleningssectoren. Deze mensen bevinden zich binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.
Tussen ongeveer 40% en 55% van de volwassenen met een LVB (zonder en met bijkomende problemen) is actief op de arbeidsmarkt, terwijl zeven van de tien mensen zonder gezondheidsbeperkingen werkt. Het vinden en houden van werk is voor mensen met LVB+ vanwege hun beperking niet vanzelfsprekend.
Uit internationale literatuur kunnen we afleiden dat 40-60% van de mensen met een LVB ook een vorm van autisme heeft (Kraijer en Plas, 2004). ASS is de nieuwe benaming van drie diagnoses die zijn gesteld over autisme: PDD-NOS, Asperger en Klassiek Autisme.
Mensen met een matige of lichte verstandelijke beperking, die veelal in bezit zijn van een hoog niveau van vaardigheden, zijn gevoelig voor het ontwikkelen van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. Zij kunnen vaak meer dan zij aankunnen.
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
Bij de communicatie richting mensen met een LVB is het belangrijk een rustige en gelijkwaardige houding aan te nemen. Gebruik korte zinnen (5-7 woorden) zonder moeilijke of buitenlandse woorden. Gebruik geen verwijswoorden (woorden die verwijzen naar een woord dat eerder is gebruikt, zoals die, dat, hem enzovoort).
Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid.
Bij een LVB speelt meer dan een IQ
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
'Kinderen met autisme hebben vaak een zeer lage sociaal-emotionele ontwikkelingsleeftijd en kunnen de testcondities daardoor nog niet aan. Het gevolg is dat je niet betrouwbaar en valide hun intelligentie kunt meten en de uitslag van de test dus geen recht doet aan de mogelijkheden van het kind op cognitief gebied.
Probleemgedrag, ook wel onbegrepen of moeilijk verstaanbaar gedrag genoemd, komt regelmatig voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Er zijn geen harde criteria om gedrag als problematisch te definiëren, maar denk bijvoorbeeld aan agressief, zelfverwondend, teruggetrokken of angstig gedrag.
Dagbesteding bestaat uit activiteiten overdag met een groep mensen, onder begeleiding van professionals. U ontmoet andere mensen en heeft een zinvolle invulling van uw dag. Dagbesteding kan ook helpen om mantelzorger(s) te ontlasten.
Een lvb kan ontstaan door verschillende biologische factoren, zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.
Gemiddeld is dat bij iemand met matige verstandelijke beperkingen vanaf 50 jaar. Voor mensen met het syndroom van Down en mensen met (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen vanaf 40 jaar. Bij mensen met lichte verstandelijke beperkingen rond de leeftijd van 65.
In Nederland zijn ongeveer 1,17 miljoen mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Zij hebben een lager intelligentieniveau en soms moeite om zich in de maatschappij te redden. Deze groep krijgt op dit moment onvoldoende passende zorg, constateert Zorginstituut Nederland.