Onderzoeksvragen zijn de vragen die je in je scriptie beantwoordt. Deze vragen geven structuur aan de scriptie. De soort onderzoeksvragen die je stelt, hangen bovendien sterk samen met het soort onderzoek dat je doet. De belangrijkste onderzoeksvraag waarop je antwoord geeft, is de hoofdvraag.
Een paar voorbeelden
Een goede onderzoeksvraag bevat dus altijd 3 of 4 aspecten om hem goed af te bakenen: Wat? Wanneer? Waar? Wie?
De eerste stap om tot een juiste onderzoeksvraag te komen is het beantwoorden van de vraag 'waarom ga je onderzoeken, evalueren of monitoren? ' Het beantwoorden van deze vraag geeft je een beeld van het soort onderzoeksvraag dat je gaat stellen, welke informatie je nodig hebt en welke antwoorden je nodig hebt.
Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen, zoals beschrijvende en verklarende vragen. En er zijn evaluatieve vragen en voorspellende en voorschrijvende onderzoeksvragen.
Een onderzoeksvraag bestaat uit twee of meer constructen waartussen een verband wordt verondersteld. Dit verband is bepalend voor het soort analyse (kwalitatief of kwantitatief) dat jij gaat uitvoeren. De structuur van je onderzoeksvraag is dus bepalend voor je onderzoeksmethode.
De hoofdvraag is de centrale onderzoeksvraag van je scriptie. De hoofdvraag stel je op met behulp van de probleemstelling die je weer met behulp van de probleemanalyse hebt opgesteld. De hoofdvraag beantwoord je in je scriptie met het onderzoek dat je doet.
De onderzoeksvragen moeten onderzoekbaar zijn met de materialen, mogelijkheden en ruimtes binnen de school. Door dit aan te geven, blijven de vragen realistisch en uitvoerbaar. Let erop dat de leerlingen hun verzamelde data goed vastleggen zodat ze een goede conclusie kunnen trekken.
De hoofdvraag (of centrale onderzoeksvraag) is de vraag met betrekking tot het probleem waarop je scriptie een antwoord geeft.
Een goede hoofdvraag of centrale vraag bestaat vaak uit een combinatie van bijvoorbeeld een beschrijvend deel gevolgd door een verklarend deel. Je zult eerst onderzoeken wat er gebeurt, voordat je naar de oorzaak kunt kijken.
Er zijn verschillende typen hoofdvragen. Sommige beginnen met “in hoeverre”, andere met “wat”, of “welke”. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat je een goed antwoord kan geven op de hoofdvraag. Het type vraag doet er daarom ook toe.
Begin hoofdvragen bijvoorbeeld met de volgende woorden: 'in hoeverre', 'welke' of 'wat'. Hiermee kun je gemakkelijk een open vraag formuleren en een breder onderzoek doen. Voorkom echter het gebruik van 'waarom' in je hoofdvraag. Dit maakt je onderzoek te breed en niet specifiek genoeg.
Probeer je te beperken tot 4 à 5 deelvragen. Als je er (veel) meer nodig hebt, moet je wellicht je hoofdvraag vereenvoudigen of beter afbakenen. Moeten mijn hoofd- en deelvragen dezelfde soort vragen zijn? Nee, je kunt meerdere type onderzoeksvragen formuleren om antwoord te krijgen op je hoofdvraag.
In je onderzoeksopzet beschrijf je wat je wilt gaan onderzoeken, bij wie of wat je dit gaat onderzoeken, wat voor soort onderzoek je gaat doen, welke onderzoeksinstrumenten je hiervoor gaat inzetten en hoe je de data gaat verzamelen en analyseren.
Een goede hypothese vloeit voort uit de deelvragen van je onderzoek, wordt geformuleerd in de vorm van een specifieke stelling, en zijn falsifieerbaar. Zie hier een voorbeeld van een hypothese of van alternatieve hypothese. Lees hier hoe we je begeleiden met het opstellen van de hypothesen in je scriptie.
Een goede onderzoeksvraag begint vaak met de woorden 'in hoeverre', 'wat', 'hoe', 'waarom' en 'wanneer'. Hierdoor maak je het onderwerp vaak al specifieker. Aan de andere kant moet de onderzoeksvraag ook niet te smal zijn.
Een empirische vraag gaat over hoe iets (verschijnsel, gebeurtenis, ontwikkeling) in elkaar zit, welke ontwik- keling het heeft doorgemaakt, wat de functie ervan is of was, wat de moge- lijkheden ervan zijn of waren.
Betrouwbaarheid en validiteit zijn sterk aan elkaar gerelateerd, maar duiden op verschillende kwaliteiten van het onderzoek. Zo kan een meting betrouwbaar zijn, zonder valide te zijn. Daarentegen is een valide meting doorgaans ook betrouwbaar.
De centrale vraagstelling is de hoofdvraag of de belangrijkste vraag waar door middel van het uitvoeren van een onderzoek een antwoord op moet worden gegeven. Een onderzoek wordt meestal uitgevoerd om een probleem op te lossen. Dat probleem kan al dan niet expliciet zijn geformuleerd.
Het zijn er altijd twee of meer; hoe complexer het vraagstuk des te meer. Ze zijn allemaal nodig om de hoofdvraag te beantwoorden, maar beantwoording van de laatste deelvraag is nog geen antwoord op de hoofdvraag.