Het doel van de Nortonschaal is het beoordelen van het risico voor het ontwikkeling van decubitus. Zij bestaat uit 5 items die betrekking hebben op de algemeen lichamelijke toestand, de geestelijke toestand, activiteit, mobiliteit en incontinentie.
De BRADENschaal is een instrumenten waarmee het risico op ontwikkelen van decubitus wordt vastgesteld. De schaal bestaat uit 6 items: zintuigelijke waarneming, vochtigheid van huid, mate van activiteit, mate van mobiliteit, voedingstoestand en de mate van schuif- en wrijvingskrachten.
Risicoscorelijsten worden gebruikt bij het inschatten van het risico op decubitus/huidletsel. Een risico-scorelijst moet worden ingevuld: Bij opname van de zorgvrager. Wanneer de zorgvrager afhankelijk wordt van bed of rolstoel.
De Bradenschaal is daarin één van de meest bekende risico-scorelijsten. De Bradenschaal werd voor het eerst gepubliceerd in 1985 en bestaat uit 6 items: zintuiglijke waarneming, activiteit, mobiliteit, vochtigheid, voedingstoestand en frictie/schuifkracht. Scores kunnen variëren tussen 6 en 23.
Toepassing van de Bradenschaal geeft informatie over het risico van de ontwikkeling van decubitus doordat het een aantal eigenschappen beoordeelt die verantwoordelijk worden geacht voor de ontwikkeling van decubitus.
Decubitus categorie 1 herken je aan een intacte huid met niet-wegdrukbare roodheid in een gelokaliseerd gebied meestal ter hoogte van een botuitsteeksel. Er kan sprake zijn van een verkleuring van de huid, warmte, oedeem, verharding en pijn. Een donkerehuid vertoont mogelijk geen zichtbare verkleuring.
'Omdat de banen van dit matras elke tien minuten wisselen van druk, en dat is te kort om decubitus tegen te gaan. De richtlijn zegt dat je elke vier uur wisselligging moet toepassen. Én ook hier moet je altijd de hielen vrijleggen.
Decubitus (doorliggen) ontstaat door langdurige druk op één plaats. Door deze druk worden bloedvaten afgeklemd, waardoor er onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen bij de huid en het weefsel onder de huid kunnen komen. Daardoor kunnen afvalstoffen niet goed afgevoerd worden en ontstaat een beschadiging van het weefsel.
Het wondbed van een gele wond is bedekt met een gele laag.Vaak is deze laag dik of half vloeibaar.Soms is het een taaie laag.Hierin bevinden zich de celresten en samengeklonterde eiwitten.
Het TIME-model is een hulpmiddel om plaatselijke verstoorde factoren in de wondgenezing op te sporen zodat de wondgenezing op gang komt. Het doel van het TIME-model is het creëren van een gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.
Belangrijkste onderscheid met decubitus is dat decubitus alleen door druk en schuifkrachten ontstaan en vochtletsel alleen door vocht.
Een zwarte wond bevindt zich in de reactiefase. Zolang er necrotisch weefsel in de wond is, kan de wond niet helen. Debridement Er is een schone wond nodig voor de vorming van gezond granulatieweefsel. Dood, beschadigd of geïnfecteerd weefsel dat de genezing van de wond tegengaat, moet worden verwijderd.
IAD is een klinisch verschijnsel van vocht geassocieerd met huidbeschadiging en wordt vaak ervaren door mensen met urine en faecale incontinentie. De schade wordt gekenmerkt door huidletsel van de epidermis en het verweken van de huid.
Wat is een necrotische wond? Necrotisch weefsel is dood of gedevitaliseerd niet-levensvatbaar weefsel dat wondgenezing belemmert. De typische zwarte, droge en leerachtige bedekking over het wondbed, die door een gebrek aan bloedtoevoer verschoond is van zuurstof, staat bekend als Eschar.
Decubitus wordt in 4 graden onderverdeeld. Belangrijk is dat de 4 graden worden beschouwd als 4 verschijningsvormen van decubitus, en niet als fasen die noodzakelijk opeenvolgen.
Decubitus komt voor in verschillende gradaties van ernst: Graad 1: Niet wegdrukbare roodheid van de intacte huid. Verkleuring van de huid, warmte, vochtophoping en verharding zijn andere mogelijke kenmerken, die vooral relevant zijn bij mensen met een donkere huid.
Bij een drukplek gaat uw huid kapot door te lang zitten of liggen. Een drukplek zit vaak op uw stuitje, hielen, heupen of billen. In het begin is er alleen een warme en soms pijnlijke plek op uw huid.Bij een lichte huid is een drukplek vaak ook rood.