De Nijmeegse methode voor moreel beraad is een gesprekshandleiding die voor de klinische praktijk is ontwikkeld. Doel van de methode is om aan de hand van een methodiek de vraag te beantwoorden, wat in een moreel problematische situatie beargumenteerd goed is om te doen.
Het Utrechts stappenplan is gebaseerd op de gedachte dat ethiek als reflectieproces moet worden gezien. Een proces waarin drie belangrijke elementen ter sprake komen voordat je tot een moreel oordeel komt: Een bepaalde situatie roept bij mensen eenintuïtief oordeel op.
Bij de dilemmamethode gaat het om het benoemen van normen en waarden. Waarden en normen vormen een geheel, als het ware twee kanten van dezelfde medaille. De vertaling van een waarde in een norm, maakt de waarde concreet. Normen geven antwoord op de vraag: wat moet ik doen?
Voorbeelden van ethische dilemma's
Een aantal voorbeelden: Wat is een goede balans tussen het geven van autonomie (vrijheid, eigen regie) aan cliënten en het beschermen van deze kwetsbare mensen door vrijheidsbeperking op te leggen om risico's te voorkomen?
Met een stappenplan voorkom je ook dat mensen direct, zonder onderbouwing, een mening over een bepaalde kwestie geven. Hieronder wordt een stappenplan beschreven dat je in een groepsgesprek of in je eigen denkproces kunt gebruiken.
De KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens beschrijft de regels voor het verzamelen, opslaan, uitwisselen of gebruiken van medische gegevens.
Eind jaren 70 van de vorige eeuw beschreven de Amerikaanse bio-ethici Tom Beachamp en James Childress de 4 ethische principes die leidend zouden moeten zijn voor ons medisch handelen in de individuele patiëntenzorg. Deze principes zijn: (a) respect voor autonomie; (b) weldoen; (c) niet schaden; en (d) rechtvaardigheid.
'Moraal' is het geheel van waarden en normen dat voor een persoon of een groep van belang is.'Ethiek' is het systematisch nadenken over die moraal. Ethiek bestudeert en analyseert dus de moraal. Dit analyseren doe je door waarden en argumenten te ordenen en te beoordelen.
Er moet in de vraag een persoon voorkomen wiens gedrag centraal staat. Een vraag als “Is het goed dat er macht is in het bedrijf? is te vaag en te veelomvattend en daardoor niet geschikt. 3. De vraag moet gaan over datgene waar je je het meest druk om maakt in de situatie, en daar ook antwoord op geven.
Wanneer je in een situatie jouw moraal niet zo makkelijk kunt toepassen, je weet in een situatie niet zomaar wat je moet doen en je moet kiezen, dan heet dit een moreel dilemma. Een voorbeeld van zo'n moreel dilemma is als volgt: en moraal van veel meeste mensen is: “stelen is slecht”.
Soorten dilemma's
De belangrijkste soorten zijn: persoonlijke dilemma's, bedrijfseconomische dilemma's, maatschappelijke dilemma's, duivelse dilemma's en tot slot morele dilemma's.
Niet schaden: mensen geen schade toebrengen; Weldoen: zo veel mogelijk het welzijn van mensen bevorderen, inclusief hun leven beschermen; Rechtvaardigheid: de ene persoon niet anders (minder of beter) behandelen dan de andere persoon met dezelfde behoefte.
1. Houd moreel beraad en word je bewust van de ethische afwegingen die je onbewust al maakt 2. Ga werken met het Stappenplan om een ethisch dilemma te analyseren 3. Verzamel (samen) leerzame casussen (met alle afwegingen uit het Stappenplan) in een digitale databank: moresprudentie 4.
Een ethisch dilemma is een situatie waarbij iemand verschillende keuzen tot handelen heeft die betrekking hebben op moraliteit. Deze beslissing kan uitmonden in onwenselijke situaties. Een ethisch dilemma bevat altijd verschillende waarden.
Zijn omschrijving van welke dit zijn, komt grotendeels overeen met Singers morele cirkel: alle wezens met verlangens, doelen, gevoelens, voorkeuren, welzijn, enz., kortom alle bewuste wezens. Concreet betekent dit alle mensen en alle zoogdieren ouder dan één jaar.
Tegenover morele stress staat morele competentie: “De bekwaamheid en bereidheid om taken adequaat en zorgvuldig uit te oefenen, rekening houdend met alle in het geding zijnde belangen, gebaseerd op een redelijke beoordeling van de relevante feiten.” Karssing, E.
De betekenis van moreel en immoreel
Moreel of moraal is datgene wat we als goed gedrag zien. Dit betekent niemand doden, maar ook niet stelen of iemand opzettelijk kwetsen. Het tegenovergestelde van moreel is immoreel, waarbij het handelen of gedrag tegen de ethiek in gaat.
Moreel gedrag betekent respect
Het heeft te maken met waarden die je mee wilt geven, zoals eerlijkheid, vertrouwen en zorgzaamheid voor elkaar. Respect is het kernwoord in het begrip moreel gedrag. Het gaat om respect voor jezelf en anderen, voor alle vormen van leven en voor de omgeving.
Moraal of moraliteit bestaat uit morele waarden en normen die in een praktijk werkzaam zijn of zouden moeten zijn. Moraal is dus praktijkgebonden.Moraliteit bestaat uit de morele waarden en normen in actie, bijvoorbeeld als individuen hun verschillende maatschappelijke rollen vervullen.
Een moreel (of ethisch) dilemma ontstaat als er een botsing is tussen verschillende morele waarden. Het kiezen voor de ene waarde gaat dan ten koste van de andere waarde.
Deugdethiek of deugdenethiek is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de vraag: 'hoe te leven?' Het antwoord op deze vraag naar 'het goede leven' wordt geformuleerd in termen van deugd, doel (telos) en eudaimonía (geluk).
Ethiek of ethisch verantwoord begint allemaal bij de opvoeding van het jonge kind. Normen zijn sociale regels oftewel hoe iemand zich moet gedragen. Waarde is respect hebben, bijvoorbeeld voor iemands privacy. De opvoeding is van grote invloed op de normen en waarden en hiermee de ethiek.