Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
93% van de patiënten met sondevoeding had een passagestoornis van oesofagus of maag en 58% van de patiënten met PV had een ileus. De mediane overleving was 17 weken voor de patiënten met SV en 12 weken voor de patiënten met PV; 29% was overleden binnen 6 weken.
Obstipatie kan ontstaan doordat u te weinig vocht binnenkrijgt. Het advies bij obstipatie is minimaal 2 liter vocht per dag. Hierin mag u de sondevoeding en het vocht wat u gebruikt voor het doorspuiten meerekenen.
Dompelen PEG(J)-sonde
Hiermee wordt voorkomen dat het inwendige plaatje dat in de maag zit in het maagslijmvlies vast gaat groeien. De sonde mag niet gedraaid worden!
Bij een sonde via de neus en keel blijft er voldoende ruimte over om daarnaast nog 'gewone' voeding te kunnen slikken als dat medisch gezien toegestaan is. Sondevoeding kan als volledig voeding worden ingezet maar ook als aanvullende voeding worden voorgeschreven.
Wat kan ik doen bij irritatie aan mijn neus, keel of slokdarm? Het kan zijn dat een voedingssonde irritatie geeft aan de neus, keel of slokdarm. Te dikke of te stugge sonde. Sonde drukt te lang op een plaats van de neus.
Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die je kind per dag nodig heeft, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines, mineralen en vocht. Dit zijn dezelfde hoeveelheden als middels de Schijf van Vijf wordt bereikt. Daarom valt sondevoeding binnen gezonde voeding.
Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
Dagelijks de sonde Draaien (180 graden links- en 180 graden rechtsom). Twee keer per week de sonde “Dompelen” (plan hiervoor vaste dagen): Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 à 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug.
Een maaghevel zorgt ervoor dat de inhoud van de maag wordt geleegd. Hierdoor krijgen de maag en darmen rust waardoor u niet meer misselijk bent en niet meer braakt. De maaghevel blijft in principe een aantal dagen zitten. Hoe lang de maaghevel blijft zitten, is afhankelijk van de productie.
U mag bij het gebruik van de button het volgende nooit doen: ■ vul de ballon nooit met meer ml water dan voorgeschreven op de button; ■ gebruik geen oliehoudende gel of vaseline als glijmiddel, dit kan de ballon beschadigen; ■ plaats nooit een spuit rechtstreeks op de voedingspoort van de button in verband met ...
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Het toedienen van sondevoeding aan een bewoner met een PEG of een button is een risicovolle handeling. De bewoner kan gaan braken als de handeling niet op de juiste manier wordt uitgevoerd. Ook kan de sonde verstopt raken of de pomp niet lopen.
De eerste dagen na het inbrengen voelt u de sonde steeds zitten, vooral slikken geeft een vervelend gevoel. Na een paar dagen went u hieraan. Krijgt u andere klachten, overleg dan met de verpleegkundige van het voedingsteam wat er aan de hand kan zijn. hoe wordt de sondevoeding toegediend?
Mogelijk wordt u misselijk doordat de sonde niet goed zit. Hierbij kan het helpen de positie van de sonde te laten verplaatsen; Mogelijk bent u misselijk doordat er een te hoge toedieningssnelheid is ingesteld. Door de toedieningssnelheid te verlagen zal de misselijkheid mogelijk kunnen zakken.
Bij plaatsing is er neus- en keelverdoving gebruikt. Wanneer deze uitwerkt, kunt u wat pijn in de neus en keel ervaren. Dit komt door de endoscoop die via uw neus en keel is ingebracht. Deze pijnklachten worden na een aantal dagen minder.
over een periode van 12 tot 24 uur wordt de sondevoeding druppelsgewijs toegediend (max. 200 ml/uur) met behulp van een toedieningssysteem. Intermitterend: een voorgeschreven portie (vaak 200 à 500 ml) wordt verscheidene malen per dag, met een vooraf bepaald interval, toegediend met behulp van een toedieningssysteem.
De neusmaagsonde is een dun buigzaam slangetje. Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Daarnaast is het belangrijk dat de sondevoeding op kamertemperatuur is en dat u uw toedieningsmaterialen, zoals spuiten en de pompset/toedieningssysteem iedere 24 uur vervangt. Verder kan diarree ontstaan doordat u te weinig vezels binnen krijgt. Mogelijk kan een sondevoeding met vezels de oplossing zijn.
Sondevoeding is vloeibare, licht verteerbare voeding, die wordt toegediend via een dun, buigzaam slangetje dat door de neus naar binnen gaat en naar de maag of darm loopt. Het slangetje noem je de sonde. De sonde is aangesloten op een verpakking met sondevoeding.
Als u namelijk teveel gewicht verliest, kunt u ondervoed raken. Sondevoeding kan u helpen op een goed gewicht te blijven. Ook als u ondervoed bent kan sondevoeding uw voedingstoestand weer verbeteren en u op een gezond gewicht brengen.
Als het niet lukt om via de mond uw voeding binnen te krijgen, is de PEG J-sonde een goed hulpmiddel. Via de PEG J-sonde wordt voeding direct in de dunne darm gebracht. Als drinken via de mond ook niet kan, dan kan via de PEG J-sonde ook vloeistof in de dunne darm worden gebracht.