Gebruik van Visgraat diagrammen in Productie
Of het nu gaat om de productie of om een andere niche, de eerste stap is om het resultaat of het effect van de analyse duidelijk te definiëren. Als je het eens bent over het effect, voeg het dan toe aan het hoofd van het diagram.
Het visgraatmodel illustreert een eenvoudige benadering om oorzaken systematisch te identificeren. Het diagram is een hulpmiddel om op een gestructureerde manier te brainstormen met een groep mensen. Zo worden alle mogelijke oorzaken die de leden van de groep te binnen schieten op papier gezet en later gegroepeerd.
De visgraat analyse wordt vaak ingezet als middel om tijdens een brainstormsessie tot de oorzaak van het probleem te komen. Door inzet van de visgraat analyse kijk je vanuit een breed perspectief naar het probleem.
De oorspronkelijke 4 M's zijn mens, machine, materiaal en methode. Later toegevoegde M's zijn bijvoorbeeld metingen, milieu, management etc. Het model maakt het mogelijk om zelfs zaken zonder M toe te voegen.
Ishikawa-diagrammen brengen grote problemen in processen in kaart. Het diagram presenteert potentiële oorzaken op een gestructureerde manier, helpt het team nadenken over oorzaken die niet voor de hand liggen en biedt de mogelijkheid om de status aan te geven van een maatregel en het effect op een probleem.
Het Ishikawa diagram is een hulpmiddel wanneer je analyses wilt uitvoeren. Het is een handige tool om inzicht te krijgen in factoren zoals problemen en het oplossen van deze problemen. In het diagram worden duidelijk potentiële oorzaken weergegeven van problemen die kunnen ontstaan of die er al zijn.
Een probleemanalyse bestaat uit het signaleren van een probleem, het opsporen van de oorzaken, het scheiden van de hoofd- en bijzaken en verbanden leggen tussen de verschillende problemen. Een probleemanalyse kijkt dus echt naar het probleem zelf en (nog) niet naar de oplossing ervan.
Oorzaak-en-gevolg-diagrammen volgens Schouten & Nelissen. Een oorzaak-en-gevolgdiagram, ofwel visgraatdiagram, is een methode om op een geordende visuele wijze een zo groot mogelijk aantal oorzaken van een probleem te zoeken en te inventariseren.
Lean Six Sigma is een wereldwijd bewezen methodiek voor het duurzaam en aantoonbaar verbeteren van processen en organisaties. Het biedt een aanpak waarmee organisaties op een gestructureerde wijze (Define, Measure, Analyse, Improve en Control of DMAIC) concrete resultaten kunnen boeken met continu verbeteren.
Een oorzaak-gevolg-diagram is een schema dat aangeeft welke oorzaken hebben geleid tot een bepaald gevolg. Een oorzaak verwijst naar een aanleiding waar je als mens geen invloed op hebt. Een reden is een aanleiding waar je wel iets over te zeggen hebt.
Het idee achter de techniek is eenvoudig; als je 5x achter elkaar een 'waarom'-vraag stelt zal de oorzaak van je probleem duidelijk worden. Met de techniek kun je laag-voor-laag de symptomen 'afpellen' die je het zicht op het echte probleem ontnemen. Vervolgens kun je de ware bron van je probleem elimineren.
Kaoru Ishikawa is voornamelijk bekend geworden door het ontwikkelen van de visgraat diagram in 1982. Vandaag de dag wordt deze tool nog veel gebruikt binnen organisaties en in Lean Six Sigma projecten om een root cause analyse uit te voeren.
De salarisrange van een gecertificeerde Black Belt ligt tussen de 4000 en 5000 euro bruto per maand. Het salaris wordt vooral beïnvloed door in hoeverre de Black Belt als volwaardige functie wordt beschouwd door een organisatie.
Lean werkt vanuit de 'Future State' en is er op gericht om 'obstakels' te verwijderen die in de weg staan om een bepaald doel te bereiken. Six Sigma werkt vanuit de 'Current State' en focust op het wegnemen van oorzaken die het probleem veroorzaken in de prestatie van het proces.
Een directe oorzaak wordt ook wel een aanleiding genoemd en is een gebeurtenis die meteen tot een historische gebeurtenis leidt. Dus een hongersnood of het neerslaan van een vreedzaam protest kan in bovenstaand voorbeeld aanleiding zijn tot het uitbreken van een revolutie.
Neem de IS/IS NOT analyse. Daarbij gebruik je contrast, oftewel gevallen waarin het probleem niet op treedt, om de bronoorzaak van een probleem op te sporen. 'Kijk je op je televisie naar NPO1 en verdwijnt je beeld, dan zap je naar een andere zender om te kijken of daar hetzelfde probleem is.
Methode 1: 6 W-vragen
Wie heeft het probleem? (onderzoek wie de betrokkenen zijn) Wanneer doet het probleem zich voor? (onderzoek mogelijke situaties) Waar doet het probleem zich voor? (onderzoek of je bepaalde probleemgebieden kunt aanwijzen) Waarom is het een probleem? (onderzoek wat de gevolgen kunnen zijn).
Een probleem analyseren wordt gemakkelijker als je jezelf vragen stelt die het probleem vanuit verschillende hoeken benaderen. Hierbij kun je de "4W – methode" gebruiken. Die term staat voor: Wie, wat, waar, wanneer, hoe én de gevolgen.