Brandslanghaspels moeten voldoen aan bepaalde eisen: Ze moeten zijn aangesloten op de drinkwatervoorziening van een gebouw. Ze liggen niet in een vluchttrappenhuis. Ze hebben een slang van maximaal 30 meter.
De rode vormvaste slangen van de brandslanghaspels mogen niet langer dan 30 meter zijn de diameter varieert van ¾” tot 1”. De minimale lengte van brandslanghaspels is 20 meter.
Hoeveel ruimte moet ik vrijhouden rondom een brandblusser of brandhaspel? Voor gebieden die vrijgehouden moeten worden zoals rondom brandblussers en vluchtdeuren moet je minimaal 1 meter rondom vrijhouden.
Dynamische eigenschappen van brandslangen, brandslanghaspels
De worplengte van de waterstraal dient bij volledige opening van de straalpijp (gebonden straal) mag volgens Bouwbesluit art. 6.28 op 5 meter worden.
De verplichting tot het installeren van brandslanghaspels is vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. Panden met een oppervlakte van meer dan 500 vierkante meter moeten verplicht over een brandslanghaspel beschikken.
Vanuit de verzekeringswereld wordt vaak de volgende richtlijn gehanteerd: Eén brandslanghaspel of brandblusapparaat per 200 vierkante meter en minimaal twee per verdieping.
Hoeveel brandslangen per verdieping nodig zijn, is een beetje lastig vastgelegd. De afstand tussen twee blustoestellen mag niet meer dan 60 meter bedragen, met een minimum van twee brandblussers per verdieping, per 200 vierkante meter. In principe volstaat deze regel in elk gebouw.
De ideale hoogte voor het ophangen van een brandslanghaspel is 1,25 meter boven de grond, gerekend vanaf het hart van de haspel.
Het enige nadeel is dat brandslanghaspels enkel geschikt zijn voor klasse A-branden. Gebruik ze niet om brandende vloeistoffen (bv.: een frietketelbrand) of elektrische branden (bv.: electrocutiegevaar) mee te doven.
Bij het gebruik van de gebonden straal moet men er rekening mee houden dat de straal zeer krachtig kan zijn en een grote afstand kan overbruggen. Hierbij bestaat de kans dat we vuur verspreiden. De sproeistraal stand van een brandslanghaspel kan ook gebruikt worden voor reddingswerkzaamheden.
Waar plaats je een brandhaspel? Uitgangen, vluchtwegen en doorgangen naar de (nood)uitgangen, trappenzalen, lobby's en bordessen. Plaats ze niet bij de risicoplaatsen. Het gevaar bestaat dat de brandhaspels dan niet meer gebruikt kunnen worden.
Het aantal brandhaspels wordt als volgt bepaald: De waterstraal moet elk punt van een compartiment bereiken; alle compartimenten groter dan 500m² moeten ten minste 1 brandhaspel hebben.
Keuring blusmiddelen verplicht
Kleine blusmiddelen, zoals brandblussers en brandslanghaspels, vallen onder de REOB, de Regeling Erkenning Onderhoud Blusmiddelen. Alle draagbare en verrijdbare blustoestellen moeten minimaal één keer in de twee jaar worden gekeurd.
Een poederblusser is geschikt voor A, B en C branden, oftewel vaste stoffen, vloeistof en gas.
Bluspoeder is een blusmiddel op basis van zouten. Oorspronkelijk (1928) bestond het poeder uit een mengsel van natriumbicarbonaat en kaliumsulfaat, dit werd BC-poeder genoemd. Tegenwoordig (vanaf 1957) gebruikt men kaliumbicarbonaat (ABC-bluspoeder) met diverse toevoegingen.
Brandklasse A
Dit is een brand van vaste stoffen zoals: hout, papier, rubber, meubels, gordijnen. Geschikte blusmiddelen: brandslanghaspel, poederblusser, sproeischuimblussers en een blusdeken.
Ze hebben een slang van maximaal 30 meter. Ze hebben een waterdruk (statische druk) van tenminste 100 kPa. Ze hebben een wateropbrengst (capaciteit) van ten minste 1,3 kubieke meter per uur (m3/h).
Indien de oppervlakte van een gebouw kleiner is dan 500 m2 is geen muurhaspel verplicht (behoudens speciale risico's). In alle andere gevallen wordt het aantal muurhaspels als volgt bepaald: de waterstraal bereikt elk punt van een compartiment; compartimenten groter dan 500 m2 beschikken over ten minste 1 muurhaspel.
Ze mogen dus niet zomaar op de grond worden neergezet, omdat ze anders gemakkelijk omgestoten kunnen worden. Personen die gebruikmaken van een vluchtroute moeten het blustoestel gemakkelijk kunnen zien. De locatie van de brandblusser moet steeds aangeduid worden met een pictogram.
3) Test de poederblusser door kort de afsluiter in te drukken. 4) Knijp de afsluiter aan het einde in. 5) Blijf op afstand van zo'n twee meter vanaf de vuurhaard. 6) Richt de straal op de basis van de vlammen.
Er zijn geen bepalingen die een specifieke plaats geven aan het branddeken. Aangezien er geen verplichting geldt, hang je het branddeken best zo dicht mogelijk bij het gevaar dat je wou bestrijden.
Kies voor een brandblusser met een inhoud van 6 liter of 6 kilo. Hiermee kun je een serieuze bluspoging doen, de 1 liter of 1 kilo blussers zijn namelijk zo leeg. Alle blussers moeten eens per twee jaar gekeurd en onderhouden worden. Voor bedrijven en instellingen is dat een eis vanuit het Bouwbesluit.
Naast een jaarlijkse controle moet er om de 5 jaar een druktest gebeuren (of telkens wanneer er twijfel is bij de integriteit van de slang door bijvoorbeeld schade). Opgelet: brandhaspels die je louter privé gebruikt hebben geen onderhoudsplicht (omdat brandhaspels voor privégebruik niet verplicht zijn).
Levensduur conventionele schuimblusser
Over het algemeen geldt dat een schuimblusser na 20 jaar echt aan vervanging toe is. Na deze tijd kan de blusser beter niet meer gebruikt worden. Aangeraden wordt om het blustoestel zeker eens in de vijf jaar uitgebreid te laten controleren.