Over het algemeen is het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap (vrijen) te hebben, zodat het wondgebied goed kan genezen. Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of te masturberen. De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen minder zin in vrijen.
Zolang u nog bloedverlies heeft via de vagina mag u geen tampons gebruiken, niet baden, zwemmen of naar de sauna gaan. Dit in verband met hygiëne en risico op een infectie. Douchen mag wel. Wij adviseren pas na 2 weken na de operatie auto te gaan rijden en korte stukjes te fietsen.
UTRECHT - Vrouwen bij wie de baarmoeder wordt verwijderd, hoeven niet bang te zijn dat hun seksuele genot hieronder te lijden heeft. Onderzoek van het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht onder ruim vierhonderd vrouwen wijst uit dat zij hun seksleven beter waarderen na de operatie.
De meesten mensen zijn na 4 tot 6 weken redelijk goed hersteld, bij anderen vergt het langere tijd. Dat betekent dat de meeste mensen na 4 tot 6 weken hun werkzaamheden en taken kunnen hervatten. Na een laparoscopische operatie kan dit zelfs al eerder zijn. Na 6 weken is het herstel echter ook nog niet volledig.
Een normale baarmoeder is zo groot als een kleine peer en weegt 50 gram. De baarmoeder bestaat voornamelijk uit stevig spier- weefsel. Soms ontstaat plaatselijk verdikkingen in de baarmoeder- spier die vleesbomen (myomen) worden genoemd en aanleiding kunnen geven tot hevige en pijnlijke menstruaties.
Ook als de baarmoeder via de vagina of laparoscopisch verwijderd is, is de buik de eerste dagen pijnlijk. Langzamerhand wordt de pijn minder. Als u moet hoesten, niezen of lachen kunt u de buik het beste met uw handen ondersteunen; dat voorkomt pijn. Na een dag wordt een eventuele gaastampon verwijderd.
Lichamelijke klachten: Ook kunt u een opgeblazen gevoel hebben in de buik. Dit gaat na een paar dagen vanzelf over. Verder kunt u zich nog wat suf en moe voelen, luister goed naar uw lichaam. Het principe is, doe elke dag iets meer!
Een vleesboom kan klein blijven of heel langzaam groeien. Soms kan een vleesboom groeien tot een gewicht van een kilo. Vleesbomen komen veel voor: bijna de helft van de vrouwen jonger dan 50 jaar heeft een vleesboom.
De oefeningen voor de eerste zes weken na de operatie zijn vooral gericht op het ontspannen en aanspannen van de bekkenbodemspieren. U leert de spieren aanspannen (gevoel van plas of windje ophouden), waarbij het belangrijk is dat u blijft doorademen.
U heeft soms een katheter, deze zorgt voor de afloop van urine en ontlast de blaas. Soms brengt de gynaecoloog aan het einde van de operatie een tampon (een lang gaas) in de schede in. Dit stelpt kleine bloedinkjes. U kunt vaginaal wat bloedverlies hebben.
De steunkousen die u gedurende het verblijf in het ziekenhuis kreeg, draagt u best tot twee weken na de operatie. Bij een goede mobilisatie is dit thuis niet noodzakelijk. Douchen kan geen kwaad voor de wond of het litteken, ook met een buik- litteken.
Middelzware handelingen die u na ongeveer vier weken kunt doen: de hele (werk)dag zitten. ongeveer vier uur per (werk)dag staan of lopen. tillen of dragen van maximaal tien kilo, bijvoorbeeld een stofzuiger.
Enkele dagen na de ingreep een opgeblazen buik door het koolzuurgas wat in de buik is geblazen tijdens de operatie. Lichte temperatuursverhoging en spierpijn. Mogelijk bloedverlies via de schede. Dit kan enkele dagen tot een paar weken aanhouden.
Het vaginale bloedverlies en de afscheiding moet na ongeveer 6 weken over zijn. Bel uw gynaecoloog of de polikliniek als dit langer duurt. U krijgt het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap te hebben of tampons te gebruiken. Het litteken in de top van de schede kan dan goed genezen.
Het komt zeer zelden voor dat een myoom kwaadaardig wordt. Daarom hoeft een myoom dat geen klachten veroorzaakt, niet altijd te worden verwijderd. Wel kan een zeer snelle groei een aanwijzing zijn voor kwaadaardige veranderingen. Daarom controleert een arts de groei van de myomen met regelmatige tussenpozen.
Myomen hebben hormonen nodig om te groeien. Dit betekent dat myomen na de overgang meestal verschrompelen. Ook de klachten die de vleesboom veroorzaakt, verdwijnen dan. Als na de overgang hormonen worden toegediend, kunnen myomen hierdoor blijven of terugkomen.
Als je een operatie krijgt waarbij je de baarmoeder houdt, kan er na de behandeling een nieuwe vleesboom ontstaan. Soms is het niet mogelijk de baarmoeder te houden. Dit is vooral als je meerdere vleesbomen hebt.
Bedenk dat niet alleen tillen, maar ook duwen en trekken zorgen voor een belasting op de rug. Bukken mag u de eerste zes weken niet doen. Als u dus iets van de grond af wilt rapen gebruikt u dan een grijper of zak dan door de knieën. Zorg ervoor dat de tijd die u opzit geleidelijk aan opbouwt.
Bij operaties aan de baarmoeder is er een litteken in de vagina. Het is dan voor de genezing beter als er niets in de vagina komt. U krijgt dan het advies mee om de eerste 6 weken na de operatie geen seks te hebben en geen tampons te gebruiken.
Die pijn wordt veroorzaakt doordat er nog wat koolzuurgas is achtergebleven in de buikholte. Dit gas is onschadelijk en verdwijnt vanzelf na opname in de bloedbaan of door uitademing via de longen. Daarmee neemt ook de pijn in de schouders af. Voor de pijn na de operatie krijgt u pijnstilling.
De gynaecoloog kan de baarmoeder verwijderen via de schede (vaginaal), soms in combinatie met een kijkoperatie (laparoscopie) of via de buikwand (abdominaal). Bij een operatie via de buikwand is een horizontale snede (bikinisnede) mogelijk of een verticale snede van de navel naar beneden.
Vleesbomen of myomen zijn goedaardige verdikkingen in de spierwand van de baarmoeder. Myomen komen in alle maten voor: zeer klein (als een speldenknop) tot wel twintig centimeter groot. Ze groeien onder invloed van het hormoon oestrogeen.
Baarmoederkanker kan ook uitzaaien naar andere organen. Dat gebeurt meestal pas in een laat stadium. Als baarmoederkanker uitzaait, is dat meestal naar de longen, de lever en de botten. Uitzaaiingen in de buikholte komen vooral voor bij non-endometroïde baarm0ederkanker.