De kostprijs bestaat uit de totale kosten die je per product maakt voor het produceren of leveren van een product of dienst. Dat zijn directe kosten, zoals materialen of ingrediënten, maar ook indirecte kosten zoals loonkosten of gebruik van machines.
Voor de kostprijs heb je de vaste kosten per product nodig. Dit bereken je door de totale vaste kosten te delen door de hoeveelheid producten.
In dat geval kan de kostprijs ook worden berekend met de formule k = C/N + V/W. In deze formule staan de variabelen voor de volgende betekenissen: 'k' is de kostprijs; 'C' zijn de constante kosten; 'N' is de normale productie; 'V' zijn de variabele kosten en 'W' is de werkelijke productie.
Bij het berekenen van de kostprijs worden zowel de directe kosten als indirecte kosten meegerekend. De directe kosten zijn de kosten die direct met het product te maken hebben, zoals de inkoopprijs van het product, de halffabricaat of grondstoffen en de invoerrechten.
De standaardkostprijs = de som van de noodzakelijke kosten per eenheid product. De standaardkostprijs is samengesteld uit: standaardhoeveelheden productiemiddelen, vermenigvuldigd met standaardprijzen. Die standaarden gelden altijd voor een bepaalde periode en ook alleen voor een bedrijf of bedrijfsonderdeel.
De kostprijs van je gerechten tot op de komma nauwkeurig weten, is essentieel voor je bedrijfsvoering. Immers, wanneer je inzichtelijk hebt wat het jou heeft gekost, weet je wat je minimaal moet terugverdienen om winst te maken.
Wat is dan de verkoopprijs inclusief btw? De belasting komt bovenop de verkoopprijs exclusief btw. Als er 21% bij een prijs van € 100 op komt, wordt de prijs inclusief btw: 100 × 1,21= € 121,00. De bruto prijs is hier € 100 en de netto prijs € 121.
vergeleken met prijsopgaves van soortgelijke producten of met de eigen berekende prijs (normatieve inkoopprijs).... Kostprijs = De kostprijs van een product geeft de inkoopprijs plus de vaste en variabele kosten weer.
De directe kosten (werk en materiaal) verband houdend met de productie en verkoop van een product.
Bij de kostprijsplus methode wordt de hoogte van je prijs berekend door bovenop je productiekosten een bepaalde winstmarge te rekenen. Zolang je de zelfgemaakte kosten op de juiste manier berekent en je verwachtingen van de afzet gegrond zijn, werk je bij deze methode dus altijd met winst.
De winstmarge bereken je met de volgende rekensom: trek de kosten af van de omzet. Het bedrag dat uit deze rekensom komt deel je door de omzet. Dat cijfer doe je maal 100%.
De kostprijs van de omzet (ook wel inkoopwaarde van de omzet genoemd) zijn die kosten die direct zijn toe te rekenen aan de omzet. Omzet minus kostprijs wordt aangeduid als brutomarge. Hetgeen wat overblijft moet dan voldoende zijn om de overige kosten (overhead) te dekken en om voldoende inkomen aan over te houden.
bijvoorbeeld per product 10 euro brutowinst en het product verkoopt hij voor 5 euro 10 - 5 = 5,- euro = inkoop prijs.
Een goede marge verschilt aanzienlijk per bedrijfstak, maar als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% als gemiddeld wordt beschouwd, een marge van 20% als hoog of goed en een marge van 5% als laag.
De totale kosten van de onderneming worden berekend door de twee soorten kosten bij elkaar op te tellen. De totale kosten zijn dus de totale constante + de totale variabele kosten.
Winstmarge in de verkoopprijs berekenen: Winstmarge in de verkoopprijs = (verkoopprijs – inkoopprijs) / verkoopprijs.
De variabele kosten zijn te berekenen door het aantal producten en de totale kosten van elkaar af te trekken en vervolgens door elkaar te delen.
De kostprijs berekenen verkleint de kans op het onderschatten van de vaste en variabele onkosten. Na het kostprijsberekening bepaal je de verkoopprijs. De juiste verkoopprijs ligt natuurlijk hoger dan je totale kosten, je wilt namelijk wel winst maken. Hoeveel je kunt vragen, verschilt per onderneming.
De verkoopprijs van uw goederen is dan € 100 + 21% btw = € 121. U vermenigvuldigt de verkoopprijs (inclusief btw) met 21/121 of 9/109. Op die manier berekent u het btw-bedrag in de verkoopprijs.
Ik maak een factuur aan voor 100 euro zonder BTW met 2% korting contant als je betaalt binnen de 8 dagen. Het totaal van dit factuur is 120,58. De BTW wordt als volgt berekend: 100 euro - 2% is 98 euro (98 euro wordt de nieuwe maatstaf van heffing). Op 98 euro wordt 21% BTW berekend of 20,58 euro.
Een kostprijsanalyse zet u op weg naar een juiste prijszetting voor uw product, dienst, prestatie of klantengroep. Onze analyse geeft u inzicht in uw kosten, klantenportefeuille, winstgevende of verlieslatende producten, en in uw verkoopstrategie.
De indirecte kosten worden uitgedrukt in een percentage van het totaal van de variabele kosten (of van één van de variabele kostensoorten, bijvoorbeeld de directe loonkosten). De kosten per product wordt nu berekend door over de variabele kosten een opslagpercentage voor indirecte kosten 'in rekening te brengen'.
De prijs van een goed komt in principe tot stand door onderhandeling. Dit gaat als volgt: De potentiële koper, bijvoorbeeld een veeboer die een koe wil kopen, doet een bod. Dat wil zeggen, hij zegt: "Ik wil 1000 euro voor deze koe betalen".