'Zwachtel bij een cliënt eerst één been, niet beide'
Hierdoor kan iemand kortademig of benauwd raken, want er wordt extra vocht vastgehouden', legt Melis uit. 'Wanneer je twee benen met oedeem zwachtelt, gaat het vocht omhoog, richting het hart. Dit kan soms wel tien liter vocht zijn.
Zorg dat het been mooi rond is, voor egale druk door de zwachtel. Vul eventuele holtes op met polstermateriaal. Kijk tijdens het zwachtelen 'in de rol'. De zwachtel blijft als het ware tegen de huid aankleven en volgt de vorm van het been.
Er kunnen complicaties ontstaan bij het verkeerd zwachtelen. De complicaties die het meest ontstaan zijn venster-oedeem, striemen of blaren, droge geïrriteerde huid, dat het verband te los zit. Het kan ook zo zijn dat het verband te strak staat, waardoor de patiënt pijn ervaart.
Inmiddels heeft Vilans de protocollen aangepast: je begint nu altijd bij de kleine teen. De reden hiervoor is dat wanneer je zwachtelt vanaf de kleine teen, de voet in een natuurlijke positie komt.
Voorkom drukplekken door zwachtels glad en zonder kreukels aan te brengen. Pijn en blauwe tenen of vingers na het zwachtelen kunnen duiden op te strak zwachtelen. Raadpleeg de behandelend arts als de pijn na het opnieuw zwachtelen aanhoudt. Als de tenen wit blijven, raadpleeg dan ook de behandelaar.
Wikkel gelijkmatig over de voet, de enkel, hiel en een deel van het onderbeen. Laat de tenen zichtbaar. Breng de zwachtel in tegengestelde richting van de verzwikking aan. Is de enkel aan de rechterkant dubbelgeklapt, wikkel dan dus linksom.
'Als iemand hartfalen heeft, dan heeft het hart minder pompkracht. Hierdoor kan iemand kortademig of benauwd raken, want er wordt extra vocht vastgehouden', legt Melis uit. 'Wanneer je twee benen met oedeem zwachtelt, gaat het vocht omhoog, richting het hart. Dit kan soms wel tien liter vocht zijn.
Neem de tweede zwachtel en leg deze op dezelfde manier aan, maar dan in tegengestelde richting; indien de eerste zwachtel linksom is aangebracht, breng dan de tweede zwachtel rechtsom aan.
Bij ambulante compressie therapie is de patiënt in staat het betreffende lichaamsdeel te gebruiken en volstaan korte-rek bandages. Bij niet-ambulante compressietherapie zit of ligt de patiënt meestal in bed; dan moet men zwachtelen met lange-rek verbanden gezwachteld.
Breng beide zwachtels altijd rechtsom aan (wanneer je voor de cliënt staat). Bij het linkerbeen is de start bij grote teen richting de kleine teen.En bij het rechterbeen is de start bij de kleine teen richting de grote teen.
Wie kan er zwachtelen? Zwachtelen is een handeling die kennis en ervaring vereist. Verpleegkundigen van thuiszorginstellingen zijn deskundig en ervaren in het aanleggen van zwachtels. Ook kunnen zij adviseren wanneer u over kunt gaan op het dragen van therapeutische elastische kousen.
Als het hart door een instroombelemmering, een uitstroombelemmering of een defecte pompwerking niet voldoende veneus terugvloeiend bloed kan verwerken, stijgt de veneuze druk en treedt er meer vocht uit het vaatstelsel. Oedeem ontstaat vooral van de onderbenen en de laagliggende delen van het lichaam.
De zwachtels brengen verzwakte en vergrootte bloedvaten terug tot een normaal niveau en drijven overtollig vocht terug in de bloed- en lymfevaten, waarna het wordt afgevoerd door het lichaam.
Als de tenen wit zijn na het zwachtelen, kan dat duiden op een arteriële aandoening. De zwachtel moet dan verwijderd worden en de behandelend arts moet geraadpleegd worden.
De meeste verbandproducenten raden aan om het verband over het midden van de wond aan te leggen. Houd rekening met zwaartekracht en de richting waarin het wondvocht wegloopt. Leg het verband of het tape niet te strak aan.
Als er sprake is van oedeem (vocht) kan men de behandeling starten met zwachtelen. Met behulp van korte rek zwachtels wordt druk uitgeoefend op het onderbeen.Hierdoor komt de doorbloeding beter op gang en verdwijnt het vocht.
Het wondsnelverband is eigenlijk een steriel kompres waar een zwachtel vast hangt met kleefpleisters. Het wondsnelverband bestaat uit een elastisch zwachtel met een kort einde en een langere kant houdende een kompres en aan het einde van de zwachtels zijn er kleefpleisters voorzien om gemakkelijk te kunnen vastplakken.
Bij een slechte slagaderlijke doorbloeding mag niet worden gezwachteld. Dit wordt vooraf door de therapeut uitgesloten. Voordat de therapeut begint met zwachtelen, worden de omvangmaten van de arm of been/benen genomen. Zodoende wordt de afname van het onderhuidse vocht iedere keer gemeten.
Sla bij de hand/pols de eerste slag net onder de vingertoppen en zwachtel nu twee of drie keer richting de pols. Wanneer er steun bij de pols nodig is, sla het zwachtel dan tweemaal onder en boven de duim en enkele malen om de onderarm. Zet het zwachtel vast met twee strookjes kleefpleister.
Doel van het zwachtelen
Door de gezwachtelde benen veel te bewegen (lopen!), spannen de spieren in de kuit zich aan waardoor ze tegen de bloedvaten drukken. Zo pompen de spieren het bloed terug naar het hart (spierpomp). Deze behandeling een combinatie van zwachtelen en veel bewegen, heet ambulante compressietherapie.
Zwachtels wisselen
Heeft u geen wond? Dan mogen de zwachtels 3 tot 7 dagen blijven zitten. U mag de zwachtels er niet afhalen om te gaan douchen. U kunt uw been laten wassen op de polikliniek dermatologie.
De korte rekzwachtels worden voornamelijk gebruikt bij patiënten die nog goed beweeglijk zijn. Bij lange-rek (elastische) zwachtels is er aanzienlijk minder verschil in druk tussen werkdruk en rustdruk. Lange-rekzwachtels worden daarom gebruikt bij cliënten die niet of nauwelijks beweeglijk zijn.