Niet alleen met Zullen, maar ook met de verleden tijdsvorm Zouden verwijzen we naar een mogelijke situatie in het nu of in de toekomst.
De meeste infinitieven eindigen op -en, sommige op -n. Voorbeelden: lopen, werken, bidden, eten, slapen, gaan, zien, doen, zijn.
Werkwoord. Ik zou. Jij zou. Hij, zij, het zou.
De infinitieven van Nederlandse werkwoorden eindigen steeds op -en. De uitzonderingen zijn zijn, gaan, staan en slaan.
Het lijkt alsof je dit moet uitspreken als “Hij deed het” (of zelfs: “Hij daad het”), maar niets is minder waar: je zegt “hij deet”.
Zou vorm - de toekomende tijd
Werden in combinatie met een ander werkwoord betekent zullen. Het hulpwerkwoord werdenvervoeg je en van het hoofdwerkwoord gebruik je de infinitief (het hele werkwoord). Beispiele: - Ich werde dir helfen.
Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In de spreektaal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.
zou + infinitief
Ik zou een auto kopen, maar ik heb het niet gedaan. Jij zou het cadeau voor Jacob kopen. Hij zou hier om 17:00 zijn, maar hij is er niet. Petra zou de afwas doen.
Het niet-werkelijke aspect wordt meestal uitgedrukt in de werkwoordstijd. Dat kan de onvoltooid verleden tijd zijn, zoals was of kocht. Maar het kan ook de 'onvoltooid verleden toekomende tijd' zijn: zou(den) kopen. Die twee werkwoordsvormen kunnen op veel manieren afgewisseld en met elkaar gecombineerd worden.
Gewoon verzoek: Kan je komen? Wil je dat doen? Beleefd verzoek: ZOU je KUNNEN komen? ZOU je dat WILLEN doen?
Bij baby's jonger dan 2 maanden wordt vaak gebruik van DEET afgeraden omdat de kans op huidirritatie groter is.
Muggen hebben een hekel aan de smaak en geur van anti-insectenmiddel Deet. Maar dat is niet omdat ze het proeven met hun kop, maar met hun poten. Dat hebben onderzoekers van onder andere de Rockefeller University in New York ontdekt.
Anti-muggenspray 2 jaar Een muggenspray met het ingrediënt deet erin kan je tot twee jaar na openen gebruiken. Muggenspray met natuurlijke ingrediënten als citronella zijn maar een jaar goed. Daarna zijn de werkende stoffen verdampt en werkt de spray niet meer.
Het hele werkwoord is spelen. Er gebeurt iets. Het sneeuwt buiten. Het hele werkwoord is sneeuwen.
De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd door aan de stam van het werkwoord een uitgang toe te voegen. Voorbeelden van de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) zijn: ik werk, jij denkt, hij gaat, wij wandelen, jullie eten, zij dromen.
Zowel het begrip stam als ik-vorm (eerste persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd) wordt in vele schoolboeken en grammatica's wel besproken, maar niet altijd uitgelegd. Sterker nog, de begrippen worden soms zelf aan elkaar gelijkgesteld: 'De stam is de ik-vorm.
Vervoeging: ik zal, je zult / je zal, u zult / u zal, hij zal, wij zullen. ik zou, wij zouden.
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord. Voltooide deelwoorden maken deel uit van samengestelde werkwoordstijden. De voltooide tijd wordt gevormd door de persoonsvorm van het hulpwerkwoord hebben of zijn en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.