Rauwe producten moeten gescheiden blijven van bereide producten. Dat is vooral belangrijk bij vlees en vis. Rauwe producten zet je onderin de koelkast, boven de groentelades, daar is het het koudst. Doe je eten in afgesloten bakjes of trommels om het te beschermen tegen uitdrogen, bacteriën en andere stoffen.
Zone 1 is het minst koud. Daar kan het zo'n 3°C tot 4°C warmer zijn dan de ingestelde temperatuur. Dit is de juiste plaats voor producten in pot, dranken, gebak, kaas, boter en eieren. Zone 2 is het koudste deel van de koelkast en de beste plek voor de bederfelijkste waren of producten die bacteriegevoelig zijn.
Vlees bewaart het best als je koelkast op 4 °C staat. Het schap onderaan de koelkast, boven de groentelades, is het meest fris. Leg daar je vlees(waren). Plaats nooit rauwe producten boven bereide producten.
Bovenste plank(en)
Op de bovenste plank van de koelkast is het, ten opzichte van de lagere planken, iets warmer. Hier kun je producten bewaren zoals kaas, yoghurt, vleeswaren en open potjes. Zet de open potjes vooraan op de plank, zo weet je wat je hebt staan!
De meeste koelkasten hebben de mogelijkheid om zelf de temperatuur in te stellen. Ideaal is is 4 graden Celsius. Maar dan nog verschilt het iets per zone. De koudste plek is onderin, het plankje bovenin en de vakken in de deur zijn relatief de warmste plekken.
Bovenste schappen (4-6°C): restjes, geopende potten, room, eieren en kaas, gebak, soep en kleine drankflessen. Onderste schap (0-4°C): afgedekt vlees, vis en charcuterie. Groente- en fruitbakken (4-6°C): dat is duidelijk. Koelkastdeur (6-8°C): boter, kaas, sauspotjes, melk, grote drankflessen en knijptubes.
Groenten bevatten veel vocht en zijn daarom gevoelig voor uitdroging. De groentelade zorgt ervoor dat de luchtvochtigheid hoger is dan in de rest van de koelkast, bewaar de groente dus bij voorkeur in de lade en in de originele verpakking.
zuivel: bovenaan, de minst koude plaats. vlees, charcuterie, verpakte salades: net boven de groentelade (de koelste plaats) eieren en boter: in de deur (iets minder koud) groenten en fruit*: in de groentelade (iets vochtiger)
Het meeste fruit blijft het langst goed in de koelkast: zoals appels en peren (2-4 weken), perziken en nectarines (3-7 dagen), kiwi (1-3 weken), druiven (7 dagen) en aardbeien, aalbessen, bramen, bosbessen, cranberries, frambozen, kersen en kruisbessen (1-3 dagen).
“Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur” is een veelgehoorde uitleg. Heeft de draaiknop bijvoorbeeld 7 standen, dan wordt de koelkast het koudst wanneer je de thermostaat instelt op stand 7.
De gemiddelde koelkast wordt bij stand 2 ongeveer 7 graden. Bij stand vijf zal het rond het vriespunt uitkomen. Dit is bij een buiten temperatuur tot ongeveer 20 graden.
De cijfers op de thermostaatknop staan voor het koudeniveau binnenin de koelkast. Hoe lager het cijfer des te hoger (warmer) zal de temperatuur in het koelgedeelte zijn.
De meeste groenten kun je in de koelkast bewaren, net als het meeste fruit. Kiwi's, peren en appels, kun je bijvoorbeeld prima in de koelkast bewaren. Net als asperges, broccoli en bloemkool. Maar voor veel producten is het niet nodig om ze in de koelkast te bewaren.
Na het vervoeren moet je even wachten met aanzetten: laat hem ongeveer 4 uur staan voor je hem aanzet. Dit heeft te maken met de koelvloeistof. Hierna kun je de nieuwe koelkast in gebruik nemen.
Eenmaal geopend raden wij aan de vleeswaren in de koelkast te bewaren en de producten binnen 3 dagen te consumeren. Alhoewel de meeste vleeswaren niet snel bederven zullen de vleeswaren wel smaak en aroma verliezen.
Komkommers drogen uit in de koelkast. De schil beschadigt waardoor ze sneller bederven. Bewaar ze daarom op een koele plaats in de keuken, de kelder of de berging. Laat de komkommer in zijn folie zitten.
De meeste mensen bewaren hun mayonaise, chili- en sojasaus in de koelkast. Dit is vaak echter helemaal niet nodig. De meeste sauzen zitten vaak vol natuurlijke en kunstmatige conserveermiddelen. Op ketjap en vissaus staat vaak 'koel en droog bewaren', wat betekent dat ze op hun best blijven in je keukenkastje.
Tomaten bewaren, dat doe je best niet in de koelkast. Volgens onderzoek van de Nederlandse universiteit Wageningen UR leidt tomaten bewaren bij koelkasttemperaturen tot een afname van belangrijke aromastoffen. Ze worden dus minder lekker. Bewaar je tomaten eerder op een koele plek (12°C).
Boter bederft niet door bacteriën, maar door zogeheten vetoxidatie. Het vet reageert op het zuurstof in de lucht, een proces dat je niet kunt tegenhouden. Het is dus belangrijk om boter goed afgesloten te bewaren. Geopende boter kan maximaal een week buiten de koeling bewaard worden, mits op een droge en koele plek.
Er is één fruitsoort dat niet handig is om op de fruitschaal te leggen en dat zijn onze favoriet: appels. Ander fruit en groente kun je gerust samen op een plek leggen, maar appels zijn niet handig. Dit komt omdat appels ethyleengas produceren. Dit gas is niet schadelijk, maar rijpt andere fruitsoorten sneller.
Kliekjes in de koelkast
Laat het gerecht altijd eerst op kamertemperatuur komen voordat je het in de koelkast schuift. Doe het in luchtdichte plastic of glazen bewaarbakjes of plastic druk- en sluitzakjes. Bewaar de kliekjes dan maximaal drie dagen in de koeling.
Houd zoveel mogelijk dezelfde indeling aan, zodat je altijd weet waar je iets terug kunt vinden. Het is het overzichtelijkst om producten die het snelst op moeten vooraan te zetten. Bewaar producten zoveel mogelijk in de originele verpakking. Is iets geopend, dek het dan goed af.
Als de deuren van de koelkast vaak worden geopend of niet goed zijn afgedicht, stroomt de warme lucht van buiten het apparaat in. Deze condensatie verandert dan in vocht of rijp. Dit kunt u voorkomen door de deur niet te vaak te openen of te lang open te laten staan.