Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Om het getal 10 te halveren, wordt dit getal in twee gelijke delen gesplitst, namelijk in 5 en 5. Als je een getal halveert, dan deel je het door 2. 10 : 2 = 5. De helft van 10 is dus 5.
Wanneer je het dubbele van iets wil bepalen, kun je het getal vermenigvuldigen met twee. Je kunt het dubbele ook uitrekenen door hetzelfde getal nog eens bij het getal op te tellen.
1/3 : 2 is dus 1/6.
48 = 9 x 5 + 3.
De wortel van 144 ligt dus tussen 10 en 15 in. Probeer nu bijvoorbeeld 12 x 12. Dat komt precies uit op 144. Dus: √144 = 12.
Een getal is deelbaar door 9 als en slechts als de som van zijn cijfers deelbaar is door 9. Vb. 288 is deelbaar door 9 want 2 + 8 + 8 = 18 en 18 is deelbaar door 9.
Procenten, breuken en decimale getallen
Bijvoorbeeld 0,1 is gelijk aan 10%, 0,65 is gelijk aan 65%.
8 x 7 = 56.
De helft is hetzelfde als een gedeelte of een half deel. Als je de helft van iets hebt, is de andere helft precies even groot. Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee. De helft is het tegenovergestelde van het dubbele.
Engelen getallen zijn getallen die gebruikt worden door de engelen om met ons te kunnen communiceren. Zo zijn er meestergetallen, drievoudige getallen, enkele getallen en dubbele getallen. Voorbeelden van engelen getallen zijn 333, 2222, 12:34, 11 11.
88 kan niet direct door 12 worden gedeeld, maar 84 wel. 84 : 12 = 7, want 7 x 12 = 84. Iedere groep krijgt dus in elk geval 7 boeken. 84 boeken zijn al gedeeld door 12 (zie stap 1).
Een percentage van een getal berekenen is heel eenvoudig. Je rekent eerst 1 procent uit van het getal. Je doet dit door het getal te delen door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage.
Wat is de helft van 11? Als je deze vraag stelt krijg je meestal 1 antwoord. Namelijk 5,5.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij. Handig om deze gegevens bij elkaar op een overzichtskaart te hebben!
1/3 deel = 0,3333333 × 100 % = 33,33333 % 1/2 deel = 0,5 × 100 % = 50 % 3/4 deel = 0,75 × 100 % = 75 %
Blijft uw medewerker gedeeltelijk werken? Dan ontvangt hij 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon. Uitgaande van € 500 inkomsten, dan wordt de uitkering € 1.050 (2000 - 500 = 1500 x 70% van 1.500 is 1.050).
20 : 100 = 0,2.
7 ÷ 8 of 7/8 =. 875 Ik zet nog wel een 0 voor de komma zodat duidelijk is waar de punt achter de komma staat 0.875. En we zijn klaar.
Je ziet dat 70⁄100 gelijk is aan 7⁄10 . Als je de breuk niet verder kunt vereenvoudigen, dan heb je het antwoord gevonden op de som. 70% is gelijk aan 7⁄10 .
De breuk 5/8 is hetzelfde als de deelsom 5 : 8 en dit is een getal dat kleiner is dan één, want als je 5 taartjes hebt en je wilt ze met zijn achten opeten, krijgt iedereen minder dan één taartje. Je kunt dus heel snel zien dat 4/3 groter is dan één en dat 5/8 kleiner is dan één.
Zet het getal dat je wilt verdelen op papier (2580) Dit getal heet het DEELTAL en het getal waardoor gedeeld moet worden (15) heet de DELER. Kijk naar de eerste twee cijfers van het grote getal (25). Hoe vaak past daar 15 in? 1x15=15, 2x15=30.
Deelbaarheid door 11
Zet voor alle cijfers om en om een plus en een min. Tel daarna alle cijfers op. Als de uitkomst deelbaar is door 11 dan is het hele getal deelbaar door 11.
7 als het getal, dat verkregen wordt door het laatste cijfer weg te laten en 2 maal af te trekken van het getal gevormd door de overblijvende cijfers, deelbaar is door 7. Zo is b.v. 364 deelbaar door 7, want 36 - 2 × 4 = 28 is deelbaar door 7.