In ons voorbeeld is dit 8 (de helft van 16). In our example, half of 16 is 8.
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
26 x 2 = 52
Halveren betekent in tweeën delen of met de helft verminderen. Halveren is hetzelfde als delen door 2. Halveren kun je zien als ': 2'.
Om het getal 10 te halveren, wordt dit getal in twee gelijke delen gesplitst, namelijk in 5 en 5. Als je een getal halveert, dan deel je het door 2. 10 : 2 = 5. De helft van 10 is dus 5.
Wat is de helft van 11? Als je deze vraag stelt krijg je meestal 1 antwoord. Namelijk 5,5.
De volgende bewerkingen moeten kunnen worden toegepast: verdubbelen: als 2 × 4 = 8 dan is 4 × 4 = 8 + 8 = 16.
x is om te vermenigvuldigen. Bijvoorbeeld: 5 x 5 = 25.
Wanneer je het dubbele van iets wil bepalen, kun je het getal vermenigvuldigen met twee. Je kunt het dubbele ook uitrekenen door hetzelfde getal nog eens bij het getal op te tellen.
2 kinderen van de familie Jansen zijn er 2 van Jansen, dus 2 stukken van 1/4 is 2/4. Dus: 1 = teller (hoeveel stukken zijn er?)
48 = 9 x 5 + 3.
Wat is de tafel van 17? Bij de tafel van 17 vermenigvuldig je een getal, meestal de getallen 1 tot en met 10, met het getal 17. Het is dus een herhaalde optelling van het getal 17. Hoe vaak je 17 moet optellen wordt bepaald door de vermenigvuldiger, het eerste getal in de vermenigvuldiging.
De gehele getallen 14 en 49 zijn veelvouden van 7, −35 is een negatief veelvoud van 7.
Een talstelsel, getallenstelsel of getallensysteem is een wiskundig systeem om getallen voor te stellen. Oorspronkelijk was een talstelsel een systeem om te tellen. Omdat tellen het opnoemen van (natuurlijke) getallen inhoudt, kwam vanzelf de manier van noteren van die getallen aan de orde.
Zo is 50% te schrijven als het kommagetal 0,5. Of als de breuk 1/2. Dit komt overeen met een verhouding van 1 staat tot 2.
In de tafel van 5 vermenigvuldig je de getallen 1 t/m 10 met het getal 5. Je hebt 3 kratten met in elke krat 5 appels.
Hoeveel nullen heeft een Miljard: Miljard = 1 met 9 nullen.
Verplaats de komma in 800 2 plaatsen naar links en je krijgt 8.00. Vul bovenaan de pagina eens deze waarden in, 40 en 20. Dan krijg je “40% van 20 is 8”.
Zet het getal dat je wilt verdelen op papier (2580) Dit getal heet het DEELTAL en het getal waardoor gedeeld moet worden (15) heet de DELER. Kijk naar de eerste twee cijfers van het grote getal (25). Hoe vaak past daar 15 in? 1x15=15, 2x15=30.