De eerste beschrijving van ADHD werd al in 1902 gedaan door de Engelse kinderarts George Still. De term ADD werd in 1980 voor het eerst opgenomen in het handboek dat gebruikt wordt voor de diagnose van psychische stoornissen (de DSM).
ADHD (attention deficit hyperactivity disorder), ook wel aandachtstekort-hyperkinetische stoornis of aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis genoemd, is een aan het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders ontleende benaming voor een cluster van symptomen.
ADHD ontstaat waarschijnlijk door problemen in de communicatie tussen verschillende hersengebieden. Signalen tussen hersencellen worden doorgegeven door 'boodschapperstoffen', die neurotransmitters heten. Uit onderzoek blijk dat mensen met ADHD minder van bepaalde boodschapperstoffen hebben.
Oorzaak van ADD
ADD wordt veroorzaakt door een afwijking in de werking van neurotransmitters. Neurotransmitters zijn moleculen die in de hersenen signalen doorgeven. Als je aan ADD lijdt, heb je een tekort aan de neurotransmitters dopamine en noradrenaline.
Geschiedenis van ADD
In 1937 werkte de arts Charles Bradley (1902-1979) in een inrichting voor moeilijk hanteerbare jongens. In plaats van deze jongeren door middel van harde tucht te leren hun gedrag aan te passen, besloot hij het gedrag te beïnvloeden door hen stimulerende medicijnen toe te dienen.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Overige ADD kenmerken bij volwassenen
moeite met snel en adequaat reageren op onverwachte gebeurtenissen door vertraagde informatieverwerking. dit moet niet verward worden met autisme omdat ADD'ers in tegenstelling tot mensen met autisme vaak prima verbanden kunnen leggen.
Kan ADHD overgaan? Ja, dat kan zeker. De meeste kinderen groeien er 'overheen' en kunnen later zonder verdere behandeling normaal meedraaien in de maatschappij. Zij hebben slechts een paar jaar behandeling nodig en kunnen daarna stoppen met de medicatie.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Snel afgeleid zijn; moeite met concentreren. Erg druk zijn (hyperactief). Dingen doen zonder na te denken (impulsief). Problemen in het dagelijks leven, zoals thuis, op het werk en in het omgaan met anderen.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
Bij kinderen die problemen hebben met hun concentratie en/of hyperactief zijn, wordt al vaak gedacht aan ADHD. Rusteloosheid, onoplettendheid, erg energiek zijn of dagdromen zijn zaken die bij hoogbegaafde kinderen vaak voorkomen en tevens allemaal kenmerken zijn van ADHD.
Wereldwijd is de gemiddelde prevalentie van ADHD bij jeugdigen 5.3 procent. Uit een epidemiologisch onderzoek van psychopathologie bij kinderen en jongeren uit 44 culturen blijkt dat Nederland niet noemenswaardig verschilt van andere landen wat betreft het vóórkomen van stoornissen.
Het verband tussen het ADHD-gedrag en de omgeving bleek voor alle kinderen met ADHD te gelden, maar was het sterkst bij de kinderen die ook een familierisico met zich meedroegen. Dat wil zeggen dat zij erfelijk gezien een grotere kans op ADHD hebben.
Mensen met ADHD uiten dat meer fysiek dan mensen met ADD. Daarnaast is iemand met ADD meer een dagdromer terwijl iemand met ADHD meer een doener is, meer met zijn ideeën daadwerkelijk aan de slag gaat. Uiteraard zijn er ook voldoende overeenkomsten tussen ADHD en ADD.
Out of the box: ADD'ers zijn vaak goed in het oplossen van raadsels. Hierbij komen ze vaak met niet voor de hand liggende, vindingrijke oplossingen. Ze zijn vaak goede brainstormers en beelddenkers. Hyperfocus: Mensen met ADD kunnen zich enorm focussen op een project.
De belangrijkste kenmerken van ADHD bij mannen en vrouwen zijn: problemen met de aandacht of de concentratie, moeite met organiseren, hyperactief of overbeweeglijk zijn en impulsiviteit.
ADHD is geen ziekte, maar slechts een beschrijving van symptomen. Een kind dat hyperactief is, niet luistert, zich slecht kan concentreren, makkelijk is afgeleid, altijd alles kwijt is, vergeetachtig is, er alles uitflapt, nauwelijks stil kan zitten en moeite heeft met details, kán het stempel ADHD krijgen.
Bij mensen met ADHD functioneert het filter minder goed: hierdoor komen álle prikkels binnen. Iemand met ADHD kan zich daardoor minder goed concentreren op een gesprek, en is snel afgeleid. De stem van de gesprekspartner klinkt immers even hard als de stem van iemand die een eindje verderop staat.
ADHD op vijf plekken in de hersenen zichtbaar Groot internationaal onderzoek bevestigt hersenverschillen bij ADHD. Bij mensen met ADHD zijn vijf hersengebieden kleiner dan bij mensen zonder ADHD. De verschillen zijn het duidelijkst bij kinderen en minder groot bij volwassenen.
Impulsiviteit: eerst doen en dan denken, anderen veelvuldig in de rede vallen, ongeduldig zijn, impulsief geld uitgeven, impulsief relaties en werk betrekkingen beginnen en beëindigen, voor de omgeving onbegrijpelijke beslissingen nemen.
Kinderen met ADHD zijn vaak creatief, verzinnen de meest geweldige verhalen en kunnen helemaal opgaan in een spel. Het empathisch vermogen van kinderen met ADHD is vaak goed ontwikkeld, het zijn vaak lieve en betrokken kinderen. Ze hebben vaak aandacht voor details. Drukke kinderen met ADHD zijn vaak enorm vindingrijk.
Uit je onderzoek blijkt ook dat symptomen kunnen verergeren, hoe zit dat? 'We zagen inderdaad dat ADHD-symptomen in de adolescentie kunnen verergeren, maar dan gaat het vaak om kinderen die al een hoge genetische aanleg voor ADHD hebben en ook al milde symptomen.