Gegeven de afstand tot de zon, gemiddeld zo'n 228 miljoen km, en het lage planetaire albedo van de wolkenloze planeet, wordt de effectieve temperatuur van Mars berekend op 216 K. Op Mars heerst een gemiddelde oppervlakte temperatuur van 218 K. Dit betekent dat het natuurlijke broeikaseffect slechts 2 graden bedraagt.
De gemiddelde oppervlaktetemperatuur bedraagt er een frisse -63°C en de planeet heeft een ijle ongastvrije atmosfeer die vooral uit koolstofdioxide bestaat.
De gemiddelde temperatuur op Mars (ongeveer -63°C) is aanzienlijk kouder dan op Aarde (+15°C). Temperatuurvariaties volgens de seizoenen zijn echter zeer groot. Het temperatuurverschil tussen dag- en nachtzijde is ook groot.
Op de maan is het altijd heel erg koud
In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Op basis van de hoeveelheid zonlicht die de gasreus Jupiter ontvangt, zou je in de bovenste atmosfeer een kille temperatuur van -73 °C verwachten. Maar uit metingen blijkt dat het er een zinderende 426 °C is.
De temperatuur aan het oppervlak van Venus bedraagt 733 K. Het verschil van 495 graden met de effectieve temperatuur illustreert het veel sterkere natuurlijke broeikaseffect dan op aarde, dat 33 graden bedraagt.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Een maanwandeling maken kan daarom niet zomaar. Je kunt er alleen rondlopen als je een speciaal pak draagt, dat je beschermt tegen de kou, hitte en de UV-straling. Op de Maan en in de ruimte is geen lucht. Om op de Maan te kunnen lopen, heb je je eigen voorraad lucht nodig.
Een reis naar onze ruimtebuur de Maan duurt drie dagen als we traditionele chemische raketten gebruiken. Mars, de planetoïden en de buitenste planeten staan maanden of zelfs jaren ver weg.
Mocht de mens ooit op Mars willen staan dan zal een afstand van zo'n 60 miljoen kilometer afgelegd moeten worden. Op dit moment wordt verwacht dat een vlucht naar Mars ongeveer acht maanden zou duren. Dit duurt niet veel langer dan een sonde erover doet om op Mars te komen.
Maar toch kan de mens niet op Venus leven. Door de dikke bewolking en dichte atmosfeer is het er erg warm. De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan.
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
De laagste temperatuur die we ooit op aarde hebben gemeten is 89,2 graden Celsius onder nul. Dus -89,2°C. Dat was bij het Vostok Station, een Russisch onderzoekstation op Antarctica.
De zwaartekracht aan het oppervlak van de planeet bedraagt 0,38. Iemand die op aarde 40 kilogram weegt, zou op Mars 0,38 x 40 = ruim 15 kilogram wegen.
De Koude Oorlog, politieke wil, inventiviteit, doorzettingsvermogen en de nodige risico's zorgen ervoor dat de mens in juli 1969 voet op de maan zet. Dat we sinds 1972 niet meer op de maan zijn geweest, komt vooral door een gebrek aan politieke wil. De techniek is sinds 1969 enorm vooruitgegaan.
Daar is de valversnelling ca 25 m/s2 dus ongeveer 2,5 keer zo groot als op aarde. Als je op je bed ligt, zal je grootste moeite hebben op je op te richten omdat je zwaartekracht 2,5 keer zo groot is.
Een astronaut zonder pak zwelt op
Een mens die wordt blootgesteld aan het vacuüm van de ruimte, zal niet meer dan een paar seconden leven, maar ontploft niet. De astronaut zwelt echter wel degelijk merkbaar op, en de ingewanden en organen worden door lichaamsopeningen naar buiten geperst.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
In zo'n situatie is het onmogelijk om te overleven. Maar wanneer medische hulp stand-by is en de luchtdruk geleidelijk afneemt, kan een mens het net een minuut in een vacuüm volhouden.
Ongeveer twaalf keer zo klein als onze zon. Dat is de kleinste ster die tot nu toe gevonden is. Wetenschappers van Cambridge University noemen hem EBLM J0555-57Ab. EBLM J0555-57Ab mag dan wel klein zijn, hij is wel tien keer zo groot als onze aarde.
De gigant heeft de bijnaam Hyperion gekregen, naar een Titaan uit de Griekse mythologie. Hyperion is het grootste object dat we tot nu toe in het vroege heelal hebben waargenomen.
Sterrenstelsels, zoals de Melkweg, worden door de onderlinge zwaartekracht bijeengehouden in clusters, en die vormen samen weer superclusters. Met een diameter van 1 miljard lichtjaar is de BOSS Great Wall het grootste object dat ooit is waargenomen.