De term 'eigen kracht' wordt veelvuldig en in allerlei situaties ge- bruikt zonder eenduidige definitie. Maar wanneer de term 'eigen kracht' in alle eenvoud wordt bezien komt het neer op 'eigen kun- nen': dat wat iemand zelf kan. Dit kan wijzen op iemand alleen, maar ook op een persoon in relatie tot zijn omgeving.
Eigen Kracht verwijst dan naar het vermogen van mensen om zelf, samen, oplossingen te bedenken voor hun eigen problemen en deze deels ook zelf uit te voeren.
Eigen kracht betekent: je eigen leven kunnen vormgeven en problemen zelf kunnen oplossen. In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) staat dat burgers een eigen verantwoordelijkheid hebben voor hoe ze hun leven inrichten.
Mensen kunnen hun kracht gebruiken om individuele of maatschappelijke doelen te realiseren. Eigen kracht heeft daarmee een instrumenteel karakter: het stelt in staat tot.
Voorbeelden van beschermende factoren die bijdragen aan versterking van de eigen kracht van jeugdigen zijn: • sociale binding van de jeugdige; • kansen voor betrokkenheid (en participatie) binnen het gezin, in de wijk en op school; • steun van belangrijke volwassenen in de omgeving; • beschikking hebben/krijgen over ...
✓ Een beroep doen op eigen kracht is niet 'regel het zelf maar', maar samen met de cliënt in kaart brengen wat zijn moge- lijkheden en die van zijn netwerk zijn. Daarna volgt pas het gesprek hoe hij deze mogelijkheden kan benutten. ✓ Geef de cliënt zeggenschap, maak hem mondig.
Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij. Centraal staat: wat wil ik? Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.
Creëer ruimte in je bedrijf om je medewerkers in staat te stellen om eigen regie te nemen. Kort gezegd: zorg dat het mogelijk is. Denk niet alleen aan het beschikbaar stellen van tijd, middelen en geld. Organiseer het werk ook zo dat mensen daadwerkelijk eigen keuzes kunnen maken en ruimte hebben om te leren.
Het concept eigen regie is belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat ervaren eigen regie ouderen beter in staat stelt om met tegenslagen om te gaan, en het vermindert stress en bevordert het welbevinden*. Het zelf kunnen voeren van de regie is cruciaal voor de duurzame vergroting van kwaliteit van leven van mensen.
'Zelfregie en zelfredzaamheid zijn twee verschillende begrippen', legt ze uit. 'Zelfregie gaat over zelf beslissen over je eigen leven. Zelfredzaamheid gaat over zelf doen. Mijn onderzoek laat zien dat sommige cliënten tijdelijk of langer ondersteuning nodig hebben om de regie over hun leven weer te kunnen krijgen.
Het richt zich erop om medewerkers zo optimaal mogelijk te laten functioneren door zelfstandigheid. Iemand die 'empowered' is, heeft meer zelfvertrouwen en is tot meer in staat. Hij of zij voelt zich sterk genoeg om aan het eigen leven inhoud te geven en dat leidt dan weer tot een beter zelfbeeld.
Sociaal leven: meer contacten krijgen, iets zinvols doen. Psychisch functioneren: meer zelfvertrouwen en/of meer structuur krijgen. Alledaagse vaardigheden (ADL): weer zelfstandig dingen kunnen doen, zoals in het huishouden, met het eten, zelf wassen, aankleden, uitkleden, kousen aantrekken, douchen, boodschappen doen.
Bij zelfmanagement is het belangrijker om een stem te hebben over hoe de ondersteuning eruit ziet dan om alles zelf te doen. Een belangrijk verschil tussen zelfredzaamheid en zelfmanagement is dus de nadruk op eigen regie: zelf (mee) kunnen bepalen hoe de noodzakelijke zorg en ondersteuning eruit ziet.
Eigen regie en autonomie zijn verwant. Beiden verwijzen naar het vermogen om zelf sturing te geven aan het leven. De aandacht voor eigen regie past binnen onze tijd: er is veel aandacht voor vrijheid van keuzes en een eigen leefstijl.
De regie zo veel mogelijk bij de cliënt laten: informeren en op verzoek adviseren. De professionele deskundigheid inzetten wanneer de cliënt erom vraagt. Zelfhulp en lotgenotencontact: mensen met dezelfde soort problemen hebben veel baat bij elkaar.
Het 5A model is ontworpen om zorgverleners te helpen om structuur te geven aan zelfmanagementondersteuning (CBO, 2014). In het 5A model gaat het over: Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren (zie figuur 1). (levering van) zorg zijn vastgelegd.
Kwaliteit van leven is een subjectief begrip. Het zegt iets over hoe een persoon zijn of haar lichamelijke, psychische en sociale functioneren ervaart. Het kan daarnaast ook objectieve aspecten betreffen, bijvoorbeeld als het gaat om beperkingen als gevolg van ziekte.
Zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg. Door behoud en/of versterking van zelfredzaamheid kan zorg of intensivering van zorg worden voorkomen of uitgesteld.
Het is een begrip dat veel gebruikt wordt in de zorg, maar minstens zo vaak niet wordt begrepen. Een ander woord daarvoor is zelfmanagement. Zelfondersteuning, zelfzorg of zelfredzaamheid zijn weer andere begrippen met een andere betekenis. Met eigen regie wil je over je eigen leven kunnen beslissen.
Een onafhankelijke Eigen Kracht-coördinator organiseert de conferentie. Deze coördinator heeft geen belang bij de uitkomst van de conferentie en de inhoud van het plan. Hij of zij informeert alle betrokkenen over doel, werkwijze, mogelijkheden en ieders verantwoordelijkheden en zorgt dat iedereen veilig kan deelnemen.
Doelen kunnen eigenlijk overal over gaan: lichamelijk, geestelijk, leefstijl, dagelijks leven, sociale leven, omgaan met de ziekte en omgaan met de omgeving (zowel de fysieke omgeving als de sociale omgeving). In feite gaat het om de open vraag: wat is nu je situatie en wat zou je willen bereiken?