Oorzaken. Osteoporose heeft doorgaans geen aanwijsbare oorzaak (primaire osteoporose). Soms is die er wel, zoals een ziekte, bijvoorbeeld bepaalde darm en schildklier/bijschildklier aandoeningen.
Er zijn een aantal risicofactoren die het krijgen van osteoporose of osteoporotische botbreuk vergroten: Leeftijd: hoe ouder, hoe groter het risico op osteoporose. Geslacht: ongeveer twee keer zoveel vrouwen als mannen krijgen osteoporose. Een te snel werkende (bij)schildklier.
Secundaire osteoporose is een gevolg van andere, buiten het bot gelegen oorzaken. Het gaat hier onder meer om aandoeningen van organen die betrokken zijn bij de regulatie van de botstofwisseling, zoals de schildklier en de bijschildklieren, de nieren, de maag en de darmen.
In de nieuwsbrief van het tijdschrift Margriet wordt uitgelegd wat het verschil is tussen primaire en secundaire osteoporose. Bij primaire osteoporose is het een gevolg van het ouder worden of de overgang. Dit is de vorm waar ongeveer 95 procent van de patiënten aan lijdt.
Vooral vrouwen worden geconfronteerd met osteoporose. Dit heeft te maken met de overgang. Tijdens en na de menopauze wordt veel minder oestrogeen aangemaakt. Het is juist dit hormoon dat de botafbraak remt.
Bisfosfonaten zijn medicijnen die zich binden aan het calcium in het bot en hierdoor de afbraak van het bot remmen. Doordat de botten worden versterkt zal de kans op botbreuken afnemen. Voorbeelden zijn alendroninezuur, clodroninezuur, ibandroninezuur, pamidroninezuur, risedroninezuur en zoledroninezuur.
Osteoporose (botontkalking) is een vorm van reuma waarbij uw botten brozer worden waardoor ze makkelijker breken. De Sint Maartenskliniek heeft veel expertise in de behandeling van reumatische aandoeningen zoals osteoporose en baseert zich hierbij op recent wetenschappelijk onderzoek.
Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Bij osteoporose worden je botten minder stevig en minder sterk, doordat de botdichtheid afneemt. De structuur van je bot verandert en gaat er vanbinnen meer als een spons uitzien.
Voedings middelen of gewoonten die een negatieve invloed hebben op botontkalking. Teveel (dierlijke) eiwitten. Des te meer dierlijke eiwitten, des te hoger de uitscheiding van calcium. Iemand die veel dierlijke eiwitten eet heeft dus een veel hogere calciumbehoefte.
Als fruitfanaat kan u kiezen voor een abrikoos (90mg calcium per 100g) of een appel (50mg per 100g). Dadels bevatten ook veel calcium (70mg per 100g), kiwi (38mg per 100g), pruimen (45mg per 100g).
Osteoporose is niet te genezen, omdat het lichaam geen nieuw bot meer aanmaakt na het 30ste à 35ste levensjaar. Maar het afbraakproces van het bot is wel te vertragen, met medicijnen. Zo kun je dus voorkomen dat het snel erger wordt. Extra calcium en vitamine D nemen en meer bewegen helpen ook.
Bij botontkalking heb je meer kans op botbreuken. Het risico op osteoporose en botbreuken neemt toe bij: een leeftijd van 50 jaar of ouder.
Osteonecrose ontstaat doordat er (tijdelijk) weinig of geen bloed kan gaan naar het bot van de kaak. Het bot van de kaak sterft dan af. Dit kan zorgen voor het verlies van tanden en het verlies van botweefsel in de kaak.
Bij osteoporose worden uw botten zwak waardoor deze sneller kunnen breken. Ook in uw rug kunnen uw botten zwakker worden waardoor een rugwervelbreuk ontstaat, dit noemen we ook wel een wervelinzakking. Het inzakken van rugwervels kan heel langzaam gaan, waardoor u nauwelijks last heeft van rugpijn.
Eén kopje koffie veroorzaakt een verlies van 5 mg calcium. Dat betekent niet dat men geen koffie meer mag gebruiken, maar bij dreigende osteoporose is het beter om niet meer dan acht koppen per dag te drinken.
Pijnklachten komen minder vaak voor bij osteoporose. Echter ingezakte rugwervels kunnen weldegelijk pijnklachten of uitvalsverschijnselen geven. Het verschil is dus dat bij artrose de laag kraakbeen af neemt tussen de gewrichten en dat bij osteoporose de botdichtheid afneemt in het bot zelf.
Soms ontstaat de pijn acuut, bijvoorbeeld in de rug doordat een wervel inzakt. Inzakken klinkt niet zo dramatisch maar is toch ook een breuk! De pijn is dan heftig, neemt langzaam af en kan na een aantal weken ( 6-8) helemaal weg zijn. Maar kunt ook pijnklachten houden: de pijn kan chronisch worden.
Sporten waarbij je je eigen gewicht draagt en die dus je botten belasten, zijn zeer goed voor mensen met osteoporose; denk hierbij aan wandelen, fietsen, tennissen of tuinieren. Ook het trainen van conditie en spierkracht is bevorderlijk voor de lenigheid en de behendigheid.
Voor calcium volstaat het om 500 mg tot 1g per dag in te nemen. Hogere dosissen kunnen obstipatie veroorzaken. Aangezien de afbraak van het bot 's nachts het grootst is, kun je dit het beste 's avonds innemen.
Teriparatide is een geheel ander middel, dat de botaanmaak stimuleert. Dit middel wordt twee jaar lang dagelijks onder de huid geïnjecteerd. Meestal gebruikt u de medicijnen vijf jaar. Vaak wordt daarna een aantal jaren gestopt, maar soms acht uw arts het beter om door te gaan – dat verschilt van patiënt tot patiënt.
De duur van het herstel is afhankelijk van je leeftijd en hoe laag het vitamine D gehalte in het bloed is. Bij het innemen van suppletie, zal de arts de dosis vitamine D na zes tot acht weken behandeling verlagen. Naar schatting zal het dan 3 tot 4 maanden duren om weer op het goede niveau te komen.
Geneesmiddelen die het valrisico vergroten zijn psychofarmaca, middelen met een sterk anticholinergisch effect en middelen die orthostatische hypotensie geven; deze waar mogelijk vermijden.