Medisch gezien betekent doorslapen dat je baby van 4 à 5 maanden oud zo'n vijf tot zes uur achter elkaar slaapt. Dit is vaak van 0.00 uur tot 5.00 uur aan een stuk. Bij de meeste baby's van deze leeftijd is dit het geval.
Na ongeveer 4 maanden is het slaapritme van je baby al een stuk voorspelbaarder. Baby's van deze leeftijd slapen in totaal nog zo'n 15 uur en zijn overdag tussen de slaapjes door, circa anderhalf uur wakker. Een baby van 6 maanden oud slaapt nog zo'n veertien uur per dag, inclusief een ochtend- en middagdutje.
Baby's kunnen 6 uur aan een stuk slapen zonder voeding wanneer ze 6 maanden of ouder zijn. Baby's die jonger zijn dan dat dan wordt de duur dat een baby mag slapen zonder voeding ook korter. Baby's van 0-4 weken oud kunnen bijvoorbeeld maximaal 4 uur aaneengesloten slapen zonder voeding.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.
Dit gebeurt vaak weer als je baby ongeveer 6 maanden oud is. De meeste baby's slapen dan acht uur per nacht achter elkaar, bijvoorbeeld van 23.00 uur tot 7.00 uur. Over het algemeen zijn nachtvoedingen dan niet meer nodig. Vanaf ongeveer 9 maanden kan je baby van 19.00 uur tot 7.00 uur doorslapen.
De 4 maanden slaapregressie is de eerste slaapregressie van je baby waar je mee te maken kan krijgen. Het goede nieuws is dat deze 4 maanden sprong tijdelijk is en na een tijdje vanzelf overgaat. Dat neemt niet weg dat deze eerste sprong de slaap van je baby goed kan ontregelen, met alle gevolgen die daarbij horen.
De hoeveelheid melk die je produceert, past zich vanzelf aan. Is jouw baby 4-6 maanden oud? Dan drinkt hij ongeveer 4 tot 5 voedingen per dag van 160 tot 200 ml per voeding. Geef niet meer dan 1000 ml per dag.
200 ml borst- of flesvoeding*. Voeg er ook eens 2 - 3 eetlepels (10 gram) Olvarit rijstebloem aan toe. Het advies is om maximaal 2 papflessen per dag te geven (dus 20 gram).
Let op: na 6 maanden kan je baby wakker maken voor deze voeding juist een averechts effect hebben. Wanneer je baby dan goed (door)slaapt is ons advies om tussen de 4 en 6 maanden de nachtvoeding van 22:30 geleidelijk af te bouwen.
Tussen de 3 en 6 maanden ontwikkelen baby's hun eigen slaapritme en ze gaan dieper slapen. Hierdoor worden ze minder snel wakker en kunnen ze ineens doorslapen, ook 's nachts. Vanaf deze leeftijd kan het zijn dat je baby 'te veel slaapt' of beter gezegd: meer slaapt dan gemiddeld.
Uw baby mag zo lang en zo vaak drinken als hij of zij zelf wil. Als u de eerste dagen zo'n acht tot twaalf voedingen per dag geeft en uw baby goed drinkt, heeft uw baby waarschijnlijk genoeg.
Baby's jonger dan 3 maanden zijn het meest gevoelig voor snelle uitdroging. Kinderen jonger dan 2 jaar kunnen binnen 1 dag (24 uur) uitdrogen. Oudere kinderen kunnen binnen 2 tot 3 dagen uitdrogen.
Kenmerken. De belangrijkste kenmerken van de 4 maanden slaapregressie zijn het vaker wakker worden tijdens de nacht en plots kortere dutjes, vaak van max 45 minuten. Rond deze leeftijd verandert de manier van slapen van een newbornslaap naar een slaapcyclus zoals wij die kennen.
6-12 weken een tot maximaal anderhalf uur. 3-5 maanden anderhalf tot twee uur. Hoe ouder het kind wordt, hoe langer de wakker tijd.
Laat je baby in eigen bedje slapen:
Vooral overdag hebben ouders dan de neiging maar wat toegeeflijk te zijn en het kindje in de box of op schoot te laten slapen. Het gevaar daarvan is dat de baby helemaal niet meer in zijn eigen bedje wil slapen en bovendien ook overprikkeld raakt.
Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Indien je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes geprakte groente of fruit. Voorbeeld flesvoeding: weegt je baby 7 kg? Dan heeft hij ongeveer 7 x 150 ml = 1050 ml flesvoeding per dag nodig.
Geschikt fruit om mee te beginnen voor je baby is banaan, perzik, peer en meloen. Groente met een zachte smaak die geschikt zijn om mee te beginnen zijn bijvoorbeeld bloemkool, doperwtjes, boontjes, broccoli, worteltjes of pompoen.
Als je kleintje toe is aan de eerst hapjes, de oefenhapjes start je met 1 of 2 keer per dag een paar lepeltjes. Dit kunnen er 2, 3, 4 of 5 zijn. Kijk naar je kleintje, hoe reageert zij/hij. Niet te veel ineens, de darmen moeten wennen aan vaste voeding.
Nog niet zo lang geleden was je misschien aan het prutsen met aanleggen, nu kan je baby al echt leren eten. Tussen de 4 en 6 maanden mag je starten met oefenhapjes. De hapjes komen erbij, nog niet in plaats van melk. Je baby haalt voorlopig zijn voedingsstoffen nog met name uit de melk namelijk.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Groeispurt bij je baby (0-3 jaar) Broeken worden te kort, shirts zitten te strak en in een mum van tijd lijken ze centimeters te zijn gegroeid. In de eerste twee levensjaren krijgt een kind zijn eerste groeispurt. Voor je het weet is hij een stuk ouder, zelfstandiger en groter.
Sprong 4 – vanaf 14 weken: De wereld van gebeurtenissen
De volgende wereld is die van de 'gebeurtenissen'. Tot je baby dit sprongetje maakte kon hij maar één vloeiende overgang waarnemen. Nu kan hij een korte serie van 'vloeiende overgangen' zien, horen, ruiken, proeven en zelf maken.
Kinderen hebben meer REM-slaap dan volwassenen, omdat ze meer nieuwe indrukken opdoen en dus meer te verwerken hebben. Zo kan een baby 's nachts wel 5 maal naar dromenland vertrekken. Wel zullen baby's niet in de vorm van verhalen dromen, ze dromen eerder over basisbehoeften: voeding, geknuffeld worden, warmte, …