concha = Een concha is een halfronde koepel. De concha komt bijvoorbeeld voor bovenin een koornis of een apsis (zie apsiskalot). De term concha is Spaans voor o.m. schelp (de halfronde koepel lijkt op de binnenzijde van een schelp).
De menselijke neus bevat drie van zulke botplaten, te weten (van boven naar beneden): bovenste neusschelp (concha nasalis superior) middelste neusschelp (concha nasalis media) onderste neusschelp (concha nasalis inferior)
Conchaplastiek is een operatie waarbij de neusschelpen worden verkleind. Het voordeel van deze operatie is dat uw neus niet meer zo vaak verstopt zit en ook andere functies van de neus, zoals onder andere ademen en ruiken, kunnen verbeteren.
Wat is de functie van de neusschelpen
De neusschelpen verwarmen, bevochtigen en reinigen de ingeademde lucht. Op deze manier wordt een groot gedeelte van de deeltjes die onze lucht verontreinigen door de neusschelpen weg gefilterd en onschadelijk gemaakt.
De onderste neusschelp (concha nasalis inferior) is een gepaard bot en een van de drie neusschelpen in de neus. Ze zitten horizontaal vast aan de laterale wand (zie Afb. 1) en zijn gevormd uit een lamina van spongieus bot.
Bij chronisch gezwollen neusschelpen zal de KNO-arts u eerst medicijnen voorschrijven om te proberen om de zwelling te verminderen zodat u weer beter door uw neus kunt ademen. Als de medicijnen niet of onvoldoende werken en u heeft veel last van neusverstopping, dan kan een operatie van onderste neusschelpen helpen.
Een scheef neustussenschot kan het gevolg zijn van beschadigingen in de groeicentra die nog actief zijn voor de puberteit (bijvoorbeeld door een ongeval), waardoor het volwassen septum scheef is uitgegroeid. Een scheefstand kan ook aangeboren zijn (bijvoorbeeld bij schisis).
Symptomen neuspoliepen
De belangrijkste klachten zijn neusverstopping, regelmatig optredend verkouden gevoel en een verminderde reuk en smaak. In liggende houding verergeren meestal de klachten van neusverstopping. Soms zijn er klachten van hoofdpijn met een vol gevoel in het hoofd.
Soms kunnen de neusschelpen opnieuw aangroeien of littekenweefsel vormen en komen de bijholteontstekingen terug. Voor veel patiënten duren de resultaten van een turbinoplastie echter aanzienlijk langer in vergelijking met andere soortgelijke chirurgische methoden.
Neusspray met een ontstekingsremmer: bijvoorbeeld fluticason, budesonide, mometason. Ontstekingsremmers verminderen de overgevoeligheid van het slijmvlies, de zwelling van het slijmvlies en de vorming van slijm. Het medicijn werkt pas na een paar dagen. Gebruik de neusspray minstens 4 weken lang elke dag.
Soms blijven de onderste neusschelpen chronisch gezwollen. Wanneer medicijnen niet of onvoldoende werken en u veel last ervaart, kan het zinvol zijn om iets aan de onderste neusschelpen te doen. Dit kan door een operatie waarbij de neusschelpen worden verkleind.
Conchacaustiek is het met warmtenaaldjes verkleinen van het slijmvlies van de onderste neusschelpen. Deze neusschelpen zijn soms te groot en worden daardoor kleiner. Na de ingreep is uw neus weer goed open en kunt u weer beter door uw neus ademen.
Meestal kunt u 2 dagen na de ingreep uw normale werkzaamheden weer hervatten. Het is raadzaam uw neus te spoelen met zout water. Hiermee mag u de dag na de behandeling beginnen. U blijft spoelen tot uw volgende afspraak op de polikliniek.
een leeg of open gevoel in de neus, korstvorming en droogte in de neus en/of. het gevoel van een verstoorde luchtstroom in de neusholte.
Het neustussenschot verdeelt de neus in twee helften. Als dit schot scheef staat, kan dit leiden tot allerlei klachten, zoals een chronisch verstopte neus, moeite met ademhalen of snurken.
Langdurig gebruik van xylometazoline kan het neusslijmvlies flink beschadigen omdat de trilhaartjes veranderen en daardoor niet meer goed kunnen werken. In veel gevallen herstelt dit nadat het gebruik van xylometazoline gestopt is. Dit kan echter maanden duren.
Bij iedere operatie, ook een neusoperatie, is er sprake van enig risico. Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of een onverwachte bloeding. Dergelijke complicaties zijn echter goed behandelbaar. In de praktijk zijn complicaties bij een neusoperatie zeldzaam.
Bij een scheef neustussenschot ontstaan de volgende klachten: Neusverstopping. Hoofdpijn. Als de verbinding tussen de neusbijholten en de neus is belemmerd, ontstaat onderdruk in de neusbijholten.
de eerste twee weken mag u douchen, maar niet te lang en niet te warm en het neusverband moet droog blijven; de eerste twee weken moet u druk op uw neus vermijden. Dus niet voorover bukken, persen of snuiten; als u zich goed voelt, kunt u na twee weken uw werk hervatten.
Al tijdens een kijkonderzoek blijkt dat er poliepen in de dikke darm zitten dan worden deze direct verwijderd door middel van een poliepectomie. Bij een poliepectomie wordt door de endoscoop een instrument geschoven. Met dit instrument kan de arts de poliep verwijderen. Het verwijderen van een poliep is pijnloos.
Wanneer je neuspoliepen hebt, verergeren de symptomen als je ligt. In principe zijn poliepen in de neus onschadelijk. Neuspoliepen kunnen door hun grootte of aantal op een gegeven moment symptomen en klachten geven. Ze kunnen de neus verstoppen, waardoor ademhaling, reuk en smaak verstoord raken.
U kunt zelf niet heel veel doen tegen neuspoliepen. Er zijn enkele maatregelen die de klachten kunnen verminderen: Stomen kan de klachten verminderen. U kunt zout water in de neus sprayen of druppelen.
Het tussenschot van je neus bestaat uit kraakbeen en is bedekt met slijmvliezen. Er zijn verschillende oorzaken waardoor het tussenschot van je neus weg kan raken: Chronische ontsteking door het snuiven van drugs als cocaïne en amfetamines. Overmatig gebruik van neussprays met bijvoorbeeld xylometazoline.
Tijdens de behandeling
De buitenkant van de neus kan verdoofd worden met een paar prikjes (tandartsenspuit). Wanneer de neus goed verdoofd is, hoeft de behandeling niet erg pijnlijk te zijn. Wanneer de verdoving is ingewerkt, ongeveer na een kwartier, zal de KNO-arts de neus recht zetten.
Het herstelde neustussenschot wordt na de operatie op de plek gehouden met tampons in de neusgaten. Zo kunnen slijmvlies, kraakbeen en bot weer aan elkaar groeien. Soms worden op en naast uw neus een aantal pleisters geplakt die uw neus ondersteunen. Meestal worden de tampons 1-2 dagen na de operatie verwijderd.