ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Achterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overgrootouders, maar niet dezelfde grootouders. Achterachterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overovergrootouders. Achteroom/-tante: hij of zij is een neef/nicht van je vader of moeder. Oudoom/-tante: hij of zij is een broer of zus van je grootouders.
De broer van je vader is je oom , dus de broer van je grootvader is je oudoom.
Oudoom of oudtante: de broer of zus van je opa of oma. Oftewel de oom of tante van je vader of moeder. Overoudoom of overoudtante: de broer of zus van je overgrootvader of overgrootmoeder. Oftewel de oom of tante van je opa of oma.
Nonkel heeft de betekenis 'broer of schoonbroer van iemands vader of moeder'. Standaardtaal in het hele taalgebied is in elk geval oom.
Oom . De broer van je moeder of vader is je oom. Je mag hem oncle, tío, Mama, Chacha, Kaka, Tau, etc. noemen in je moedertaal.
Het woord overgrootoma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Een oudoom/oudoom/oudoom is de broer van iemands grootouder.
Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers.
Velen noemen hun groottante of grootoom hun "groottante" of "grootoom". Het woord verschilt per familie en regio.
(De vrouwelijke partner van mijn broer/zus is mijn schoonzus.) Het kan de zus zijn van iemands partner. (De zus van mijn partner is mijn schoonzus.) Het kan de vrouwelijke partner zijn van de broer of zus van iemands partner.
ACHTERNIEF/NEEF: De kinderen van je broers en zussen zijn je neven en nichten . De kinderen van je neven en nichten (de kleinkinderen van je broers en zussen) zijn je achterneven en nichten, en hun kinderen zijn je achterachternichtjes en -nichten.
oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
Dat kind zou dan ook je neef of nicht zijn. Het kind van je eerste neef of nicht is je "achterneef" of "achternicht". En dan zouden jouw kind en het kind van je neef/nicht tweede neven/nichten zijn.
zelfst. naamw. (m.) [familie] een vader van een grootouder.
ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Je moeder is 1e graads (in rechte lijn). Je opa is 2e graads (in rechte lijn). Je zus is 2e graads (in zijlijn): moeder (1) – zus (2). Je tante is 3e graads (in zijlijn): moeder (1) – oma (2) – tante (3).
Stiefkinderen erven wettelijk niets van hun stiefouder. Toch kan u als stiefouder, binnen de grenzen van het beschikbaar deel, uw stiefkinderen goederen toekennen via een schenking en/of een testament.
Een oudoom is de broer of zwager van een van je grootouders. Op dezelfde manier is een oudtante de zus of schoonzus van een van je grootouders.
Wanneer een broer of zus van een grootvader/grootmoeder (grootoom respectievelijk groottante, ook wel oudoom respectievelijk oudtante) een kind heeft, is dit een oudneef/oudnicht.
De termen "Uncle Dad" en "Disneyland Daddy" zijn van toepassing op de gescheiden, niet-verzorgende vader die geen van de verantwoordelijkheden en regels van het ouderschap op zich neemt, maar wel alle lol . De gescheiden moeder, die vaak de fysieke voogdij over de kinderen heeft, blijft een moeder, die avondklokken, bedtijden en sperziebonen uitvaardigt.
In Nederland wordt sinds 4 juni 2004 nationale Opa- en Omadag gevierd, deze feestdag is in Nederland nog niet heel bekend. Vandaag worden grootouders en overgrootouders in het zonnetje gezet. Er is Moederdag, Vaderdag of de Dag van de Ouders, nu hebben Opa's en Oma's ook hun eigen dag op 4 juni.
Papi: Veel voorkomend in Latijns-Amerikaanse culturen, het is een term van genegenheid en vertrouwdheid . Baba: Een naam die in verschillende culturen wordt gebruikt, wat vader of grootvader betekent.