Een blokmarkering wordt gebruikt bij in- en uitvoegstroken, bushalte en om oversteekplaatsen aan te duiden. Als de blokmarkering in de lengterichting van de weg geplaatst wordt dan scheidt deze de in- of uitvoegstrook van de doorgaande rijbaan.
Een blokmarkering is een markering op de weg die eruit ziet als een serie korte, witte blokken. Een blokmarkering vind je bij in- en uitvoegstroken. Een blokmarkering wordt gebruikt om de in- of uitvoegstrook van de doorgaande rijbaan te scheiden.
Hoewel de zijweg van andere verharding is, is deze weg toch gelijkwaardig aan de geasfalteerde weg. De witte blokmarkering benadrukt dit. Verkeer van rechts heeft in deze situatie voorrang.
„Ziet u witte blokmarkeringen op de weg? Dan geldt dus dat bestuurders van rechts voorrang hebben.
Op plaatsen waar fietsers de rijbaan mogen oversteken staan vaak witte vierkante blokken op het wegdek geschilderd. De fietsers rijden dan tussen twee rijen blokken door naar de overkant. De blokken geven slechts de oversteekplaats aan; ze geven geen recht op voorrang aan.
Autoredacteur Niek Schenk antwoordt: 'Tijdens het rijden op de invoeg- of uitrijstrook van een afrit is rechts inhalen niet verboden zolang er een zogenoemde blokmarkering op het wegdek te zien is. Deze regel is in de wet vastgelegd (Artikel 11 lid 4 van het RVV) om de doorstroming van het verkeer te bevorderen.
⇨ Een gele doorgetrokken streep betekent dat je niet mag parkeren én niet mag stilstaan. ⇨ Een gele onderbroken streep betekent dat je even mag stilstaan, maar niet mag parkeren. ⇨ De blauwe streep betekent dat je mag parkeren, maar alleen als je een parkeerkaart gebruikt.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Toch lukt het soms niet om tijdig in te voegen. In zo'n situatie raadt Maaskant aan vooral niet stil te gaan staan. "Kan je niet invoegen, stop dan nooit op de invoegstrook, maar rij door over de vluchtstrook. Besef daarbij wel dat je waarschijnlijk een inschattingsfout hebt gemaakt bij het zoeken naar vrije ruimte."
Beide bestuurders verrichten tijdens het ritsen een bijzondere manoeuvre en zijn verplicht voorrang te verlenen. Dit betekent dat partijen bij een aanrijding meestal de schuld en de schade delen.
Blokmarkering, of de blokstreep, is een vorm van markering en wordt gebruikt in twee situaties: Als dwarsmarkering ter aanduiding van een fietsoversteekplaats; Als lengtemarkering als vorm van deelstreep om een uitrijstrook, invoegstrook, voorsorteerstrook of weefvak mee aan te duiden.
De gele belijning geeft de tijdelijke wegmarkering aan tijdens werkzaamheden en is leidend. Gele markering gaat vaak gepaard met een lagere maximum snelheid. Wegwerkzaamheden kunnen vlak langs de weg plaatsvinden. Let op grote voertuigen die de weg op kunnen rijden.
Als u uw auto parkeert bij een blauwe lijn bent u in een blauwe zone.Hier mag alleen geparkeerd worden als u een parkeerschijf gebruikt. In dergelijke zones geldt altijd dat u er maar een beperkte tijd mag parkeren. Leg uw parkeerschijf duidelijk achter de voorruit.
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur;geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Wegmarkeringen zijn alle aanduidingen op het wegdek die zijn aangebracht door middel van wegenverf of andere materialen. De wegmarkering zorgt voor het verhogen van de zichtbaarheid op de baan. In vaktermen gebruikt men voor wegmarkeringen ook wel eens 'horizontale signalisatie'.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Wisselen van rijbaan is een bijzondere manoeuvre. Bij een bijzondere manoeuvre moet een bestuurder al het andere verkeer voorrang verlenen. Dit staat in artikel 54 RVV. Ook bij invoegen en uitvoegen is voorrang verlenen daarom verplicht.
Invoegen is een bijzondere verrichting waarbij voorrang wordt verleend aan de bestuurders op de doorgaande rijbaan. Hierbij vinden we het als invoegende bestuurder heel normaal dat de auto's op de doorgaande baan even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken. Maar dit is een gunst, geen verplichting.
Een invoegstrook is er om je snelheid aan te passen aan het overige verkeer wat er op dat moment op de autosnelweg rijdt meestal is dat tussen de 120 en 130 km p/u. Indien er een vrachtauto voor je op de snelweg rijdt dan wordt de snelheid dus 80 a 90 km p/u om in te voegen.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Voorrangsvoertuigen (blauw zwaailicht, sirene) hebben altijd voorrang. Bestuurders van rechts moet je voorrang verlenen, tenzij dit door voorrangsborden anders is geregeld. Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor t.o.v. afslaand verkeer. Bij 'bijzondere manoeuvres' gaat al het andere verkeer voor, dus ook voetgangers.
Haaientanden zie je op het wegdek. Het zijn vaak witgeschilderde driehoeken. De betekenis van de haaientanden is: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Het gaat om de bestuurders, dus de voetgangers doen niet mee.
Een autoweg is een weg gelegen buiten de bebouwde kom en uitsluitend bestemd voor gemotoriseerd verkeer dat harder kan en mag rijden dan 50 km/h. Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h.
Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster. Dit tijdvenster geeft aan welke snelheid binnen welke uren geldt.