Staccato is een speelwijze waarbij opeenvolgende noten duidelijker van elkaar gescheiden worden, door de noten iets korter te maken. Het is het tegenovergestelde van legato.
Staccato is een belangrijke speeltechniek om tonen kort te laten klinken. Door de toets aan te slaan en direct los te laten onstaat een hele korte toon. In de partituren wordt dit aangegeven door een punt boven of onder de kop van de noot te plaatsen.
De Italiaanse term legato is afkomstig van het het Latijnse woord 'ligare' dat 'verbinden' of 'vastbinden' betekent. Door het verbinden van de noten klinken er geen stiltes tijdens een serie noten of frase. In een partituur wordt de legato-speelstijl aangegeven met bogen onder of boven een groep noten.
Accelerando (afkorting: "accel.") is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat er versneld moet worden.
Ritenuto is letterlijk vertaald: 'teruggehouden'. Doorgaans gaat een ritenuto wel met een lichte vertraging gepaard. In de notatie kunnen zowel "ritenuto" (of "rit.") als "ritardando" (of "ritard.") gevolgd worden door een horizontale stippellijn.
Largo, Allegro, Presto
Largo, Allegro en Presto zijn alledrie woorden die de snelheid van een muziekstuk op een bepaald moment aangeven. Largo betekent 'zeer langzaam', Allegro betekent 'snel' en Presto betekent 'zeer snel'.
Portato (van het Latijnse 'portare' = dragen) is een articulatiewijze in de uitvoering van muziek, genoteerd door een boog over de betrokken noten en een staccatoteken op elk van de noten. Portato is een vorm van non-legato, waarbij de tonen net iets korter worden gespeeld dan hun genoteerde nootlengte doet vermoeden.
A, B, C, D, E, F en G.
Nou, als je leert op een piano met 88 toetsen, dan is de eerste noot een A, de volgende een B en ga zo maar door. Onthoud dat wanneer je G hebt bereikt, het muzikale alfabet weer vanaf het beginpunt begint.
Legato is een speelwijze waarbij de muzieknoten zo worden gespeeld of gezongen dat ze in elkaar overlopen, of naadloos aaneengelast klinken. De Italiaanse muziekterm betekent gebonden (Latijn: ligare = 'vastbinden, verbinden, verenigen, aaneensmeden').
Puntering (van puntéren) is een muziekterm die de verlenging van een nootwaarde aangeeft door middel van een puntje achter een noot. Puntering kan ook voorkomen bij rusten. Gepunteerde rusten worden op dezelfde wijze verlengd als noten.
Een motief is een klein stukje muziek van een paar tonen. Als het motief een klein melodietje is, noem je het een melodisch motief. Als het motief een ritme is, noem je het een ritmisch motief.
Staccato is een manier van spelen waarbij je de noot kort, los en puntig speelt. Wanneer je op een keyboard of piano staccato moet spelen, kan je net doen alsof de toetsen loeiheet zijn.
Een halve noot duurt in een 4/4 maat 2 tellen (volgens het onderste cijfer). Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij. De helft van 2 is 1, dus duurt hij in totaal 3 tellen.
De lengte van een geografisch nummer bedraagt in Nederland tien cijfers (hierbij is de +31 weggelaten, maar niet de eerste 0). In België zijn dit negen cijfers. De lengte van een niet-geografisch nummer kan variëren.
Een achtste noot is de helft van een kwart noot. Er passen dus 2 achtste noten in een kwart noot, 4 achtste noten in een halve noot en 8 achtste noten in een hele noot. De nootduur van een achtste noot is een halve tel.
Noten leren lezen kan je vergelijken met het leren van een nieuwe taal. Sommige mensen leren het snel, anderen hebben er iets meer moeite mee. Het notenschrift is een vrij eenvoudig en logisch systeem. Iedereen kan dit leren begrijpen.
Een beginner kan hetzelfde in zes maanden doen. In deze vier of zes maanden ontdekt de beginnend muzikant alleen de basis van het instrument.
Muzieknoten buiten de notenbalk
Op die manier is het moeilijk om nog te kunnen zien welke noot er nu net bedoeld wordt. Daarom worden er gewoon extra horizontale lijntjes boven of onder de notenbalk getekend. Deze lijntjes worden ook wel hulplijntjes genoemd. Ze maken de notenbalk even iets groter.
Lento is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam tempo gespeeld moet worden. Letterlijk betekent het "slepend". Het behoort tot de zeer langzame tempi, zoals ook largo en grave.
Presto is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo gespeeld moet worden. Presto betekent "snel". Vaak wordt deze benaming gebruikt voor het laatste deel van een meerdelig stuk in de Westerse klassieke muziektraditie, dat dikwijls een snel karakter heeft.
Adagio is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam comfortabel tempo gespeeld moet worden. Het woord adagio betekent letterlijk 'gemakkelijk' (ad agio).
De C-sleutel is een teken aan het begin van de notenbalk dat de toonhoogte van de genoteerde noten bepaalt. De noot op de lijn die door het midden van de sleutel loopt is de toon c.
De halve rust heeft, net als de halve noot, een duur van 2 tellen.
DE TWAALF ACHTSTEN MAAT
Deze twaalf achtsten maat is samengesteld en bestaat uit 4 groepjes van 3. Je zou dit ritme ook kunnen noteren in een 4/4-maat met triolen.