Neerslag is een verzameling waterdeeltjes die uit een wolk of een groep van wolken valt en het aardoppervlak bereikt. De waterdeeltjes kunnen zowel vast als vloeibaar zijn en kristalvormig of amorf, meer specifiek regen, hagel, mist, korrelhagel, ijsregen, ijsnaalden en sneeuw.
Uit wolken kunnen verschillende neerslagvormen vallen en de grond bereiken als: regen, motregen, aanvriezende (mot)regen, ijsregen, (natte) sneeuw, motsneeuw, korrelsneeuw, korrelhagel en hagel.
Bij neerslag vallen ijskristallen of waterdruppels uit de wolken. Er zijn verschillende soorten neerslag namelijk; motregen, regen, ijzel, sneeuw, sneeuwkorrels, ijsregen, hagel, zachte hagel, ijskristallen, dauw, rijp, mist en nevel.
Sneeuw, hagel, onderkoelde neerslag, het is allemaal mogelijk. Wat voor soort neerslag valt is afhankelijk van de opbouw van en deel van de atmosfeer, de luchtlaag die zich als een schil rond de aarde bevindt. De onderste laag van de atmosfeer noemen we de troposfeer.
De hoeveelheid neerslag hangt samen met tal van factoren, zoals windrichting, temperatuur en luchtvochtigheid. De hoeveelheid neerslag varieert daarom sterk in plaats en tijd.
Er worden drie soorten regen onderscheiden: stijgingsregen, stuwingsregen en frontale regens. Door opwarming van het aardoppervlak door de zon zal ook de lucht erboven opwarmen.
Stijgingsregen, stuwingsregen en frontale regen.
In een heel jaar valt er gemiddeld 853 millimeter regen. Dat is ruim 2 millimeter per dag. In de herfst valt de meeste regen (246 mm), daarna volgen de zomer (235 mm), de winter (219 mm) en de lente (154 mm).
In onze weersverwachting maken we onderscheid tussen buien en regen. Een bui duurt meestal maar kort, in het algemeen minder dan een uur. Wordt voor langere tijd neerslag verwacht uit een min of meer gesloten wolkendek of door een clustering van buien dan wordt gesproken van regen.
Regen is een vorm van neerslag waarbij waterdruppels uit een wolk vallen. Als de temperatuur van de wolk en de lucht onder de wolk boven nul is, bestaat de wolk geheel uit water. Door botsing van waterdruppeltjes kunnen de druppels verder aangroeien. Zijn ze groot genoeg, dan vallen ze uit de wolk en regent het.
Wanneer lucht afkoelt, ontstaat wolkvorming.Lucht die opstijgt zal afkoelen, vanuit deze wolken kan dan neerslag, ook wel regen genoemd, vallen. In de wolken kan neerslag vormen omdat kleine druppels hierin tegen elkaar aan komen en grotere druppels vormen. Als druppels groter worden dan worden deze zwaarder.
Een neerslag, bezinksel of precipitaat is een vaste stof die door een chemische reactie in een oplossing wordt gevormd en afzinkt naar de bodem van het reactievat. De resterende vloeistof is het supernatant (ook wel moederloog genoemd).
De verschillende klimaten in het Köppen-systeem worden ingedeeld in de volgende categorieën: tropisch, droog (aride), zeeklimaat (maritiem), landklimaat (continentaal) en koud klimaat.
Als we kijken naar de hoeveelheid regen, vind je de natste plek op aarde, in India. Het is het dorpje Mawsynram in de staat Meghalaya. Het regent daar echt veel. Per jaar valt daar gemiddeld 11.872 millimeter regen.
Bij meer dan 50 millimeter neerslag in één dag spreken we van 'een dag met zware neerslag'. Meer dan 50 millimeter neerslag in een uur en 100 millimeter in een dag zijn voor het Nederlandse klimaat neerslagextremen. Zulke gebeurtenissen komen voor een vaste locatie in Nederland ongeveer eens per 100 jaar voor.
Landelijk gemiddeld regent het in de zomer 120 uur tegen 218 uur in de winter. Toch is de zomer zo'n 23 millimeter natter dan de winter en zelfs 6 millimeter natter dan de herfst. Gemiddeld over het land valt 's zomers 228 millimeter tegen 222 millimeter in de herfst.
Plaatselijke neerslag van meer dan 25 millimeter in een uur noemen we een hoosbui. Om van een dag met zware regen te spreken moet er op minstenséén van de officiële weerstations 50 millimeter of meer zijn gevallen.
Bij regen zijn de druppels 0.5 tot 5 mm groot en als er per uur weinig valt (minder dan 1 liter per vierkante meter) wordt er gesproken over lichte regen.
De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters. 1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter.
Januari de tweede maand van de meteorologische winter is normaal gezien de koudste maand van het jaar. Tijdens deze maand zijn de neerslag hoeveelheden niet bijzonder hoog.
Gemiddeld komt de temperatuur in oktober in De Bilt in ons huidige klimaat uit op 10,9 graden. In de steeds langer wordende nachten is het gemiddeld 7,1 graden en overdag is het 14,8 graden.
Januari, de tweede maand van de meteorologische winter, is gemiddeld gezien de koudste maand van het jaar.
Water uit lucht (bijv. regen) noemen regenwater. Dit schone water komt grond terecht infiltreert bodem ( wordt grondwater ), stroomt naar oppervlaktewater naar het riool .
We noemen dat neerslag. Je zou mist en ijzel ook als aparte soorten neerslag kunnen zien. Maar mist is eigenlijk een héél fijne vorm van regen en ijzel (of ijsregen) is dus ook regen, maar dat bevriest op of vlak boven de grond. De grond is dan zo koud, dat er een ijslaag op gevormd wordt.
Normale hoeveelheid neerslag
De hoeveelheid neerslag deze winter lag met landelijk gemiddeld 208 millimeter neerslag rond het langjarig gemiddelde van 204 millimeter. De verschillen tussen de maanden waren echter groot.