Een gilde is een belangenorganisatie voor mensen die in dezelfde beroepsgroep werken. In een gilde deelden de leden ervaringen en tips met elkaar. De gilden ontstonden rond de middeleeuwen. Nieuwe leden werden via het gilde opgeleid en konden daar examens doen.
Diverse gilden kenden de leerjongen en de leerknecht (gezel) of alleen de leerknecht, maar anderen kenden die niet. Als deze posities wel aanwezig waren in een gilde moest je dat eerst zijn geweest voordat je de meesterproef mocht afleggen. Knechten bleven vaak hun hele leven lang in dienstverband werken.
Blader door een geschiedenisboek en je komt vroeg of laat de term 'Gilde' tegen. Een belangenorganisatie van mensen binnen eenzelfde beroepsgroep waar kennis en ervaring werd uitgewisseld. Waar (nieuwe) leden een gedegen praktische opleiding kregen om van leerling via gezel uiteindelijk te kunnen eindigen als meester.
Een gilde was een vereniging van ambachtslieden met hetzelfde ambacht. Zo hadden apothekers, schoenmakers, bakkers en bierbrouwers ieder hun eigen gilde. Elk gilde had een eigen reglement: een gildenbrief. Hierin stonden bijvoorbeeld afspraken over werkwijze en materialen.
Schippers, kooplieden en ambachtslui
Schippers en kooplieden waren in die tijd dan ook de grootste en rijkste groep ondernemers. Zij organiseerden zich in gilden. Een gilde was een vereniging die opkwam voor de belangen van mensen met hetzelfde beroep. Het schippersgilde had een eigen kapel in de Steenstraat.
In de meeste definities wordt het woord ambacht omschreven als handwerk of werkzaamheden waarbij een product wordt vervaardigd door een ambachtsman. Bij ambacht staan de vaardigheden van de ambachtsman centraal.
Voorbeelden van ambachtelijke beroepen
Denk bijvoorbeeld aan de kapper, banketbakker, schoonheidsspecialist, of de fietsenmaker, maar ook een tandtechnicus, orthopedisch schoenmaker, een gameontwikkelaar, audicien of pedicure.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: ambacht (zn) : beroep, handwerk, metier, nijverheid, stiel, vak.
De grootste nood is er in de ICT, zorg en bouw. Voor functies als applicatiebeheerder, gespecialiseerd verpleegkundige en werkvoorbereider zijn nauwelijks mensen te vinden. Dus wie op zo'n functie solliciteert, heeft grote kans direct een baan te vinden. In 2019 is logistiek medewerker de meest aangeboden functie.
Een Hanze (of: Hanza) is oorspronkelijk een samenwerkingsverband tussen kooplieden, in verschillende steden, die dezelfde producten verhandelen.
Gildemeester kan verwijzen naar: Gilde (beroepsgroep), waar een gildemeester een functie bij was. Gildemeester (Rheda) Gildemeester (Utrecht)
Hoe zag de stad eruit? Ter bescherming werd om de stad een gracht gegraven en een stadsmuur met torens en poorten gezet. Binnen die muren stonden de huizen aan kronkelige smalle straatjes. Maar er waren ook open plekken met zelfs enkele boerderijen en boomgaarden.
Een ambachtsman is iemand die met zijn handen werkt. Een vak uitoefent, zeg maar. Voorbeelden zijn metselaar, timmerman, smid, mosterdmaker, mandenmaker, bakker, slager, en leerbewerker. Deze beroepen worden ook wel ambachten genoemd.
Een gezel (de klemtoon valt op de laatste lettergreep) was vroeger iemand die doende was een beroep te leren. Hiervan afgeleid wordt de term gezel ook nog gebruikt bij sommige beroepsopleidingen, en in een aantal meer symbolische situaties.
Een stadsmuur is een muur of ommuring van een stad waarmee een verdediging tegen vijanden werd gevormd. In de middeleeuwen moest een stad eerst toestemming van de landsheer verkrijgen, voordat een stadsmuur mocht worden gebouwd.
De meesterproef was een werkstuk dat door een ambachtsman werd vervaardigd met het doel als meester lid te kunnen worden van een gilde. Voor het eerst is sprake van de meesterproef in de 16e eeuw bij de goudsmeden, zilversmeden en tingieters.
Middeleeuwse Hanzesteden
Rotterdam en Amsterdam waren tijdens de middeleeuwen nog kleine dorpjes, de Hanzesteden in het oosten van Nederland hadden zich daarentegen al ontwikkeld tot machtige handelscentra. Ze waren belangrijk, welvarend en rijk.
De volgende 22 steden worden genoemd als Hanzesteden: Amsterdam (niet bekend), Arnhem (1441), Bolsward (1412), Deventer (1285), Doesburg (1447), Dordrecht (niet bekend), Elburg (1367), Groningen (1463), Harderwijk (1280), Hasselt (1367), Hattem (1299), Kampen (1441), Nijmegen (1402), Oldenzaal (1261), Ommen (1473), ...
Alleen al in Nederland zijn 22 Hanzesteden, maar ook in landen als Duitsland, België, Polen en Noorwegen was het Hanzenetwerk een bekend fenomeen. Het overgrote deel van de Hanzesteden is gesitueerd in het oosten van Nederland, voornamelijk langs het water.