Een amfitheater is een ovaal open gebouw uit de Romeinse oudheid dat gebruikt werd voor gladiatorengevechten, jachtpartijen en gevechten met wilde dieren.
Een amfitheater is dus een theater waarbij de toeschouwers rondom rond zitten in een tribune, die net zoals bij de Oud-Grieks en Romeinse theaters omhoogloopt.
Overal in het Romeinse rijk verschenen in de 1e eeuw n. Chr. amfitheaters, die vaak kleinere kopieën van het Colosseum waren. Er zijn minstens 186 amfitheaters bekend, maar er waren er veel meer; als je de arena's meetelt die bij de legerkampen hebben gestaan zijn het er in totaal circa 345.
Een Amfitheater is een Romeinse arena. In een Amfitheater werden gladiatorengevechten gehouden, maar ook dierengevechten.
Het elliptische grondvlak meet (over de assen gemeten) 188 bij 156 meter en heeft een omtrek van 527 m. De hoogte van de gevel is 48,50 meter. De buitenmuur heeft drie rijen van 80 bogen, die telkens gescheiden worden door halfzuilen, beneden met Dorische, in het midden met Ionische en boven met Korinthische kapitelen.
Het Colosseum had maar liefst 50.000 plaatsen en een amfitheater had meestal tussen de 20.000 en de 30.000 plaatsen. Ook een belangrijk verschil is dat amfitheaters er vooral voor theater waren maar het Colosseum vooral voor spelen. Vergelijk maar met een schouwburg(amfitheater) en een voetbalstadion(Colosseum).
De cavea vindt zijn oorsprong in het Griekse theater, waar de tribune theatron of koilon werd genoemd. De eerste Griekse theaters bestonden uit tijdelijke houten constructies, waarbij de bezoekers direct om de orchestra heenzaten.
Kenmerkende overeenkomsten tussen de amfitheaters: Een onder de arena en tribunes lopende 'hoofdgang' evenwijdig aan en onder de lange as met vele zijgangen en ruimtes voor: (roof)dieren, ter dood veroordeelden, opslag van materiaal. De vloer van de arena was van hout met daarbovenop een dikke laag zand.
Theater is een verzamelnaam voor kunstvormen waarbij acteurs levende voorstellingen maken voor een publiek. Wanneer met deze kunstvorm wordt opgetreden op een toneelvloer gaat het soms om een toneelvoorstelling.
Het Griekse theater is ontstaan door de aanbidding van de Griekse God van de vruchtbaarheid, Dionysos. Op feesten ter ere van deze God werden er dansen en koorzangen gebracht die zich ontwikkelden tot drie theatervormen die ook in deze tijd nog terug te vinden zijn. Namelijk komedie, satire en tragedie.
Iedereen heeft wel eens een foto gezien van het beroemde Colosseum in Rome. Heel veel hebben het monument wel eens bezocht. Het is wellicht het meeste bekende Romeinse bouwwerk op aarde.
Het Colosseum in Rome, ook wel het Flavisch Amfitheater genoemd, is het grootste amfitheater in het Romeinse Rijk. Het amfitheater werd juli 2007 tot een van de zeven nieuwe wereldwonderen gekozen.
Een gladiator was bij de oude Romeinen iemand die een gevecht leverde als volksvermaak. Het woord gladiator is afgeleid van gladius, Latijn voor zwaard, en betekent 'zwaardvechter', hoewel gladiatoren ook wel andere wapens gebruikten.
door Romulus en Remus. In de, volgens de Romeinse overlevering, tweehonderdvijftig jaar durende (753 - 509 v. Chr.) koningstijd, zijn er na Romulus nog zes (grotendeels legendarische) koningen geweest.
Oorspronkelijk had de arena een houten vloer. Daarop werd zand uitgestrooid, zodat het bloed sneller opgenomen werd. Aan de uiteinden van de lengteas waren twee artiesteningangen. In het Colosseum konden zo'n 50.000 toeschouwers zitten.
De klassieke oudheid begint gewoonlijk met de archaïsche periode van het oude Griekenland (Oudgrieks: Ἑλλάς) in de 8e eeuw v. Chr., en eindigt met de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Chr. Centraal staat daarbij de geschiedenis van het oude Griekenland en het oude Rome.
Schouwburg definities
een plek waar je toneel kan spelen of naar kan kijken. Er zijn diverse type schouwburgen ontstaan in de loop der eeuwen.
Iemand die toneelspeelt wordt toneelspeler of acteur/actrice genoemd, en heeft in veel gevallen een opleiding gevolgd op een toneelschool.
Het theater in het oude Griekenland wordt gezien als het begin en de basis van de westerse theatergeschiedenis. In het oude Griekenland was theater een van de belangrijke zaken in het dagelijks leven. Vanaf circa 500 v. Chr.
Het Colosseum is gebouwd om de mensen in het Romeinse Rijk te vermaken. Ze hadden al hun macht verloren en toch moesten de keizers ze tevreden houden. Ze organiseerden veel evenementen, zoals de gladiatorengevechten in het Colosseum. In het Colosseum vochten de gladiatoren met elkaar, soms op leven en dood.
Keizer Vespasianus en Nero
begon in 72 na Christus met de bouw van het Amphitheatrum Flavium, beter bekend als het Colosseum. De bouw werd gefinancierd uit de buit van de plundering van Jeruzalem in 70 n. Chr. De keizer bouwde de arena om indruk te maken op zijn onderdanen en om populariteit te winnen onder het volk.
De gladiatoren waren mannen met een buikje die er vaak uit vrije wil stonden. Slaven vechten op leven en dood, terwijl het publiek in extase is. Zo worden gladiatorengevechten op het witte doek neergezet, maar in de echte arena golden er strenge spelregels.
De Romeinse architectuur stelde de muur weer centraal, wat in de Oud-Griekse architectuur de zuil was. Ook legden ze zich toe op boogconstructies. Verder waren de Romeinse architecten meesters in het scheppen van binnenruimten, met name koepels, apsides en gewelven.
In deze kooien werden tijdens gladiatorenspelen leeuwen, tijgers, olifanten, honden, wolven of andere wilde dieren gestopt. Eenmaal met kooi in de arena gehesen, ging het luik open en moest de leeuw het bijvoorbeeld tegen een neushoorn opnemen. Het was een gevecht op leven en dood.
Vrouwelijke gladiatoren waren zeldzaam, maar komen wel voor in de Romeinse literatuur. Gaius Suetonius Tranquillus schrijft in zijn biografie van diverse keizers – De vita Caesarum – dat keizer Titus Flavius Domitianus het geweldig vond om te zien hoe vrouwen en dwergen in de arena tegen elkaar vochten.