De periode dat men vanaf de kust kabeljauw vangt, loopt van oktober tot half januari en van maart tot en met april. Eind januari trekt de vis naar de paaigronden en blijven alleen de echte kleintjes achter. Vooral in het donker is de vis vanaf de kust te vangen.
Ze leven in de Noordelijke IJszee, het noordoosten van de Atlantische Oceaan, de Oostzee en de Noordzee. De kleur van kabeljauw varieert, afhankelijk van de kleur van de zeebodem in zijn leefgebied: van roodbruin in de Noorse fjorden, grasgroen voor de Deense kust tot bijna zwart voor kabeljauw uit de Baltische Zee.
Om op kabeljauw te vissen heb je een sterke hengel met pilker nodig. De ideale lengte van een boothengel varieert van 2.10 meter tot 2.40 meter. We raden voor het kabeljauwvissen zo'n 250 tot 300 gram lood aan. Om hem te vangen moet je de interesse van de kabeljauw lokken.
De kabeljauw (Gadus morhua) is een vissoort uit de familie kabeljauwen (Gadidae), in de orde kabeljauwachtigen (Gadiformes), die voorkomt in de Atlantische Oceaan. De soort komt ook voor in de Noordzee en is economisch gezien een belangrijke soort.
De vissen zullen goed bijten net voordat de zon opkomt en net na zonsondergang, wanneer er veel voedsel voor ze is. Tijdens het midden van de dag, wanneer de zon op het hoogste punt staat, zullen de vissen zich terugtrekken naar kouder, dieper water.
Let op de regen
Lichte regen in combinatie met een hoge temperatuur is de beste combinatie. Door de lichte regen vertroebelt het water waardoor vissen je minder goed kunnen zien. Ook zorgt lichte regen ervoor dat insecten in het water terecht komen. Harde regen heeft een negatief effect op de vissen.
Regen verhoogt zuurstofgehalte
Als de regendruppels het water opzwepen, neemt het zuurstofgehalte aan het oppervlak van het water toe. Ook daardoor kunnen de vissen actiever worden en eerder op het aas af gaan. Veel vissen komen bovendien liever uit hun schuilplaats als het schemert of als de nacht invalt.
Kabeljauw heeft een voorkeur voor water van rond de 10°C en komt overal in de Noordzee voor. Gewoonlijk zwemmen ze rond op een diepte van 150 tot 200 meter maar gaan wel tot 600 meter diep. Kabeljauw kan een lengte van 1,6 meter bereiken en 40 kilo wegen. Ze jagen op andere vis, kreeftachtigen, inktvissen en wormen.
Gezouten en gedroogde kabeljauw noemen wij ook wel klipvis. Maar het beestje heeft meer namen: stokvis, rotsvis en op z'n Surinaams: bakkeljauw of bakkeljouw.
Kabeljauw is rijk aan veel verschillende vitamines en mineralen die allemaal een gezonde werking hebben in het lichaam. Zo bevat kabeljauw onder andere vitamine B11 (foliumzuur), vitamine B12, kalium, fosfor en magnesium. Vitamine B11, ook wel foliumzuur genoemd, is nodig voor de aanmaak van rode en witte bloedcellen.
Vissen op kabeljauw vanaf de kust gebeurt vrijwel altijd met ankerlood. Men kan dan kiezen voor een onderlijn met twee haaklijnen, al dan niet bevestigd aan twee afhouders VB1. Ziet men graag bijvangsten als schar, bot en wijting, dan kiest men voor haken nr. 2 en 1/0.
Gul vissen diep water
Net als zoetwatervissen hebben de meeste zeevissen een voorkeur voor warmer water. Dit betekent dat ze in de winter wegtrekken uit de relatief koudere ondiepe wateren en op zoek gaan naar de diepte. Diepe wateren bevinden zich veelal ver buiten de kust maar laat je hier niet door misleiden.
Met een lijn van 35/00, lood van een gram of 150, en een haak in de maat 2/0 ben je klaar om gul te vangen. Als aas kan je het beste zeepieren, krabbetjes, mesheften of zagers gebruiken. Vanaf de boot kan je ook met natuurlijk aas gul vissen maar er wordt ook wel met zeevis kunstaas goed gevangen.
Ja, kabeljauw wordt gekweekt maar het merendeel van de kabeljauw (99,97%) komt van de visserij. Dit betekent dat in feite maar 0,03% gekweekt wordt. Deze kweek vindt plaats in Noorwegen (94%) en IJsland (6%).
Bodemvissen graven zich ook vaak in. Roofvissen voeden zich met kleinere vissen. Zij jagen zowel bij de bodem (kabeljauw en schelvis) als dicht bij het wateroppervlak (geep, zeebaars en wijting). Het zijn snelle zwemmers met een grote bek en vaak scherpe, naar achteren gerichte tanden.
Kabeljauw is een carnivoor en staat aan de top van de voedselketen. Hij eet haring, garnaal, kreeftjes en mosselen maar ook kleinere kabeljauwachtigen zoals schelvis.
U kunt de stokvis bestellen via de stokvisonline shop. De prijs is € 6,60 per 100 gram (€ 66,– per kilo).
We beginnen eerst maar met de oorsprong van de naam kabeljauw. Een veel gehoorde theorie zegt dat het komt van het Latijnse caput (kop) en latus (breed). Dus een dure naam voor dikkop.
Stokvis is een gedroogde vis die meestal gemaakt wordt van kabeljauw, maar ook van leng en haring. Om stokvis te maken, wordt de vis ontdaan van kop en ingewanden en aan stokken te drogen gehangen. Dit proces duurt ongeveer 3 maanden.
Beide zijn magere vissoorten, maar er zijn verschillen in het visvlees. Kabeljauw heeft een duidelijke en stevige dakpanstructuur. Heek heeft daarentegen weer een sterkere smaak en wat zachter visvlees.
Kabeljauwen kunnen wel 25 jaar oud worden. Zulke grote kabeljauwen wegen tientallen kilo's. Vanaf de leeftijd van 4 jaar zijn ze geslachtsrijp. Hoe ouder en groter ze worden, hoe meer eitjes en nageslacht ze produceren.
Waterplanten in een vijver maken overdag zuurstof aan in het water. Tijdens de nacht stopt dat proces. Vandaar dat in een vijver met vissen 's ochtends vroeg het zuurstofgehalte het laagst is.
In principe kunnen alle vissen met tanden bijten. In Nederland gaat het bijvoorbeeld om de snoekbaars, snoek en meerval. "Die laatste heeft heel kleine tandjes, die zie en voel je bijna niet." De tanden van snoekbaarzen en snoeken zijn wat groter.
Een algemene regel is, dat wanneer je een zuider- of westenwind hebt je vaak het best in de windkant kunt vissen. Komt de wind uit het oosten of noorden en voelt deze koud aan, heb ik zelf de voorkeur aan de wind in de rug. Dus dan vis je meestal in de luwte.