De cellen van het gladde spierweefsel zijn spoelvormig met een centrale kern met daar rond enige organellen zoals het ER, mitochondriën en een golgicomplex. Gladde spiercellen zijn omgeven door een basale lamina (behalve ter hoogte van een nexus, die voorkomt op plaatsen waar de cellen op 2 nm van elkaar liggen).
Gladde spieren komen voor in de wanden van bloedvaten, luchtwegen en het spijsverteringskanaal. Gladde spieren kun je niet bewust aansturen, maar reageren op prikkels uit het zenuwstelsel of hebben eigen pacemakercellen.
Glad spierweefsel bevat een kern en deze ligt in het midden van de spiervezel. Er bestaat nog een speciaal soort dwarsgestreept spierweefsel en dat is hartspierweefsel. Dit is dwarsgestreept, maar heeft een kern die in het midden van de spiervezel ligt.
De meeste spieren bestaan zowel uit witte als uit rode spiervezels. Hoe meer rode spiervezels, hoe meer myo- globine en cytochromen en hoe roder dus het vlees. De verhouding tussen rode en witte spiervezels in elke spier is deels gene- tisch bepaald.
Spiercellen kunnen drie soorten spierweefsel vormen: glad spierweefsel, dat op de binnenkant van organen zit. Gladde spieren reageren op prikkels uit het zenuwstelsel. Ze hebben eigen pacemakercellen, die zelf de spieren kunnen laten samentrekken.
In het lichaam worden gladde spiercellen onder andere aangetroffen in de wand van het maag-darmkanaal, waar ze de darminhoud transporteren, in de wand van slagaders waar ze bij de bloeddrukregeling en de doorbloedingsregeling betrokken zijn, in de baarmoeder en in de blaas, en in de bronchiën.
Het bindweefsel bestaat in verhouding uit weinig cellen, met ertussen een extracellulaire (buiten de cel) substantie van niet-levende, draadachtige vezels. De bindweefselvezels kunnen worden ingedeeld in drie typen: Collagene vezels bestaan uit het eiwit collageen.
Meestal gaat het gepaard met een warme huid boven je pees, maar ook met pijn en een lichte zwelling. Soms kan je ook een zacht krakend of knisperend geluid kunnen horen bij het bewegen van je pees. Tot slot ben je ook meestal redelijk stijf op de plek van je ontsteking en is je bewegingsvrijheid daar beperkt.
Rode spiervezels zijn goed doorbloed. De energie in dit spiertype wordt vooral met behulp van zuurstof (aanwezig i/h bloed) vrijgemaakt. Bij witte spiervezels ligt de energie, in de vorm van creatine, opgeslagen in de spieren. De spieren van sprinters/krachtpatsers zijn dik, ze hebben simpelweg meer spiervezels.
Je spieren bestaan uit eiwitten. Bij spierschade raken deze eiwitten beschadigd. De kapotte spiereiwitten worden vervolgens opgeruimd, waarna er nieuwe eiwitten voor in de plaats komen. Door voldoende eiwitten binnen te krijgen stimuleer je het herstel en de ontwikkeling van je spieren.
De tunica media (Latijns voor "middelste laag") bestaat uit gladde spiercellen en elastisch weefsel. Gladde spiercellen reageren trager dan gestreepte spiercellen (zoals onze skeletspiercellen), maar gladde spiercellen kunnen wel heel lang hun spanning vasthouden.
Het hartspierweefsel of textus muscularis striatus cardiacus is het spierweefsel van de hartspier. Hartspierweefsel heeft histologisch zowel eigenschappen van dwarsgestreept spierweefsel als van glad spierweefsel. Het hartspierweefsel ligt tussen het endocard, de binnenste laag, en het pericard, de buitenste laag.
Gladde spiercellen hebben geen sarcoplasmatisch reticulum, geen T-buizensysteem en geen troponine.
De skeletspieren worden ook wel dwarsgestreepte spieren genoemd omdat ze lange vezels hebben die dwarsgestreept zijn. Deze spieren zorgen ervoor dat je je gewrichten kunt bewegen. Dit zijn overigens de enige spieren die je bewust kunt aanspannen en worden daarom soms ook wel gewillige spieren genoemd.
De spieren krijgen onvoldoende tot geen prikkels meer om aan te spannen. Hierdoor wordt de spier zwakker en dunner (atrofie). Hierdoor ontstaan verschillende problemen.
Fast Twitch spiervezels worden ook wel witte spiervezels genoemd door hun witte kleur. Dit komt omdat ze minder myoglobine bevatten en over een slechtere doorbloeding beschikken. In de vezels is al veel ATP en creatinefosfaat opgeslagen, zodat deze snel kan worden vrijgemaakt.
Bepaal voor elke spiergroep die je wilt testen, je 1RM (het gewicht wat je maximaal 1 herhaling kan uitvoeren). Kies een oefening bijvoorbeeld squaten of bankdrukken en probeer zoveel mogelijk herhalingen te maken op 80% van je 1RM: Minder dan 7 herhalingen betekent: 50% snelle spiervezels.
Type II spiervezels hebben een relatief hoge drempelwaarde en een snellere contractiesnelheid. Voor een contractie wordt voornamelijk anaërobe energiebronnen gebruikt. Dit type spierweefsel heeft een snellere en krachtigere contractie, maar kan dit minder lang volhouden dan Type I spiervezel.
Mensen met spierontsteking kunnen de volgende klachten ervaren: Spierzwakte, vooral in de grote spiergroepen. Moeite met het heffen van de armen. Moeite met opstaan of traplopen.
Een ontstoken pees is te herkennen aan: Pijn en een lichte zwelling. De huid voelt warm aan. Stijfheid.
Bij acute blessures, zwellingen en ontstekingen moet je altijd koelen. Gebruik geen warmte, want dit kan de pijn en het probleem verergeren. Warmte pas je in een later stadium toe als na de acute fase de herstelfase aanbreekt.
Als het bindweefsel verstijfd of verkleefd is, geeft dit pijnklachten. Dit komt omdat het weefsel tijdens het bewegen niet goed meer mee rekt met de spieren en de huid. Je kunt dit vergelijken met een trui. Wanneer je een trui aantrekt die lekker zit, kun je prettig bewegen en voelt het goed aan.
Symptomen van bindweefselontsteking
Klachten zijn plaatselijke spierpijn in het lichaam, veel in de rug of schouders. Soms is er een afgeleide pijn, dus in de buurt van de zere plek. En soms kun je zelfs 'spierknopen' voelen, veel in de bovenrug.
'Je kunt jezelf ook prima een bindweefselmassage geven. Hiermee weet je zeker dat je alles echt even vergeet en doordat deze massage zo stevig is, voel je je daarna honderd procent weer als herboren.