Zorg voor een veilige aanvliegroute, zodat roofvogels de vogels niet te pakken krijgt. Plaats nestkasten daarom het liefst in de buurt van (stekelige) struiken, hagen of bomen. Zo kunnen vogels hun nest veilig bereiken. Vooral bramen en meidoornhagen zijn geschikte plekken om een tussenlanding te maken.
Niet in de volle zon, dus liever niet op het zuiden. Beschut tegen de wind. De invliegopening kan het beste op het noordoosten zijn gericht, want de wind komt in Nederland vaak uit het zuidwesten. Een vrije en veilige aanvliegroute is belangrijk.
Hang het vogelhuisje dus op een plek waar het huisje 's ochtends in de zon hangt, en zich 's middags in de schaduw bevindt. Om te voorkomen dat het niet in het huisje gaat regenen is het advies het huisje met de invliegopening naar het oosten of zuidoosten te hangen.
Let bij het ophangen op de hoogte
Hang de kast minimaal 2 m boven de grond. Op plekken met veel roering, zoals bij het terras in de buurt, is het beter om het nestkastje iets hoger te hangen, zo'n 2,5 tot 3,5 m van de grond.
Een goede nestkast bevat een degelijke constructie van stevig, dik hout. Ze heeft weinig kieren en is gemakkelijk schoon te maken. Een hip vogelhuisje in felle kleuren ziet er vrolijk uit, maar valt erg op bij roofdieren. Neem beter neutrale kleuren, zoals groen, bruin en houtkleur.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Koolmees houdt huis
De opening van het huisje blieft haar niet, dus gaat ze driftig tikken om het wat groter te maken.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Vogelhuizen zijn bedoeld om te nestelen, maar worden evenzeer gebruikt om te schuilen. Dit schuilen kan zijn tegen roofdieren als boommarters of gewoon omdat de weersomstandigheden hier om vragen.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Een vogelhuisje met een invliegopening van 32 mm is voor een koolmees goed geschikt, dit is de grootte van een muntstuk van 2 euro.
Voedsel. 's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel. Liefst soorten die fruit of bessen dragen of doorns hebben.
Broedt vanaf eind april, heeft één of twee legsels per jaar met elk 8-13 (soms 7-15) eieren. Paren broeden alleen, maar andere nesten bevinden zich soms dichtbij, bijvoorbeeld in nestkasten in dezelfde boom op 3-4 meter afstand.
De nestkast breedte * diepte is 120 bij 120 mm, omdat er tot 14 mezen moeten passen. Groter mag altijd. Rechthoekig kan ook (110 * 134 mm).
Welk hout is geschikt? Zorg ervoor dat je weerbestendig hout gebruikt, zoals eiken of beuken. Watervast multiplex kan ook. Een nestkastje van houtbeton warmt in het voorjaar sneller op.
Vogels hebben een hekel aan harde, vreemde geluiden. Harde muziek jaagt vogels weg! Strooi peper, kaneel of andere specerijen. Vogels hebben een hekel aan sterke geuren!
Hoewel het in veel landen geluk brengt wanneer er een vogel op je poept, heeft het voor auto's minder fortuinlijke gevolgen. Autofabrikant Ford maakt daarom kunstmatige vogelpoep, zodat auto's beter beschermd kunnen worden.