Een overmaat aan vooral geraffineerde koolhydraten in de dagelijkse voeding ligt ten grondslag aan hyperinsulinemie en het IR-syndroom.
Hyperinsulinisme is een aangeboren ziekte. De alvleesklier is verantwoordelijk voor de hoeveelheid suiker (glucose) in het bloed. Bij een te grote hoeveelheid insuline zal de hoeveelheid glucose in het bloed sterk dalen. Dit is bij kinderen soms het gevolg van een aangeboren afwijking.
Onvoldoende voedselinname bij de inname van insuline. Plotselinge veranderingen in lichaamsbeweging zonder aanpassing van de insuline dosering. Interacties met andere medicatie. Alcoholgebruik, omdat alcohol het effect van insuline op de bloedsuikerspiegel kan versterken.
Na een maaltijd stijgt de bloedglucose, en dat stimuleert bij gezonde mensen de afgifte van insuline. Insuline zorgt er voor dat glucose wordt vervoerd naar de cellen, en dat de cellen open gaan, zodat glucose naar binnen kan om te worden verbrand tot energie.
Reactieve hypoglykemie ontstaat wanneer de alvleesklier te lang en te veel insuline aanmaakt na een maaltijd. Doordat de alvleesklier te veel insuline produceert, daalt de bloedsuikerspiegel. Dat kan klachten geven die lijken op de symptomen van een hypo (hypoglykemie). Gemiddeld gebeurt dit een paar uur na het eten.
Oefening: Oefening verlaagt insulineniveaus en verhoogt geleidelijk de insulinegevoeligheid, wat kan helpen bij de behandeling van hyperinsulinemie . Gewichtsverlies: Gewichtsverlies wordt geassocieerd met verbetering van hyperinsulinemie, terwijl gewichtstoename wordt geassocieerd met verergering van hyperinsulinemie.
Wanneer je per ongeluk teveel insuline gebruikt, wordt je bloedsuikerspiegel te laag. Dit wordt ook wel een hypoglykemie genoemd. Je kunt een hypoglykemie eenvoudig verhelpen door iets te eten of te drinken waar koolhydraten (suikers of zetmeel) in zitten, zodat je bloedsuikerspiegel weer wat stijgt.
Met voeding kunt u een hyper niet verhelpen. Bij een hyper is het nodig om extra insuline te spuiten. Uw arts of verpleegkundige kan u adviezen geven wanneer en hoeveel u moet bijspuiten. Probeer altijd te achterhalen waardoor een hypo of hyper ontstaat.
Bij insulineresistentie zijn lichaamscellen ongevoelig geworden voor het hormoon insuline. Insuline werkt minder goed en de suiker uit je bloedbaan kan niet meer naar de cel. Je voelt je hierdoor moe en krijgt trek in zoetigheid, omdat je lichaam een tekort aan energie lijkt te hebben.
De behandeling bestaat primair uit gevarieerde voeding met natuurlijke vetten, eiwitten en slechts een beperkte hoeveelheid vezelrijke complexe koolhydraten. Door maximaal drie keer per dag te eten kan het lichaam overgaan op vetverbranding, waarbij ketonen als brandstof worden gebruikt.
Hyperinsulinemie is verbonden met insulineresistentie — een aandoening waarbij het lichaam niet reageert zoals het zou moeten op de effecten van insuline. In die situatie maakt de pancreas meer insuline aan om de resistentie te overwinnen, wat leidt tot hogere insulineniveaus in het bloed.
Hoe wordt het gediagnosticeerd? Artsen diagnosticeren hyperinsulinemie doorgaans met een nuchtere bloedtest . Met de resultaten meten ze uw insuline- en bloedglucosewaarden. Als uw waarden boven de typische waarden voor uw gezondheidstoestand liggen, kan een arts hyperinsulinemie diagnosticeren.
Verwerkte voeding zoals wit brood, pasta, rijst en frisdrank verteren heel snel en jagen je bloedsuikerspiegel de hoogte in. Dit zorgt voor meer druk op je alvleesklier, de plek waar het hormoon insuline wordt aangemaakt.
Een diabetesspecialist wordt een endocrinoloog genoemd. Endocrinologen zijn gespecialiseerd in de klieren van het endocriene (hormoon) systeem. De pancreas is de klier die betrokken is bij diabetes. De pancreas produceert insuline, en problemen met insuline zijn waar het om draait bij het managen van uw diabetes.
Je kan op korte termijn herkennen of je insuline resistent bent aan: Bloedsuikerdips en bloedsuikerschommelingen. Moodswings. Weinig energie en lusteloos gevoel tussen maaltijden.
Waarom water drinken helpt bij het reguleren van jouw bloedglucose. Wanneer je onvoldoende vocht binnenkrijgt, neemt je bloedvolume af, wat leidt tot een hogere concentratie van glucose in je bloed. Dit maakt het moeilijker om je glucosespiegel in balans te houden.
Regelmatig bewegen
Regelmatige lichaamsbeweging is een van de beste manieren om de insulinegevoeligheid te vergroten. Uw spieren fungeren als een belangrijke "put" voor glucoseopslag en -gebruik. Door te bewegen reageren uw spieren beter op insuline en slaan ze glucose op als glycogeen, waardoor de bloedsuikerspiegel daalt.
Als de hyper steeds erger wordt, kun je flauwvallen of zelfs in coma raken. Bij een heel ernstige hyper heb je een diepe ademhaling en kan je adem naar aceton ruiken. Dan moet direct 112 worden gebeld.
Het drinken van zwarte of groene thee kan het risico op diabetes type 2 verlagen. Thee zonder suiker is ook goed voor mensen met diabetes en mensen die willen afvallen, omdat er geen koolhydraten en calorieën in zitten. Het beste is zwarte of groene thee, want die verlagen de bloeddruk en de kans op een beroerte.
2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline. 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten. 6 staat voor: bij glucosewaarden boven 20: 6 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
Eet zo weinig mogelijk snelle koolhydraten. Snelle koolhydraten laten uw bloedsuiker snel stijgen. Snelle koolhydraten zijn zetmeel en suikers. Ze zitten bijvoorbeeld in witbrood, witte pasta, witte rijst, cornflakes, koekjes, gebak, vruchtensap, frisdrank en snacks.
Een te hoge bloedsuiker is niet direct gevaarlijk voor je gezondheid, maar kan op de lange termijn veel schade aanrichten. Komt je bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l?Dan kan het gevaarlijk worden en heb je misschien wel diabetes type 2.