De afkoopwaarde is het bedrag dat wordt uitgekeerd wanneer u voortijdig stopt met uw levensverzekering. Als de levensverzekering is gekoppeld aan de hypotheek, bepaalt de afkoopwaarde onder andere de aflossing van de hypotheek.
De berekening van de afkoopwaarde is niet een optelsom van de reeds betaalde premie. Vaak hangt het berekenen van de afkoopwaarde samen met de verstreken looptijd van de polis. Hoe langer de verzekering heeft gelopen, hoe hoger de afkoopwaarde van de premie is.
Het afkopen van een levensverzekering wil zeggen dat u de waarde van de verzekering ontvangt bij opzegging. Afkopen is dus het stopzetten van de verzekering voor de in de overeenkomst opgenomen einddatum van de verzekering. U ontvangt een grote geldsom in een keer. Het kapitaal dat u heeft opgebouwd in uw polis.
Hoe hoog de afkoopwaarde is, hangt af van het bedrag dat je bijvoorbeeld maandelijks inlegt en het rendement dat je tot nu toe hebt behaald. Bovendien trekt de verzekeringsmaatschappij er nog kosten van af. Het gaat dan bijvoorbeeld om administratiekosten of kosten waarop de verzekeringsmaatschappij al had gerekend.
Een levensverzekering kan een bedrag ineens uitkeren, maar ook een periodiek bedrag. Alle afspraken over uw levensverzekering vindt u in uw polis en de voorwaarden. Voor uw verzekering gelden altijd algemene voorwaarden. Hierin staan de algemene regels voor uw verzekering.
Als je overlijdt, betalen de begunstigden geen inkomstenbelasting over de uitkering. Wel moeten ze misschien erfbelasting over de uitkering betalen. Bijvoorbeeld als de verzekerde zelf premie heeft betaald. Is dat niet het geval, dan hoeven de begunstigden geen erfbelasting te betalen.
Op elke premie die je in een levensverzekering stort, moet je 2 % taks betalen. Die taks wordt in principe van je premie afgehouden. Als je een premie van 500 euro stort, wordt er dus 10 euro belasting aangerekend (2 % van 500 euro).
De afkoopwaarde bij een overlijdensrisicoverzekering is de waarde die overblijft op het moment dat u besluit om de overlijdensrisicoverzekering tussentijds te beeïndigen. Dat wil zeggen dat u de volledige looptijd van uw overlijdensrisicoverzekering niet vol maakt.
Overlijdensrisicoverzekering zonder waardeopbouw
Bij verreweg de meeste overlijdensrisicoverzekeringen bouw je geen waarde op. Je betaalt premie zolang de verzekering loopt. Overlijd je tijdens de looptijd dan keert de verzekeraar een geldbedrag uit, en anders niet.
Een levensverzekering, zoals een overlijdensrisicoverzekering, kan men meestal niet afkopen, omdat er geen waarde (kapitaal) wordt opgebouwd. Men spreekt dan ook van stopzetten/opzeggen in plaats van afkopen.
Je denkt erover om je verzekering stop te zetten en de waarde uit te laten keren. Dit heet 'afkopen'. Als je een verzekering afkoopt, ontvang je in één keer de waarde van de verzekering. Daarna houdt de verzekering op te bestaan.
Vaak wordt bij het afsluiten van een hypotheek, door de bank geëist dat ook een levensverzekering wordt afgesloten. Deze verzekering is gekoppeld aan de hypotheek, en regelt dat (een deel van) de hypotheekschuld wordt afgelost als de degene die de hypotheek heeft afgesloten overlijdt.
Je hebt een levensverzekering afgesloten met een bepaald doel. Bijvoorbeeld voor een aanvulling op je pensioen, om te sparen voor de studie van de kinderen of om de hypotheekschuld af te lossen. Als je de verzekering eerder stopzet, kan het zijn dat je het doelbedrag niet haalt.
De inkomstenbelasting over de afkoopsom kan oplopen tot maximaal 49,50%. De Belastingdienst brengt, in een aantal gevallen, ook 20% revisierente over de afkoopsom in rekening. De belastingregels zijn vaak niet eenvoudig en zijn afhankelijk van uw persoonlijke situatie.
U kunt de verzekering ook voor het einde van de afgesproken looptijd beëindigen. De opgebouwde waarde wordt dan uitbetaald door de verzekeraar. Er wordt dan gesproken van de zogenaamde 'afkoopwaarde'. Deze afkoopwaarde kan worden gebruikt om de restschuld terug te betalen.
Als je je verzekering opzegt, rekenen we € 150 of € 90 afkoopkosten. Zo'n € 30 daarvan zijn administratiekosten.
Een levensverzekering is een verzamelnaam voor een groep verzekeringen die te maken hebben met het leven van een verzekerde; Binnen deze groep vallen onder meer uitvaartverzekering en overlijdensrisicoverzekering, maar ook bijvoorbeeld lijfrente- of kapitaalverzekeringen.
Levensverzekering valt niet in Box 3
Je overlijdensrisicoverzekering is doorgaans geen vermogen. Er bestaat geen belofte of garantie dat je een bepaald bedrag uitgekeerd krijgt. Uiteindelijk sluit je de verzekering alleen af voor het geval je komt te overlijden.
Levensverzekering en hypotheek
Je kunt een levensverzekering ook bij een hypotheek afsluiten. Als je overlijdt ontvangt de hypotheekverstrekker de uitkering. Hier wordt vervolgens (een deel van) je hypotheek mee afgelost. Het koppelen van je levensverzekering aan je hypotheek noemen we verpanden.
Tijdens uw leven bouwt u met de verzekering geen kapitaal op en u ontvangt ook geen vermogen tijdens uw leven. Immers de verzekering betaalt pas uit bij een overlijden. Dat betekent ook dat het bedrag uit de overlijdensrisicoverzekering belastingtechnisch geen vermogen is in box 3 van de inkomstenbelasting.
Dit betekent dat als jij overlijdt, de hypotheekverstrekker direct het geld krijgt van de overlijdensrisicoverzekering. Hiermee wordt de hypotheek dan (deels) afbetaald. Het hangt van de uitkering af of de hypotheek helemaal of voor een deel is afgelost.
Deze verzekering dekt het financiële risico af dat ontstaat bij een overlijden. Zo kunnen de nabestaanden toch in het huis blijven wonen. De belangrijkste reden voor het afsluiten van een levensverzekering bij een hypotheek is dus dat u uw nabestaanden goed achterlaat.
Als je een levensverzekering sluit die een kapitaal uitkeert bij overlijden, moet je een begunstigde aanduiden. Dat is degene die dit kapitaal zal krijgen. Je kan ook een tweede of zelfs een derde begunstigde aanduiden voor het geval de eerste begunstigde al overleden is wanneer jij zelf overlijdt.
Wanneer iemand is overleden en een overlijdensrisicoverzekering had, dan keert de verzekeraar een bedrag uit aan de begunstigde. De begunstigde is degene die op de polis staat genoteerd als degene die na uw overlijden het verzekerd bedrag uitgekeerd krijgt.