2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline. 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten. 6 staat voor: bij glucosewaarden boven 20: 6 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
De 2-4-6 regel houdt in: Bloedglucose tussen 15 en 20 mmol/l: 4 eenheden (eh) snelwerkende insuline extra spuiten. Bloedglucose boven de 20 mmol/l: 6 eenheden (eh) snelwerkende insuline extra spuiten. Na 2 uur opnieuw bloedglucosewaarde meten.
Wij raden u aan uw insuline aan te passen met behulp van de '3-dagen'-regel. De '3-dagen'-regel kan u helpen uw bloedsuikerspiegel te reguleren . Als uw bloedsuikerspiegel drie dagen achtereen boven of onder de streefwaarden ligt, pas dan uw insuline aan met behulp van de grafieken op de pagina's op de keerzijde. bereik gedurende drie dagen achtereen.
Om een te hoge bloedglucosewaarde te behandelen, kunt u een standaard aanpassingsschema van insuline (bijspuitschema) gebruiken. Dit schema wordt ook wel de 2-4-6 regel genoemd.
U gebruikt 80 eenheden insuline per dag (basale insuline + bolussen). Dan is uw KH-ratio 500:80= 6.25 Dit betekent dat u met 1 eenheid insuline 6.25 gr koolhydraten kan verwerken. Of dat u per 6.25 gr koolhydraten 1 eenheid insuline nodig heeft. Deze methode kan u toepassen als u een goede diabetesregeling heeft.
U kunt uw bloedsuikerspiegel af en toe controleren om uw insulinebehoefte te bepalen . Denk aan uw maaltijd: U bepaalt dan hoeveel koolhydraten er in uw maaltijd zitten. Mensen hebben over het algemeen één eenheid snelwerkende insuline nodig voor elke 15 gram (g) koolhydraten. 7 Dit wordt de insuline-koolhydraatverhouding genoemd.
Het nodige aantal eenheden insuline varieert van persoon tot persoon (8 tot 200 eenheden). Meestal begin je met het inspuiten van 10 eenheden insuline 's avonds. In samenspraak met je arts kun je dan zelf de dosis verhogen, bijvoorbeeld om de drie dagen.
Bij een bloedsuikerwaarde tussen 15 en 20 mmol en geen bijspuitschema; laat de cliënt veel water laten drinken en zo mogelijk bewegen.Doe na 1 uur opnieuw een bloedsuikercontrole.Is de bloedsuikerwaarde dan nog >15 mmol overleg met de arts.
Mix-insulines zijn combinaties van de andere insulinesoorten. Ze worden meestal twee keer per dag gebruikt, vóór het ontbijt en vóór de avondmaaltijd (bijvoorbeeld humuline NPH, lispro/lispro protamine, aspart/aspart protamine).
Voel je je futloos, heb je energiedips, lukt het je niet om af te vallen en moet je om de paar uur iets eten omdat je anders misselijk wordt? Grote kans dat er sprake is van insulineresistentie.
In de klinische praktijk wordt bij diabetespatiënten die basaal-bolusinsulinetherapie gebruiken, veelal gestreefd naar een verhouding van 50-50 tussen de basale en totale dagelijkse bolusinsulinedoses . De richtlijnen voor titratie schrijven dit echter niet voor.
Middellangwerkende insuline gebruikt u over het algemeen 's avonds op een vast tijdstip, met een marge van een half uur eerder of later. U spuit bij voorkeur in uw bovenbeen. Ongeveer 1 á 2 uur na het inspuiten begint de insuline te werken. Het maximale effect wordt 4 á 12 uur na het inspuiten bereikt.
U neemt gewoonlijk een dosis intermediair werkende insuline een of twee keer per dag. Als u het eenmaal per dag neemt, probeer dan elke dag op hetzelfde tijdstip in te nemen. Als u het tweemaal per dag neemt, neem dan uw doses tussen de 8 en 12 uur uit elkaar, afhankelijk van uw dagelijkse routine, en probeer elke dag op hetzelfde tijdstip in te nemen.
U moet altijd voor elk gebruik van elk type insuline de naald ontluchten door 2 eenheden insuline weg te spuiten. Het is belangrijk dat u de insuline uit de naald ziet komen en tot de laatste druppel laat uitlopen. U dient dit dus meermaals per dag te doen als u meerdere malen insuline moet injecteren.
Word actiever – meer bewegen is goed voor iedereen, maar het kan specifiek helpen om uw HbA1c-waarden te verlagen. Krijg advies over evenwichtige, gezonde voeding. Stop met roken – roken maakt het moeilijker voor bloed om door uw lichaam te stromen.
Je kan van je zorgverlener het advies krijgen om bij te spuiten met kortwerkende insuline (bijv. aspart/novorapid) volgens de 2-4-6 regel, totdat je een glucosewaarde onder de 15 hebt. 2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline.
In de tweede helft van de nacht worden je hormonen actief.Bijvoorbeeld hormonen zoals glucagon, groeihormonen en adrenaline.Deze stofjes zorgen dat je bloedglucose stijgt. Je lichaam heeft dus insuline nodig.
Bifasische insuline is een mengsel van kortwerkende of snelwerkende insuline en middellangwerkende insuline . U neemt het meestal twee keer per dag, ongeveer een half uur voor het ontbijt en uw avondmaaltijd.
Een te hoge bloedsuiker is niet direct gevaarlijk voor je gezondheid, maar kan op de lange termijn veel schade aanrichten. Komt je bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l? Dan kan het gevaarlijk worden en heb je misschien wel diabetes type 2.
Omdat een grote hoeveelheid insuline op een plek pijnlijker is bij spuiten en langzamer in het bloed wordt opgenomen wordt vaak een maximum van 50 eenheden per injectie aangeraden. Een hoge dosis zal dan over meerdere injecties per dag verdeeld moeten worden.
Maximaal 3 tabletten per dag. Dagelijks aanbevolen hoeveelheid niet overschrijden. Dextrose (87%), maltodextrine, magnesiumcarbonaat, zuurmiddel (citroenzuur), scheidingsmiddel (magnesiumzouten der vetzuren), aroma, vitamine C, vitamine B1, vitamine B6.
Onder de 7,8 mmol/l - geen diabetes. Tussen de 7,8 en 11 mmol/l - geen oordeel mogelijk. Boven de 11 mmol/l - diabetes.
Een kortwerkende insuline verlaagt de hoeveelheid bloedsuiker al na 10 tot 30 minuten; de werking houdt 2 tot 8 uur aan. De middellange soorten werken na 1 tot 2 uur en de werking houdt 16-24 uur aan. Langwerkend insuline heeft bij gebruik volgens voorschrift een continue werking over de hele dag.
Al vrij snel na het eten van een maaltijd met koolhydraten begint het bloedglucosegehalte te stijgen. Bij gezonde personen wordt een piek in bloedglucosegehalte bereikt na circa 30 tot 60 minuten. Daarna daalt het weer geleidelijk tot het niveau van voor de maaltijd. Dit niveau is na 90 tot 180 minuten bereikt.