“Bewoners weten dat ze in een pand wonen waarin gemeenschappelijk wonen centraal staat, maar de een kiest ervoor om overal aan mee te doen, en de ander niet. De activiteiten zijn onderdeel van het totaalaanbod waar je als huurder ook voor betaalt, maar je bent niet verplicht om deel te nemen.
Woongroep(en)
Volgens de dikke Van Dale is een woongroep een groep van samenwonenden die gezamenlijk allerlei dagelijkse, huishoudelijke aangelegenheden verrichten. Er wordt van een woongroep gesproken als het gaat om ten minste drie personen, zonder dat er sprake is van een gezinsverband of liefdesrelaties.
Vindt u dat de plek waar u woont vooral gezellig moet zijn? Dan kunt u kiezen voor een woongroep. Daar bent u nooit alleen en is hulp altijd binnen handbereik. Bovendien kunnen u en uw medebewoners elkaar op allerlei manieren steunen.
U kunt aansluiten bij een bestaande groep. Meestal regelt een aantal mensen uit de woongroep het opvullen van een vrije plek. Op de website woongroep.net staan advertenties van groepen die een nieuwe bewoner zoeken. Het gaat vaak om woonvormen met bewoners van allerlei leeftijden.
Nee, een woongroep is niet één huishouden, maar bestaat uit evenveel huishoudens als er woningen zijn. Is onze gemeenschappelijke ruimte een 'publiek toegankelijke ruimte'? Nee, de gemeenschappelijke ruimte van een woongemeenschap is als regel geen publiek toegankelijke ruimte.
De hieronder genoemde 893 woongemeenschappen zijn die welke bij ons - in Nederland - bekend zijn. Er zijn er echter velen meer.
een gezin van twee of meer personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben. Dit is dan één duurzaam gemeenschappelijk huishouden; een groep van twee of meer personen een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voert of wil voeren. Hieronder wordt ook een woongroep verstaan.
Bij gestippeld wonen heb je een eigen appartement in een flatgebouw. In datzelfde gebouw wonen een aantal andere ouderen – niet naast elkaar maar 'gestippeld' over het hele gebouw. De groep ouderen gebruikt samen één extra appartement waar ze elkaar opzoeken voor gezelschap, tv-kijken, samen eten, enzovoort.
Een woongroep betekent dat kinderen of jongeren (tijdelijk) dag en nacht op een locatie van Trias Jeugdhulp verblijven. Dat wil zeggen een veilige en stabiele leefomgeving onder andere gericht op de ontwikkeling.
Langer thuis wonen met hulp gemeente
De gemeente speelt een belangrijke rol bij het langer zelfstandig wonen. Als u het thuis niet meer alleen redt, kunt u bij de gemeente terecht voor advies en informatie. De gemeente bespreekt dan wat u nog wel zelf kunt.
Broers en zusters en alle vormen waarin twee mensen met elkaar een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren, kunnen in principe voor medehuurderschap in aanmerking komen. Wel moet u aan de Voorwaarden voor medehuurderschap voldoen.
Oude voorwaarden woning van woongroep:
Binnen de woonruimte is er gemiddeld 15m² gebruiksoppervlak per bewoner plus 15m² gebruiksoppervlak voor de gemeenschappelijke ruimte. De woning moet voldoen aan eisen voor geluidisolatie om overlast in de leefomgeving te voorkomen.
als u met meer dan 2 personen in één woning wilt wonen moet u óf een vergunning voor kamerverhuur aanvragen óf u leeft samen als 1 gezin. Hiervoor wordt vaak het woord woongroep gebruikt.
Het streven is dat alle gemeenten naar 30% sociale huurwoningen toegroeien. Zo komen er voldoende sociale huurwoningen beschikbaar én komt er een betere verdeling over het land. Gemeenten die al ruim voldoen aan de 30% kunnen zich concentreren op de bouw van woningen voor middeninkomens (koop en huur).
In Nederland heeft circa 70 procent van de bevolking een eigen woning. Daarvoor heeft 61 procent een hypotheek afgesloten. Daarmee torent Nederland ver boven andere landen uit; het gemiddelde in de hele EU is 26,5 procent.
Dit zijn de cijfers voor heel Nederland:
23 procent in een vrijstaand huis. 19,6 procent in een 2-onder-1-kapwoning. 15 procent woont in een appartement.
Blijkens vaste jurisprudentie van de CRvB ziet het begrip huishouden op de feitelijke situatie van het samenwonen. Daarbij wordt als hoofdregel gehanteerd dat van één huishouden sprake kan zijn indien de te beoordelen persoon op dezelfde plaats woont als waar zijn overige gezinsleden wonen.
Personen die alleen of samen in een woonruimte wonen en zelf in hun dagelijkse behoeften kunnen voorzien, vormen een particulier huishouden.
Wanneer is er wel sprake van een huishouden of inwoning? huishouden: een alleenstaande dan wel twee personen met of zonder kinderen, die een gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren; inwoning: bij inwoning of hospitaverhuur verhuurt een hoofdbewoner een deel van de woning aan een onderhuurder.
Dan klopt u bij de gemeente aan. Die bepaalt of u recht heeft op thuiszorg, of op woningaanpassingen. Als u echt niet meer voor uzelf kunt zorgen, vraagt u via de huisarts of de wijkverpleging een opname in een verpleeghuis aan. In het 'verzorgingshuis nieuwe stijl' betaalt u apart voor wonen en zorg.
Bijzondere woonvormen zijn strijdig met de woonbestemming. Het betreft dan niet-zelfstandige woonvormen, zonder vast samenlevingsverband (continuïteit, onderlinge verbondenheid), maar wel met een noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse.
In de vier grootste gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht woonden in 2019 meer dan 220 duizend 70-plussers. Beek (L.) Bergen (L.) Bergen (NH.)