Een gerechtelijke bekentenis is een verklaring die in rechte wordt gedaan door een partij of door haar bijzonder gevolmachtigde en levert een volledig bewijs op tegen hem die de bekentenis heeft gedaan. Een buitengerechtelijke bekentenis daarentegen is aan geen enkel vormvereiste onderworpen.
Het civielrechtelijk bewijsrecht is het geheel van rechtsregels die ertoe strekken om de rechter in een civiele procedure een redelijke mate van zekerheid te verschaffen omtrent de door partijen gestelde feiten, opdat deze tot de overtuiging komt dat de feiten zijn aangetoond.
Voldoende bewijs maakt van de beschuldiging, een hypothese, een juridische waarheid op basis waarvan de beschuldigde persoon door een rechter kan worden veroordeeld en een straf kan worden opgelegd.
Als wettig bewijsmiddel hebben te gelden: de eigen waarneming van de rechter, de verklaringen van verdachten, getuigen en deskundigen en schriftelijke bescheiden. Alleen door de wet erkende bewijsmiddelen zijn voor het bewijs bruikbaar.
Om tot een bewezenverklaring te komen, moet er sprake van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De eis dat er voldoende wettig bewijs is, houdt in dat er een minimum aan bewijs aanwezig moet zijn in het dossier om een verdachte te kunnen veroordelen.
Getuigen à charge zijn getuigen die zijn opgeroepen door de officier van justitie. Zij hebben in de regel een belastende verklaring voor de verdachte. De verdachte en zijn advocaat kunnen op hun beurt ook getuigen laten oproepen. Dit zijn de getuigen à décharge.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
Er bestaan vijf soorten van bewijsmiddelen in het (gemeen) burgerlijk recht: het schriftelijk bewijs, het bewijs door getuigen, de vermoedens, de bekentenis van partijen en de eed (artikel 1316 BW).
De bewijsmiddelen in een strafzaak kunnen bestaan uit verklaringen van verdachten, getuigen, deskundigen, waarnemingen van de rechter en schriftelijke bewijzen. In de praktijk zien we met name de volgende bewijzen: Zendmastgegevens; Uw telefoon straalt bij bellen, smsen en internetten een zendmast (in de buurt) aan.
Steunbewijs voor een bewezenverklaring van een zedendelict kan al in de kleinste dingen zitten. Het kan ook een beschrijving van de emotie van het slachtoffer zijn, kort na het vooral. In sommige gevallen kan dat voldoende zijn. Evenwel kan die emotie ook door andere redenen worden verklaard.
De bewijswaarde van een proces-verbaal is een feitelijk begrip: het betekent de geloofwaardigheid die een rechter aan het proces-verbaal kan geven. De wettelijke bewijswaarde is de wettelijke graad van bewijs waardoor de rechter gebonden is.
De bewijskracht is de waarde van een bepaald document om te kunnen dienen als bewijs in een rechtszaak. De rechter bepaalt wat de bewijskracht van een bewijsmiddel is, tenzij er sprake is van dwingend bewijs. In een procedure kan eigenlijk alles als bewijs worden aangevoerd.
er is geen bewijs of onvoldoende bewijs. het belang van de aangifte is te klein. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een gestolen fiets. er is al te veel tijd verstreken sinds het strafbare feit is gepleegd.
'Het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, dient op wettige bewijsmiddelen te steunen. Het bewijs kan slechts worden aangenomen als buiten redelijke twijfel staat dat de verdachte het feit heeft begaan.
Een indirect (of onrechtstreeks) bewijs heeft betrekking op een feit waaruit de rechter kan afleiden dat het te bewijzen feit waar is. Het indirect bewijs is het bewijs van een zogenaamd hulpfeit (feiten waaruit de rechter het bestaan van het te bewijzen feit kan afleiden).
In de wet staan vijf wettige bewijsmiddelen opgenomen: De eigen waarneming van de rechter. Denk hierbij bijvoorbeeld aan foto- en videomateriaal die de rechter op de zitting te zien krijgt. Een ander voorbeeld is wanneer de verdachte op een eigenaardige wijze loopt.
Wat zijn bewijsmiddelen? Middelen die de rechter overtuigen dat een verdachte schuldig is. De rechter gebruikt deze bij de motivering van het vonnis. Een andere term voor 'bewijsmiddelen' is 'bewijsmateriaal'.
Bij het materiële bewijsrecht gaat het om bewijskwesties die de subjectieve rechten van partijen begrenzen, zoals de bewijslast, de toelaatbaarheid van bewijsmiddelen, en de vermoedens.
De hoofdregel van het bewijsrecht is eenvoudig: wie zich beroept op rechtsgevolgen van gestelde feiten of rechten moet die feiten of rechten bewijzen (bewijslast). Lukt dat niet, dan worden de effecten van het bewijsrisico ondervonden: de rechter wijst de vordering af.
Een verdachte vier jaar laten wachten op de behandeling van zijn zaak is in strijd met artikel 6 van het Europese verdrag voor de rechten van de mens. Daarin wordt iedere burger een eerlijk proces gegarandeerd.
De kosten voor een procedure bij civiele zaken en bestuursrechtelijke zaken betaalt u meestal zelf. Behalve als de rechter beslist dat de verliezende partij deze kosten betaalt. Een strafzaak kost u geen geld. Maar het kost wel geld als u een advocaat inschakelt.