Als de vader, vermeld in de geboorteakte, niet de biologische vader van dit kind is, bestaat de mogelijkheid om binnen het jaar na de geboorte een procedure bij de rechtbank op te starten. Na overschrijving van het vonnis, krijgt het kind de afstamming en naam van de moeder.
Als de vader het DNA-onderzoek weigert, kan de rechter het DNA-onderzoek bij hem afdwingen. Met de vaderschapstest, of anders gezegd: de vaststelling van het vaderschap bij de rechtbank, kun je de wettelijke band laten bepalen tussen de biologische vader en het kind.
Een kind kan medewerking aan een DNA-test verlangen van zijn vermoedelijke biologische vader om het vaderschap definitief vast te kunnen stellen. Daaraan moet de vermoedelijke biologische vader in beginsel meewerken. Slechts onder uitzonderlijke omstandigheden kan daarvan worden afgeweken.
In artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens staat het begrip family life omschreven. Het houdt in dat iedereen die in een nauwe betrekking staat tot het kind, recht heeft op omgang. Dit geldt dus ook voor de biologische vader, zelfs als erkenning niet heeft plaatsgevonden.
Wanneer is ontkenning vaderschap mogelijk? Ontkenning van het vaderschap kan alleen onder de volgende voorwaarden: de wettelijke vader is niet de biologische vader van het kind; de moeder is niet eerlijk geweest over de verwekker van het kind.
Veroordeelden voor misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan moeten verplicht DNA afstaan. Het DNA wordt opgeslagen in een DNA-databank. Dat maakt het makkelijker om veelplegers (recidivisten) op te sporen en te veroordelen.
Het DNA-onderzoek is een deskundigen-onderzoek. In het kort betekent dit dat beide partijen in principe de helft van de kosten betalen, tenzij de rechter anders beslist.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geeft een omschrijving van “family life”. Kort samengevat, heeft iedereen die in een nauwe, persoonlijke betrekking staat tot het kind, recht op omgang. Dit geldt dus ook voor de biologische vader, zelfs als erkenning niet heeft plaatsgevonden.
De erkenning van een kind door de biologische vader kunt u niet ongedaan maken. Is de erkenner niet de biologische vader van het kind? Dan kan de rechter de erkenning soms terugdraaien. De moeder, vader of het kind vraagt dan om vernietiging van de erkenning.
Een kind kan altijd een verzoek tot een vaderschapstest indienen. Een vader kan slechts vervangende toestemming voor de erkenning van zijn kind aanvragen bij de rechtbank, als de moeder deze erkenning bij de geboorte heeft geweigerd. Een vader kan geen vaderschapstest afdwingen.
Meestal kost zo'n DNA-test tussen de €50 en de €200. Maar let op: soms komen hier ook nog abonnementskosten bij, die kunnen variëren van €80 tot wel €350 per jaar. Naast de DNA-tests die je zelf thuis kunt uitvoeren, bestaat er ook DNA-onderzoek naar erfelijke aandoeningen dat wordt uitgevoerd door klinische genetici.
Bij een vaderschapstest kan worden vastgesteld of iemand de echte (biologische) vader is van een kind. Bij deze test wordt het DNA-materiaal van de vermoedelijke vader en het DNA-materiaal van het kind geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Met de uitslag van de test wordt het vaderschap aangetoond of uitgesloten.
Wat is betrokken vaderschap? Betrokken vaderschap houdt in dat je als vader veel tijd met je kindje doorbrengt. Je krijgt veel mee van de groei en ontwikkeling van je baby. Je speelt een grote rol bij de verzorging en opvoeding van je kleine.
Om als vader of partner het ouderlijk gezag te krijgen, moet u samen een verzoek doen bij de rechter. Dit kan pas als u juridisch ouder bent. Daarvoor moet u het kind erkennen.
Kinderen van afwezige vaders zijn bijvoorbeeld vaak rationeel en helder. Ze hebben leiderschapskwaliteiten en zijn zich erg bewust dat anderen ondersteuning en goedkeuring nodig hebben, juist omdat ze het zelf niet kregen. Ze kunnen opkomen voor zichzelf en voor anderen. Ze houden vast aan hun verantwoordelijkheden.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Vaak heeft de niet-verzorgende ouder één keer per twee weken omgang. Deze ziet de kinderen meestal ook voor de helft van alle vakanties en feestdagen. In het ouderschapsplan staan in ieder geval de volgende afspraken: hoe de zorg en opvoeding worden verdeeld (ook wel 'zorgregeling' genoemd)
Of je hebt een donorvader of je bent geadopteerd en je wilt weten wie je biologische vader en/of moeder is of zijn. Of je biologisch familie van elkaar bent, kun je alleen weten door DNA-onderzoek te laten doen. Dit noem je een verwantschapstest.
Als de moeder weigert om mee te werken aan een DNA-onderzoek, kan de rechter desgevraagd bepalen dat de moeder medewerking moet verlenen en daar een dwangsom aan verbinden. Daarnaast kan de rechter uit de weigering om mee te werken aan een DNA-onderzoek de gevolgtrekkingen verbinden die hij gerade acht.
Als de moeder niet vrijwillig meewerkt aan de afname van de DNA-test bij het kind, kan de DNA-test afgedwongen worden door middel van een procedure die gevoerd wordt voor de bevoegde familierechter. Indien hij dit opportuun acht, zal de rechter een geneesheer aanduiden die de DNA-test uitvoert.