Kiest u ervoor om géén loonheffingskorting te laten toepassen?Dan krijgt u elke maand netto minder geld op uw rekening.U betaalt dan meer belasting. De Belastingdienst kijkt na uw aangifte inkomstenbelasting hoeveel belasting u betaald heeft en of u de loonheffingskorting terugkrijgt.
Als u de loonheffingskorting nergens laat toepassen, dan ontvangt u maandelijks minder inkomen. U krijgt de korting wel, maar pas als u aangifte inkomstenbelasting doet.
Loonheffingskorting is een korting die de overheid biedt op de belasting die je moet betalen. De loonheffingskorting bestaat uit de algemene heffingskorting en de arbeidskorting voor werkenden. Dankzij deze korting betaal je minder belasting over je inkomen en houd je meer loon of bijvoorbeeld uitkering over.
Het is verstandig om loonheffingskorting aan te vragen omdat het leidt tot een verhoging van je netto maandelijkse inkomen. Dit komt omdat de loonheffing die de belastingdienst verrekent, verminderd wordt wanneer je hiervoor in aanmerking komt. Hierdoor houd je meer geld over voor andere uitgaven.
Als u AOW ontvangt, houdt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij het uitbetalen van de AOW al rekening met de loonheffingskorting. Is het pensioen hoger dan de AOW?Dan is het raadzaam dat u de korting laat toepassen op uw pensioen in plaats van op de AOW.
AOW-bedragen sinds 1 juli 2024 - Alleenstaande AOW-ontvangers. Wie alleen woont – dus zonder geregistreerd partner – krijgt sinds 1 juli 2024 een maandelijkse AOW van 1.569,75 euro. Dat bedrag is bruto. Het netto AOW-bedrag dat je daarvan overhoudt, is 1.486,24 euro per maand.
De Belastingdienst bepaalt het belastingtarief aan de hand van twee belastingschijven. Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent.Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent.
“De vuistregel is dat je dit doet op het hoogste inkomen,” vertelt Annelies Schoonderbeek. “Als je AOW hoger is dan het pensioen dat je ontvangt, pas je de loonheffingskorting toe op je AOW.
Loonheffingskorting aan of uit? Het liefst zet je het voor je werknemer aan. Het is een heffingskorting op de loonheffingen die van het brutosalaris worden ingehouden door jouw als werkgever waarna het nettoloon ontstaat. De de korting verlaagt de loonheffingen voor de medewerker.
Voor mensen die werken stijgt in 2024 de arbeidskorting met € 115 voor inkomens rond het wettelijk minimumloon. Werkenden met een salaris vanaf het minimumloon tot bijna € 40.000 gaan er hierdoor op vooruit. In 2025 is de maximale arbeidskorting € 5.599 (dat was € 5.532 in 2024).
Ontvangt u AOW, dan komt u in aanmerking voor de ouderenkorting in de heffingskorting. Die is € 2.010,- voor AOW'ers met een verzamelinkomen tot € 44.771,-. Is dat verzamelinkomen hoger, dan gaat de ouderenkorting stapsgewijs omlaag.
Het is verstandig om uw voorlopige aanslag stop te zetten als u geen recht meer hebt op een belastingteruggaaf. Want als u te veel belasting terugkrijgt, moet u dat bij uw belastingaangifte weer terugbetalen. U kunt uw voorlopige aanslag alleen stopzetten als u maandelijks een bedrag terugkrijgt.
Loonheffing hoef je niet zelf te betalen, dit doet je werkgever of uitkeringsinstantie voor je. Voor de loonheffing 2023 was het basistarief van 37,07% verlaagd met 0,14 procentpunt naar 36,93%.
Uw werkgevers hebben in 1 jaar € 10.800 aan loonheffing ingehouden op uw loon. Uit uw belastingaangifte blijkt dat u in totaal € 10.200 inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen moet betalen. Het verschil van € 600 krijgt u terug. De berekening is dus als volgt: € 10.800 - € 10.200 = € 600 te ontvangen.
Rekening houdend met de AOW, aanvullend pensioen, inkomen uit vermogen en overig aanvullend inkomen komt het gemiddeld netto pensioen in 2021/2022 uit op €2200,- – €2500,- per maand. Voor alleenstaanden ligt dit bedrag iets lager; gemiddeld tussen de €1400,- en €1700,-.
Als je maar één werkgever hebt, is het verstandig om loonheffingskorting toe te passen. Dit betekent dat er maandelijks minder belasting en premies volksverzekeringen worden ingehouden op je salaris, waardoor je meer nettoloon ontvangt.
Brutobedrag met heffingskorting: € 1.541,53 (zonder heffingskorting: € 1.541,53) Loonheffingsbedrag met heffingskorting: € 0,00 (zonder heffingskorting: € 293,42) Bijdrage Zvw met heffingskorting: € 82,00 (zonder heffingskorting: € 82,00) Nettobedrag met heffingskorting: € 1.459,53 (zonder heffingskorting: € 1.166,11)
Stel je totale vermogen in box 3 is €70.000. Het heffingsvrij vermogen bedraagt momenteel €57.684. Je betaalt dan dus belasting over €70.000 – €57.684 = €12.316. Wat hierbij belangrijk is om te weten is dat wanneer je een fiscaal partner hebt, het heffingsvrij vermogen verdubbelt naar €114.000.
U kunt het beste de loonheffingskorting laten verrekenen met uw hoogste inkomen. Dan is uw totale netto-inkomen hoger. Geef uw keuze door aan uw werkgever en aan UWV. Let op: U betaalt te weinig belasting als u de loonheffingskorting laat toepassen op uw uitkering en uw loon.
In 2024 zien we een stijging van de AOW-bedragen ten opzichte van voorgaande jaren, in lijn met de aanpassingen aan de levenskosten en inflatie. Voor alleenstaanden stijgt de bruto AOW-uitkering naar ongeveer €1.541,53, een significante toename tegenover het bedrag in 2023.
Vermogen en AIO
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.770, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.540 (bedragen voor 2025).
Belastingen. De tarieven voor de Inkomstenbelasting zijn lager als jij jouw AOW leeftijd hebt bereikt. Waar je voor je 67e in 2021 tot € 68.508,- 37,10% inkomstenbelasting betaalde, betaal je na je 67e tot € 35.942,- 19,20%.