Als er geen obstakels aanwezig zijn en er geen kans op schaduw is, worden de zonnepanelen meestal serie geschakeld aangesloten. Is er kans op schaduw of varieert de hellingshoek van de zonnepanelen? In dat geval adviseren een parallel geschakeld zonnepanelensysteem.
Een serieel geschakeld systeem is van oudsher het meest gebruikte systeem. De meeste zonnepanelen geven maar een beperkte spanning (ongeveer 30 a 40 Volt). Dat is niet voldoende om een grote omvormer te laten opstarten. Daarentegen geven dezelfde panelen best een hoge stroom af (bijna 10 ampère).
Voor- en nadelen van parallel geschakelde zonnepanelen
Het grote voordeel van deze schakeling is dat de afzonderlijke panelen elkaar niet beïnvloeden: als er eentje minder presteert, zal dit geen effect hebben op de prestaties van andere panelen.
Een serie geschakeld systeem brengt een groot voordeel met zich mee: je hebt minder verlies. Doordat je minder verschillende onderdelen in je zonnepanelensysteem hebt, zoals kabels en connectoren, ontstaat er minder weerstand.
Een schakeling waarbij meerdere componenten op verschillende vertakkingen binnen een schakeling zitten wordt ook wel een parallelschakeling genoemd. Voordeel is dat, als een van de componenten kapot gaat en geen stroom meer doorlaat, de andere componenten gewoon doorwerken.
Een schakeling waarbij meerdere componenten als kralen op een ketting achter elkaar staan wordt ook wel een serieschakeling genoemd. Voordeel is dat zo'n schakeling vrij eenvoudig is. Nadeel is dat, als een van de componenten kapot gaat en geen stroom meer doorlaat, ook de stroom door de andere componenten stopt.
Dat wil zeggen dat de stroom die uit paneel 1 komt vervolgens door paneel 2 loopt, enzovoorts. Dus als er door 1 zonnepaneel, door een defect of (tijdelijke) schaduw, minder stroom loopt, leveren ook de andere zonnepanelen in de serie minder stroom.
Dit heet een string. In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig.
Bij Feenstra kunt 3 complete zonnepanelen pakketten kopen. Deze pakketten verschillen onderling op basis van bijvoorbeeld rendement, opgewekte energie, gemiddelde opbrengst.
Toch zijn er wezenlijke verschillen tussen SolarEdge en Enphase. Waar SolarEdge alleen ingezet wordt voor 8 panelen of meer, kan Enphase ook ingezet worden voor kleinere systemen. Het voordeel aan Enphase is dat het systeem gemakkelijk uitgebreid of verkleind kan worden.
Afhankelijk van de specifieke dak situatie wordt er in de regel gekozen voor een omvormer die 20% kleiner en maximaal 10% groter is dan het vermogen van het aantal WP van de zonnepanelen. Maar laat jouw installateur even een berekening maken op basis van de praktijksituatie.
Zonnepanelen bijplaatsen op dezelfde omvormer
Bij uitbreiding van het huidige systeem op dezelfde omvormer moet je goed opletten. De belangrijkste voorwaarde is dat de nieuwe zonnepanelen dan identiek dienen te zijn, anders kan het zo zijn dat het een en ander niet te combineren is.
Een zonnestroomsysteem met optimizers is een goede keuze wanneer er schaduw aanwezig is op jouw dak. Je haalt het maximale uit de zonnepanelen! Daarnaast kun je door de optimizers ook elk paneel apart monitoren in de monitoringsapp. Dit zorgt er ook voor dat je sneller erachter komt of een paneel defect is.
Indien er geen sprake is van meerdere leg-richtingen en/of tijdelijke schaduw, dan is het gebruik van optimizers niet nodig. Wanneer de zon altijd op dezelfde gunstige manier op het dak valt, kiezen we voor een serieschakeling met één omvormer en 1 of 2 MPP trackers.
Bij parallelschakeling zijn de begin- (+) en eindpunten (-) van de verschillende spots met elkaar verbonden. In tegenstelling tot bij serieschakeling kan de stroom in parallelschakeling door meerdere circuits lopen. Wanneer er één spot stukgaat, zullen alle andere spots dus niet uitvallen.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Heb je minder dan 13 zonnepanelen? Dan heb je een 1 fase omvormer nodig. Liggen er 13 of meer zonnepanelen op je dak? Dan kun je kiezen voor een 3 fase omvormer.
Zonnepanelen zijn namelijk dubbel geïsoleerd en dat betekent dat aarding niet nodig is. Wat ze je echter niet vertellen is dat het aarden van het montagesysteem wel verplicht is en dat is om de zonnepanelen van verschillende situaties te beschermen. Bij blikseminslag.
Dit soort schaduw werkt als weerstand op het paneel. Het effect is vergelijkbaar met het plaatsen van een voet op een tuinslang: het zonnepaneel waar schaduw aanwezig is vermindert de opbrengst van de gehele zonnepaneleninstallatie.
Panelen mogen niet te dicht bij de rand of de nok liggen, dat kan bij storm problemen opleveren. Schaduw van bomen of gebouwen kan op de panelen vallen. De belastbaarheid van een dakkapel is vaak minder dan de rest van het dak, terwijl panelen op de dakkapel meer wind vangen en dus meer ballast nodig hebben.
String omvormers houden het simpel
(een beetje schaduw kan namelijk goed opgevangen worden met OptiTrac Global Peak). Wanneer panelen naar verschillende kanten gericht staan, of wanneer er nogal veel schaduw is, dan is een systeem met optimizers (of anders met micro-omvormers) de beste oplossing.
Er is een regel dat de zekering in de groepenkast een factor 1,6 lager moet zijn dan de hoofdzekering. Stel je hebt een hoofdzekering van 40A, dan is de maximale groepenkastzekering 40/1,6A = 25A. Op die groep kan je dan een zonne-installatie plaatsen (lees, omvormer) van 25A * 230V = 5750 Watt.
Hoe lang gaan micro-omvormers mee? Micro-omvormers worden minder zwaar belast en hierdoor worden ze ook minder snel warm dan string-omvormers. Dit heeft tot gevolg dat micro-omvormers ook een stuk langer meegaan dan de traditionele string-omvormers. Micro omvormers hebben een gemiddelde levensduur van 25 tot 35 jaar.