Het grote verschil dat wij hebben gemerkt is dat ik veel meer moet leren en meer huiswerk heb. Op mavo doe je ook meer praktijk vakken dan op de havo. De havo is ook een jaar langer dan de mavo. Maar met mavo kan je wel uit meer beroepen kiezen.
Het zal af en toe best moeilijk zijn, maar met voldoende motivatie tijdens het hele schooljaar kom je ver. De leerlingen die aangeven de overstap van mavo naar havo te willen maken, moeten zich ook nog inschrijven voor een mbo-opleiding, zodat je een alternatief hebt als jouw plan niet door kan gaan.
Is havo veel moeilijker dan vmbo? In principe kan een goede, gemotiveerde vmbo-t-leerling de havo halen. In de praktijk betekent dit dat je met een hoog gemiddeld cijfer voor het eindexamen vmbo (hoger dan 7) zonder vertraging het havodiploma moet kunnen halen. Motivatie en inzet zijn heel belangrijk.
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het laagste niveau. Een mbo-opleiding leidt mensen op voor een praktisch beroep, zoals kapper, kok of automonteur. De meeste mbo-opleidingen worden aangeboden door Regionale Opleidingscentra (ROC's).
M.i.v. schooljaar 2020-2021 is de wet gewijzigd en geldt dat alle vmbo-tl/gl leerlingen met een diploma zonder nadere voorwaarde toelaatbaar zijn tot 4 havo. De enige aanvullende eis die gesteld mag worden is een extra vak in het vrije deel.
Het havo is bedoeld voor leerlingen van twaalf tot zeventien jaar, en sluit aan op de basisschool, het vmbo-t en tot 1999 het mavo (alle vakken op D-niveau). Het havo bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo).
Per 1 augustus 2020 kunnen vmbo'ers en havisten doorstromen naar havo of vwo. Dit is geregeld in een nieuwe wet en een besluit doorstroomrecht. Vmbo'ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, moeten worden toegelaten tot de havo.
Mavo, oftewel vmbo-t of vmbo-tl, is een theoretische leerweg. De afkorting mavo staat voor 'middelbaar algemeen voortgezet onderwijs' en duurt 4 jaar. Onze leerlingen volgen op de mavo voornamelijk algemeen vormende avo-vakken.
Het tempo en niveau van het havo is hoger dan van het vmbo. Leerlingen moeten bijvoorbeeld zelfstandiger werken en krijgen meer huiswerk. Bovendien is het onderwijsniveau theoretischer dan vmbo-t. In de onderbouw, de eerste, tweede en derde klas, volgen leerlingen algemene vakken op het havo.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo); Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
HAVO is het op één na hoogste niveau, het hoogste is VWO. Met VWO kun je gaan studeren aan de universiteit, met een HAVO diploma kun je naar het Hoger Beroeps Onderwijs.
De aanvankelijke eis dat havo-scholen daarvoor toestemming nodig hebben van de inspectie is vervallen. Op landelijk niveau zijn er geen wettelijke barrières meer om door te stromen naar het havo met een vmbo-tl of gl-diploma of van vmbo-tl 3 naar havo 4.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
In schooljaar 2021-2022 is gemiddeld 94% van alle kandidaten voor het eindexamen voor de middelbare school geslaagd. Op het VMBO was het percentage geslaagden 98%, op de HAVO was dit 91% en op het VWO is gemiddeld 93% geslaagd. Op 50% van de middelbare scholen in Nederland slaagt minimaal 96% van de examenkandidaten.
Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
In 2021/2022 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,2 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo. Tien jaar eerder ging het om respectievelijk 21,5 procent en 20,7 procent.
Mbo onderwijs
Het eindniveau van mbo-niveau 4 is gelijk aan de havo.
Wiskunde is op het vmbo geen verplicht examenvak.
Je kan doorstromen naar het havo als je voor het vmbo-g/t eindexamen hebt gedaan in een extra vak. Dit heet het wettelijk doorstroomrecht. Als je geen examen hebt gedaan in een extra vak, kun je soms alsnog doorstromen naar het havo. Vaak gelden er dan wel bepaalde toelatingsregels.
Een vmbo'er die een hbo-opleiding wil volgen, moet eerst een havo-diploma of een mbo-diploma op niveau 4 halen. Bijna 90 procent van de vmbo-geslaagden stroomde na het vmbo door naar een vervolgopleiding in het mbo. Deze keuze is voor leerlingen die een diploma voor vmbo-b/k hebben behaald bijna vanzelfsprekend.
Mavo staat voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en duurt 4 jaar. Leerlingen kunnen kiezen voor de gemengde leerweg of de theoretische leerweg. Bij mavo-g zijn leerlingen meer praktisch ingesteld. Hier zitten leerlingen die geen moeite hebben met leren, maar ook heel graag beroepsgerichte lessen volgen.
Na maatschappelijke kritiek op de soms ongelijke toegangseisen die vo-scholen stelden aan leerlingen die na het behalen van hun vmbo- of havodiploma wilden doorstromen naar de havo of het vwo, is sinds 1 augustus 2020 de 'Wet gelijke kans op doorstroom naar havo en vwo' van kracht.