In Nederland rijden best veel auto's met een te lage bandenspanning. Uit elke band ontsnapt continu een beetje lucht. Daarom is het belangrijk om maandelijks de bandenspanning te controleren en indien nodig bij te vullen. Is een band écht zacht, dan kan dat gevaarlijke situaties opleveren.
Een te hoge bandenspanning zorgt er namelijk voor dat een band sneller slijt. Bovendien heeft een band met te hoge spanning minder grip, trilt deze meer en is er vermindert rijcomfort. Daarnaast is de kans op een klapband groter. Bij een te lage bandenspanning is er juist ongelijkmatige verdeling van de druk.
Te zacht opgepompte banden hebben ook een hogere rolweerstand, wat het brandstofverbruik verlaagt. En ze slijten sneller aan de buitenste randen van het loopvlak, wat betekent dat vervanging eerder nodig zal zijn dan bij goed opgepompte banden. Te hard opgepompte banden zijn minder een probleem .
Als je met een te lage of te hoge bandenspanning rijdt, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de prestaties van de autobanden. Dit geldt voor winterbanden, zomerbanden en 4-seizoenenbanden. De banden kunnen sneller slijten als de bandenspanning onjuist is. In een extreem geval kan het een klapband veroorzaken.
De ideale bandenspanning ligt tussen 2 en 3 bar. Wanneer de luchtdruk in uw banden 0,5 tot 1,5 bar lager is dan voorgeschreven, spreken we van een te lage bandenspanning. Wanneer hij 0,5 bar hoger is dan voorgeschreven, spreken we van een te hoge bandenspanning.
In het instructieboekje van je auto staat de juiste bandenspanning vermeld. Vaak staat het ook op stickers op de deurpost, op de achterkant van de zonneklep of aan de binnenkant van het brandstofklepje. Controleer alleen koude banden, dan krijg je de juiste spanning.
Hoeveel bar in een autoband dient te zitten is eenvoudig op te zoeken in het instructieboekje van de auto. Daarnaast is er in de auto vaak een sticker te vinden waarop de juiste bandenspanning weer wordt gegeven. Deze sticker zit in de deurpost, achter op de zonneklep of aan de binnenkant van de tankdop.
Voor de banden van een 'gewone personenauto' is de aanbevolen luchtdruk vaak tussen de 2.0 en 2.5 bar, afhankelijk van de belasting van jouw auto. De exacte druk is afhankelijk van het type en model auto.
U heeft een stuk gereden met te lage bandenspanning. Daar bent u op tijd achter gekomen, de kans op schade aan de band door rijden met 1,5 bar bij 2,3 geadviseerd is vrijwel uitgesloten. Het verschil is te klein om direct schade te veroorzaken.
Gevolgen van een te lage bandenspanning
Verminderde grip op de weg, wat kan resulteren in een langere remweg en verminderde controle over het voertuig. Onregelmatige slijtage van de banden, waardoor ze sneller versleten raken en je eerder nieuwe banden moet aanschaffen.
Bij een hogere druk hebben banden de neiging om obstakels weg te duwen in plaats van ze te absorberen, wat resulteert in een schokkerige rit en slechtere off-road prestaties . Omdat het verlagen van de luchtdruk het voertuig helpt om schokken effectiever te absorberen, wordt ook een deel van de kracht die wordt overgebracht op de aandrijflijn, besturing en ophangingsonderdelen verwijderd.
Het overschrijden van de optimale bandenspanning wordt om vele redenen afgeraden . Banden slijten voortijdig. Te hard opgepompte banden ronden het loopvlakgedeelte af en zorgen ervoor dat het midden aanzienlijk sneller slijt dan de buitenranden. Hierdoor kunnen ze maar half zo lang meegaan als normaal.
Het is belangrijk de door de fabrikant aanbevolen bandenspanning aan te houden om over- of onderspanning te voorkomen. Een te hoge bandenspanning kan leiden tot vroegtijdige slijtage in het midden van het loopvlak.
De aanbevolen bandenspanning ligt meestal tussen 1,8 en 3,5 bar: dit varieert afhankelijk van het type voertuig, het merk, het model en het type banden dat wordt gebruikt. Volg altijd het advies van de fabrikant. De aanbevolen bandenspanning door de fabrikant is altijd de minimum hoeveelheid bar.
Wat gebeurt er als u uw banden oppompt tot de maximale PSI? De maximale PSI van uw banden overschrijdt bijna altijd de aanbevolen druk. Het is niet raadzaam om uw band op deze druk te pompen voor dagelijks gebruik . Bij maximale PSI rijdt uw auto minder goed, wordt het remmen belemmerd en loopt u het risico op gevaarlijke klapbanden.
Zowel te hoge als te lage bandenspanning kunnen de banden sneller doen slijten. Een lage spanning versnelt slijtage en laat het rubber oververhitten. Een hete band is weer vatbaarder voor mechanische schade.
Als de bandenspanning te laag is, wordt de band in elkaar gedrukt.Tijdens het rijden wordt hij daardoor sneller warm. Het gevolg: het verbruik neemt toe, het rijgedrag van de auto wordt slechter en de band slijt sneller.
U hoeft niet meteen te stoppen als u het ziet oplichten, maar u moet wel zo snel mogelijk actie ondernemen. Als u op de snelweg of in druk verkeer rijdt, is het over het algemeen veilig om een korte afstand te rijden (maximaal een paar mijl ) om een veilige plek te vinden om te stoppen en uw banden te controleren.
De gevolgen van een zeer lage bandenspanning tot -1.5 bar: Groot risico op ongelukken door de oververhitting van banden, met reële kans op klapbanden! De gevolgen van een te hoge bandenspanning tot +0.5 bar: Een sterk verminderd rijcomfort en een vele malen hogere bandenslijtage.
Voordat u uw banden kunt gaan controleren, moet u weten wat de ideale spanning is. Hiervoor moet u de bandenspanning vinden die door de fabrikant van uw auto wordt aanbevolen . U kunt deze informatie meestal vinden op het portierframe aan de bestuurderskant, in de tankklep, in het handschoenenkastje of in de handleiding van uw auto.
Per maand verliest elke band ongeveer 0,1-0,2 bar aan lucht, wat volkomen normaal is.
Als de banden te hard zijn opgepompt (te hoge bandenspanning) is het contactoppervlakte met het wegdek aanzienlijk kleiner. De banden zullen dan in het midden van het loopvlak veel sneller slijten. Door dit minder contact met het wegdek zal de wegligging afnemen, vooral in bochten, en zal de remweg toenemen.
De aanbevolen spanning vind je in het instructieboekje van je auto. Belangrijk om te weten: na 15 minuten of 5 kilometer rijden, moet je daar 0,3 bar bij optellen. Daarom luidt het advies: maak van banden oppompen een gewoonte én pomp je banden hard genoeg op.
De controle van de bandenspanning
Meet de bandenspanning wanneer de banden koud zijn (wanneer u voor de meting niet meer dan 3 kilometer gereden heeft met uw auto). Als de banden warm zijn wordt de druk in de banden hoger, waardoor de bandenspanning op dat moment niet juist is.
De benodigde bandenspanning verschilt per auto. Dit vind je terug in het instructieboekje van je auto. Soms staat het ook op een sticker of plaatje aan de binnenzijde van het portier, achter het tankklepje of op de bandenpomp zelf.