De Onderwijsraad pleit in het advies 'De helft van Nederland hoogopgeleid' ervoor het zittenblijven voor leerlingen niet langer te vermijden. 'Een leerling kan beter een jaar overdoen, dan op een lager niveau verder gaan. Zo vergroot de leerling zijn kans om verder te komen in het (hoger) onderwijs. '
Uit meerdere internationale en Nederlandse onderzoeken blijkt dat zittenblijven in het algemeen geen positief effect heeft op de (cognitieve) leerprestaties, ook niet op langere termijn.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger. Hij/zij heeft 1 tekort bij de kernvakken en maximaal 2 tekorten bij de andere vakken.
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het laagste niveau. Een mbo-opleiding leidt mensen op voor een praktisch beroep, zoals kapper, kok of automonteur. De meeste mbo-opleidingen worden aangeboden door Regionale Opleidingscentra (ROC's).
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
Leerlingen die een schooljaar moeten overdoen, kosten de schatkist 500 miljoen euro per jaar. Dat is 3 procent van de uitgaven aan basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Het is daarmee een grote kostenpost, staat in een rapport van het Centraal Planbureau (CPB). Volgens het CPB is zittenblijven een duur instrument.
Een keertje zittenblijven is in Nederland vrij normaal: bijna de helft van de leerlingen blijft een keer zitten op de basisschool of op de middelbare school. Maar een jaar doubleren op de basisschool is volgens wetenschappelijk onderzoek zelden zinvol.
In het lager onderwijs beslist de school of een leerling mag overgaan of moet zittenblijven. Tegen de beslissing tot zittenblijven bestaat geen beroepsmogelijkheid. Het is mogelijk dat een andere school beslist dat de leerling wel mag overgaan naar een volgend jaar of leerlingengroep.
Groep 3 begint namelijk weer van voor af aan met woordjes lezen en die basis hebben kinderen vaak wel onder de knie. Het stapje daarna van zinnen lezen en het leren rekenen zit ook in de groep 4 lesstof. Waardoor dat een 'ideaal' schooljaar is om te doubleren.
Op sommige basisscholen geldt de regel dat een leerling maximaal een keer mag blijven zitten. Maar dit beleid verschilt per school. Volgens de wet moet een leerling de basisschool in ieder geval verlaten na het schooljaar waarin de leerling veertien jaar wordt (Art. 39 lid 4 WPO).
' In de wet staat niet wanneer en hoe vaak leerlingen mogen doubleren. Wel staat in de wet dat leerlingen de basisschool verlaten aan het einde van het schooljaar waarin zij veertien jaar zijn geworden (Art. 39 lid 4 WPO).
Op de havo blijven leerlingen het vaakst zitten, in bijna 15 procent van de gevallen. Op het vwo en vmbo-t/g is dit ruim 9 procent, op de overige vmbo-niveaus een stuk minder. De meeste leerlingen blijven steken in het jaar voor hun eindexamen, in havo-4 zelfs 19 procent.
Als je gezakt bent voor het eindexamen vmbo, kun je herkansen.Als je niet voor de herkansing slaagt, kun je het examenjaar overdoen of in sommige gevallen naar het volwassenenonderwijs.
Er zijn geen landelijke regels over het overstappen naar een ander schooltype. Elke school beslist zelf wanneer een leerling van schooltype kan/mag wisselen. De regels die de school hanteert liggen vast in beleid. De school moet dit beleid volgen.
Scholen bepalen zelf hoe lang een leerling mag doen over het vmbo, havo en vwo. Op veel scholen voor havo en vwo mogen leerlingen maximaal één keer blijven zitten in de onderbouw. Vmbo-scholen hanteren vaak de regel dat je maximaal twee keer mag blijven zitten.
Blijven zitten in groep 6 komt zelden voor. Scholen mogen er wél voor kiezen. Een leerling die lang afwezig is geweest door ziekte of een andere oorzaak kan bijvoorbeeld groep 6 nog een keer overdoen. Vaak kiest een school hier niet voor, omdat een eigen leerlijn meestal ook een oplossing kan zijn.
Overstappen van havo 3 naar mavo 4
De overgang naar mavo 4 is alleen mogelijk als de leerling daar vanaf periode 3 bewust voor kiest en het inhaalprogramma voor mavo 4 voldoende heeft afgerond. Vooraf aan deze overstap vindt er altijd een gesprek plaats tussen de leerling en de teamleider van de mavo.
De school beslist of je kind overgaat naar het volgende leerjaar. De regels en voorwaarden die de school hanteert staan in het schoolbeleid. Je hoort van de school of en waarom je kind overgaat of blijft zitten. Dat gebeurt aan het einde van het schooljaar na het laatste rapport van je kind.
Dit is geregeld in een nieuwe wet en een besluit doorstroomrecht. Vmbo'ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, moeten worden toegelaten tot de havo. Havisten kunnen zonder voorwaarden doorstromen naar het vwo.
Uitslag NIO toets
80 tot en met 90 vmbo basis of vmbo basis/kader. 90 tot en met 100 vmbo kader of vmbo kader/theoretisch. 100 tot en met 107 vmbo theoretisch tot en met vmbo-theoretisch/havo. 108 tot en met 115 havo.
Het belangrijkste verschil tussen vmbo-basis en -kader is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo.Met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo. In het tweede jaar ga je naar een klas die het beste aansluit bij jouw niveau.
Het voortgezet onderwijs heeft zes verschillende niveaus: vwo, havo, vmbo-t (mavo), vmbo basis, vmbo kader en praktijkonderwijs.