Bij een gele wond is het wondbed bedekt met geel beslag.Vaak een dikke, half vloeibare laag.Soms is het een taaie laag.In de gele laag zitten celresten en samengeklonterde eiwitten.
Bij sommige categorie III-plekken zie je wondbeslag (geel of zwart weefsel) of ondermijning of ondertunneling. Bij deze laatste is er sprake van een gang(etje) onder de huid door; de wond is dan groter dan je op het eerste oog ziet. Daarom is het belangrijk om een wond ook te bevoelen.
Gele wonden bestaan meestal uit fibrineus (eiwit)beslag en kunnen geïnfecteerd zijn. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Ook kan er nog vervloeiende necrose aanwezig zijn. Vaak produceren deze wonden veel wondvocht.
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie: als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven (necrotisch) weefsel. De wond kan niet genezen zolang dit weefsel aanwezig is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen.
De gele wond moet dan gereinigd worden met een antibacterieel middel, zoals een wondspray. Fibrine is een eiwit dat zorgt voor een korstje. Meestal kan dit geen kwaad, maar als de korst dieper in de huid ligt, raden we aan om even langs de huisarts te gaan.
Gele wonden moeten gereinigd worden van debris, pus en overtollig wondvocht. In geval van ontstekingsverschijnselen kan een kweek afgenomen worden. Afhankelijk van de uitslag van de kweek kan de wond eventueel gericht behandeld worden met systemisch toegediende antibiotica.
De aanmaak van nieuwe bloedvaatjes wordt gestimuleerd en er wordt nieuw weefsel gevormd. Dit is vochtig, helderrood en korrelig. Cellen aan de wondrand vermenigvuldigen zich en bedekken het weefsel. De wond is gesloten (genezing wond).
De huid rondom de wond is gezwollen. Er ontstaat pusvorming of wondlekkage. De huid rondom de wond voelt warm aan. Je hebt last van een verhoging of zelfs koorts.
Pus of etter is een meestal dik- of dunvloeibare substantie (kleur: witgeel of geel) die zich in het lichaam in een holte zoals een abces bevindt bij langer bestaande ontstekingen, of die uit ontstoken wonden vloeit.
Als er sprake is van een hardnekkige, fibrine, necrose of biofilm, kan de Prontosan® Wondgel of Prontosan® Wondgel X worden aangebracht in de wond.
De huid verkleurt paarsachtig rood. Het onderliggende weefsel sterft af, waardoor het donker kleurt. Bij gasgangreen ten slotte sterven de weefsels in en rond de wonde snel af, in een tijdspanne van enkele uren. Hierdoor wordt de wondzone zwart.
Fibrine is een eiwit dat zorgt voor een korstje. Bij chronische wonden moet het korstje worden verwij- derd om de genezing van de wond te bevorderen. is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen. Een arts of wondverpleegkundige moet dit weefsel daarom verwijderen.
Acute wonden (bijvoorbeeld: brandwonden, snijwonden, schaafwonden, enz.) genezen over het algemeen sneller (tussen 2 en 4 weken ongeveer) dan chronische wonden. Chronische wonden worden echter vaak in verband gebracht met een onderliggende lijden, zoals diabetes, veneuze of arteriële insufficiëntie.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Beweging (actief of passief) is ook van invloed op de wondgenezing. Dit bevordert namelijk de doorbloeding. Daarnaast is het belangrijk dat er niet teveel druk is op de wond, zodat bloed en zuurstof goed kunnen circuleren. Kort gezegd: als er geen bloed bij het wondbed kan komen, kan de wond niet genezen.
Betadine kan gebruikt worden om te ontsmetten, ook in de wond. Met een gaasje breng je dit aan op de wond en de huid eromheen. Betadine is geschikt voor het uitspoelen en desinfecteren van kleine en ondiepe snij- of prikwonden.
De genezing versnellen
Een kleine, oppervlakkige wond kun je dun insmeren met een wondzalf. Ook in dat geval creëer je een vochtig milieu waarin de wond sneller heelt. En vaak ook mooier, omdat een zalf aanzienlijk kan helpen bij het verminderen van littekens.
Infecties kunnen het genezingsproces ernstig vertragen en leiden toe een veel langere behandeltijd enerzijds en veel slechtere kans op genezing anderzijds. In het worst case scenario kan een infectie leiden tot een amputatie of zelfs een levensbedreigende situatie.
Wij hebben het antwoord: het genezingsproces duurt bij kleine wonden meestal tussen de 24 en 72 uur. Wondgenezing bestaat uit 5 verschillende fasen. In de eerste fase, wanneer de wond ontstaat, zorgt de bloedstolling voor een tijdelijke afsluiting van de wond.
Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel. Het wondoppervlak wordt kleiner en het litteken sterker. Dit proces duurt zes maanden tot twee jaar, afhankelijk van de grootte van de wond.
Er zijn verschillende oorzaken waarom een wond niet goed geneest. De wond kan bijvoorbeeld erg groot zijn of vervuild. Het kan dan dat er hulpmiddelen nodig zijn om het proces voorspoedig te laten verlopen. Als een wond niet binnen een maand geneest, dan is er sprake van een chronische wond.
Een nat milieu bespoedigt het genezingsproces. Door het vocht groeien je cellen sneller, waardoor de kapotte huid dus ook sneller weer vernieuwd wordt; Een natte wondgenezing gaat korstvorming tegen. Het vocht zorgt er namelijk voor dat er geen hard korstje kan ontstaan.
Hoe kun je een wond schoonmaken? Het beste is om jouw wond voorzichtig schoon te spoelen met lauw, steriel water. Daarna kun je de wond verder reinigen met bijvoorbeeld de Hansaplast Reinigingsspray. Dep je wond droog met een schone, niet-pluizende doek.