Bathofobie is de angst voor de diepte van het water. Hoewel deze angsten geen officiële DSM-kwalificatie hebben, komen zij vaak voor.
Angsten worden over het algemeen behandeld met hypnose en/of cognitieve gedragstherapie. Angst voor water is trouwens een angst die vaker voorkomt bij mensen die ook last hebben van andere angsten. Wat hypnotherapie doet tijdens zo'n behandeling is achterhalen waarom je eigenlijk bang bent voor water of de zee.
#1 – Arachnofobie
De fobie der fobieën is natuurlijk de angst voor spinnen en spinachtigen. Er zijn veel dierenfobieën (bijvoorbeeld voor muizen of kikkers), maar toch is arachnofobie de meestvoorkomende. En dat is eigenlijk gek, want in Nederland zijn vrijwel alle spinnen ongevaarlijk.
Watervrees (ook wel hydrofobie (Grieks "hudor" (water) + "phobos" (angst) of aquafobie (Latijn "aqua" (water) + Grieks "phobos" (angst)) is een specifieke fobie, een pathologische angst voor water, aan water gerelateerde activiteiten als zwemmen of soms andere vloeistoffen.
Watervrees wordt ook wel waterangst of hydrofobie genoemd. Het is een grote angst voor water, maar ook voor activiteiten die met water te maken hebben, zoals in bad gaan of onder de douche. Meestal is het niet het water zelf waar een kind bang voor is, maar de gevaren die een kind erbij bedenkt.
Angst voor lange woorden: Hippopotomonstrosesquippedaliofobie. Angst voor zeer lange woorden, oftewel Hippopotomonstrosesquippedaliofobie. Op het eerste gezicht moet je wel drie keer kijken voordat je dit woord in één keer goed kunt uitspreken.
Coulrofobie, ofwel de fobie voor clowns, komt veel voor bij kinderen, maar ook bij tieners en volwassenen. Het oorspronkelijke gevoel dat een clown opwekt is vermaak, maar door nare ervaringen kan dit veranderen in angst.
Een hydrofiele stof is een stof die van water houdt. De stof lost goed op in water en is polair. Een hydrofobe stof is een stof die water vreest. Deze stof lost niet goed op in water en is apolair.
Stoffen zijn hydrofoob wanneer ze geen waterstofbruggen kunnen vormen met water en daardoor niet goed oplossen in water. Ook de term hydrofoob is van het Grieks afgeleid: hydro = water en foob = angst. Omdat hydrofobe stoffen geen waterstofbruggen kunnen vormen, bevatten ze dus ook geen O-H en N-H groepen.
Een stof is hydrofiel als het wordt aangetrokken door water en het goed oplost in water. Hydrofiel betekent letterlijk “waterlievend”, de stof houdt dus van water. Een hydrofiel deeltje is vaak gepolariseerd. De ladingen binnen het deeltje zijn niet gelijk verdeeld, daardoor kan het waterstofbruggen vormen.
Van alle fobieën komt de angst voor spinnen het meest voor. De helft van de Nederlandse vrouwen en 10% van de mannen lijdt aan spinnenangst.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen. Hiervoor is vervolgonderzoek nodig.”
Mensen die bang zijn voor de diepte van het water hebben een 'bathofobie'. "Maar eigenlijk komt het op het hetzelfde neer," zegt klinisch psycholoog Ariane Faas: angst voor wat er onder het water zit.
Thalassofobie is de angst voor open water, en dan met name de zee of oceaan. Iedereen ervaart deze fobie anders. Sommige mensen hebben angst voor zwemmen in open water of in de natuur, op een boot zitten of wanneer ze naar de bodem van een zwembad moeten zwemmen.
Watervrees wordt ook wel waterangst of hydrofobie genoemd. Het is een grote angst voor water, maar ook voor activiteiten die met water te maken hebben, zoals zwemmen. Meestal is het niet het water zelf waar een kind bang voor is, maar de gevaren die een kind erbij bedenkt.
Zeep kan namelijk het water en het vet/de olie mixen. Dat komt omdat een zeepmolecuul twee verschillende eindes heeft. Een hydrofiele kop (polair) dat bindt met water en een hydrofobe staart (apolair) dat bindt met vet/olie.
koolstofdisulfide is hydrofoob. koolstof heeft electronegativiteit 2.5 en zwavel 2.4. als er een verschil inzit die groter dan 0.7 is, is er sprake van een polaire binding. deze is kleiner dan 0.7 (resp 0.1) en deze noemen we covalent.
Alcohol vertoont hydrofobe en hydrofiele eigenschappen. Het mengt met sommige hydrofobe stoffen, maar het heeft ook een OH-groep en mengt ook met water.
Lipofiel betekent 'vetminnend' en is een eigenschap van sommige chemische stoffen. Lipofiele stoffen lossen goed op in oliën, vetten en apolaire oplosmiddellen zoals hexaan en tolueen. Lipofiele stoffen hebben over het algemeen een neutrale elektrische ladingsverdeling over het molecuul.
Als een molecuul niet symmetrisch is worden de ladingen niet opgeheven en krijg je een polair molecuul. Dit molecuul is niet symmetrisch, er wordt niet overal even hard getrokken aan het Ge-atoom. Hierdoor kan er een verschil in lading ontstaan tussen de F-atomen en het Ge-atoom en is er spaken van polariteit.
De neutrale hydrofiele olie van Chi bestaat uit amandelolie, plantaardige glycerine en emulgator eko. Deze combinatie zorgt ervoor dat de olie goed oplost in water, bij contact met water wordt het een melkachtige oplossing. Zo kunt u zelf een heerlijke badolie maken door essentiële oliën toe te voegen.
Vliegangst of aviofobie is een irrationele angst om te vliegen.
Xanthofobie | Angstlijst.nl.
Angst voor vlinders en/of motten. Lepidopterfobie, dan ben je heel bang voor vlinders of motten. Dit is een vorm van een specifieke (dier)fobie. Angst voor vlinders en motten komt af en toe voor.