B-stroom: Voor leerlingen zonder getuigschrift van het basisonderwijs. Je krijgt de kans de leerachterstand die je in het basisonderwijs hebt opgelopen zoveel mogelijk in te halen. Je wordt voorbereid voor het beroepssecundair onderwijs (bso).
De A-stroom is dus bedoeld als een grote gemeenschappelijke brede eerste graad, de b-stroom voor een kleine groep leerlingen met specifieke noden (bijvoorbeeld niet geslaagd in het lager onderwijs).
Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken. Tel het aantal B-vakken in je studierichting. Dat aantal bepaalt hoeveel buispunten je hebt.
1e leerjaar B - Eerste graad
1B is bedoeld voor leerlingen die niet alle leerstof van de lagere school hebben begrepen en/of verworven. Vandaar dat, in de vakken Nederlands en wiskunde, de belangrijkste leerstof van het basisonderwijs wordt herhaald. Daarnaast krijg je veel techniek en praktijk.
Je kind kan naar het 1ste leerjaar B. Daar krijgt het meer onderwijs op maat, zodat het bepaalde vaardigheden of kennis beter onder de knie krijgt. Na een geslaagd 1ste leerjaar B kan het nog naar het 1ste leerjaar A gaan, of - met een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad - naar het 2de leerjaar A.
Ook met een B-attest kan je blijven zitten wanneer de klassenraad een gunstig advies geeft. Bij een ongunstig advies van de klassenraad moet je overstappen naar het hogere leerjaar.
U bent geslaagd, maar hebt voor 1 of meer vakken minder goede resultaten behaalde. De klassenraad beslist dat u uitgesloten wordt van 1 of meer studierichtingen/basisopties. De school moet schriftelijk motiveren waarom u een B-attest krijgt.
SO: Eerste graad
De 1e graad bestaat uit 2 leerjaren: 1A en 1B. Je start automatisch in 1A als je je getuigschrift basisonderwijs hebt behaald. Je start automatisch in 1B als je dit getuigschrift niet hebt behaald. Je bouwt verder op wat je geleerd hebt in de lagere school.
A-stroom: Voor leerlingen met een getuigschrift van het basisonderwijs. Eerste en tweede middelbaar in de A-stroom bereiden je voor op algemeen secundair onderwijs (aso), technisch secundair onderwijs (tso) of kunstsecundair onderwijs (kso).
Je hebt geen examens in de B-stroom: je leerkrachten beoordelen op regelmatige tijdstippen wat je kent en kunt, dit heet permanente evaluatie.
Als u niet geslaagd bent voor een vak, dan kunt u (als u nog een examenbeurt over hebt voor dat vak) het examen opnieuw afleggen. U moet het examen opnieuw afleggen binnen de 4 maanden. U krijgt 3 examenbeurten per vak per jaar.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
De A-vakken maken de kern uit van je studierichting. Voor deze vakken moet je altijd slagen. Voor B-vakken mag je wel enkele onvoldoendes hebben. We kunnen je delibereren zodat je toch geslaagd bent.
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
De opstroomoptie is bedoeld voor leerlingen die na 2B willen doorstromen naar 2A of naar het derde jaar ASO, KSO of TSO. Sommige basisopties worden opgedeeld in pakketten. De school kan leerlingen laten kennismaken met de volledige basisoptie of met één of meer pakketten.
B-attest. De jongere krijgt een B-attest als hij geslaagd is maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten behaalde.
In de B-stroom kun je vanaf het tweede jaar kiezen voor een beroepsopleiding. Als je je verder wil verdiepen in elektrotechniek, kies je hier voor het beroepenveld 'elektriciteit'.
Uitgesproken theoretische richtingen noemen we voortaan richtingen met een doorstroomfinaliteit of D-finaliteit. Ze bereiden je voor op een academische opleiding. Richtingen met zowel veel theorie als praktijk zijn richtingen met een D/A-finaliteit of een dubbele finaliteit: doorstroom- of arbeidsmarktfinaliteit.
Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs. Leerlingen worden in het voortgezet onderwijs voorbereid op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo).
Het 1ste leerjaar B richt zich op jongeren met een leerachterstand of jongeren die liever al doende leren. Na het eerste leerjaar B kunnen de leerlingen naar 2A (mits gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad), 2B of naar het 1ste leerjaar A.
Het kan zijn dat je sommige basisopties niet mag kiezen. Je mag verder, maar niet in alle richtingen. Stel dat je liever het leerjaar overdoet om geen richtingen uit te sluiten, dan heb je daarvoor het advies van je CLB nodig en een akkoord van de klassenraad. Met een C-attest moet je je leerjaar overdoen.
Je kunt starten in het 2de leerjaar van de 2de graad (4 BSO) als je ofwel: geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 2de graad (3 ASO, TSO, KSO, BSO). Je beschikt dus over een oriënteringsattest A of B. Ingeval van een B-attest word je niet toegelaten tot bepaalde studierichtingen.
Een B-attest betekent dat je geslaagd bent, maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten haalde. De klassenraad beslist dat je uitgesloten wordt van 1 of meer studierichtingen/basisopties. De school moet schriftelijk motiveren waarom je een B-attest krijgt.