Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet. Nederland kent momenteel, anders dan bijvoorbeeld in Duitsland, Frankrijk en Scandinavische landen dus geen constitutionele toetsing door de rechter.
Zo beschermt hij de rechten en vrijheden van iedereen in Nederland. Maar de rechter mag wetten niet toetsen aan de Grondwet, vanuit de gedachte dat het aan de wetgevende macht is om ervoor te waken dat wetten hiermee in overeenstemming zijn.
Het toesingsverbod verbiedt de rechter om wetten te toetsen aan de grondwet. Met andere woorden: een rechter mag wetten niet beoordelen of willen veranderen. Dit staat opgenomen in artikel 120 van de Grondwet.
Regelgeving van andere wetgevers dan de formele wetgever (regering en parlement), zoals koninklijke besluiten, algemene maatregelen van bestuur en verordeningen van provincies, waterschappen, gemeenten en andere bestuurlijke lichamen, mag wél door de rechter aan de Grondwet, Statuut en rechtsbeginselen worden getoetst.
Nederland beschikt niet over een constitutioneel hof, en artikel 120 van de Nederlandse Grondwet verbiedt bovendien aan de rechter om de wet te toetsen aan de Grondwet. Binnen het Koninkrijk der Nederlanden kent alleen Sint Maarten een constitutioneel hof.
Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet. Nederland kent momenteel, anders dan bijvoorbeeld in Duitsland, Frankrijk en Scandinavische landen dus geen constitutionele toetsing door de rechter.
De bevoegdheid om wetten, decreten en ordonnanties te toetsen aan titel II van de Grondwet, is namelijk voorbehouden aan het Grondwettelijk Hof.
Huidige herzieningsprocedure Grondwet
Een grondwetswijziging doorloopt 7 stappen: De regering of 1 of meer leden van de Tweede Kamer dienen een voorstel tot grondwetswijziging in. De Tweede en Eerste Kamer nemen dit wetsvoorstel in 1e lezing aan met een gewone meerderheid.
Artikel 12 biedt bescherming tegen het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Dit is alleen geoorloofd in bij of krachtens de wet bepaalde gevallen. Of een ruimte als woning valt aan te merken, wordt niet zonder meer bepaald door uiterlijke kenmerken als de bouw en de aanwezigheid van huisraad.
EVRM en Nederlands recht: directe werking
In Nederland heeft het EVRM een directe werking. Dit houdt in dat de rechterlijke macht alle wetgeving direct aan het EVRM dient te toetsen. Deze directe werking is opgenomen in artikel 94 van de Grondwet.
Iedereen is voor de wet gelijk. Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
Uit dit overzicht van de eerste grondwettigheidsadviezen blijkt dat de Raad wel degelijk voorontwerpen van wet aan de Grondwet toetste. De Raad ging daarbij behoedzaam te werk ging, o.m. door de bestaande wetgeving als precedent te gebruiken.
Alle besluiten van regering en Staten-Generaal via de grondwettelijke procedure zijn wetten in formele zin. Meestal bevatten deze wetten algemeen verbindende voorschriften, zodat ze tevens wetten in materiële zin zijn.
Toetsen en aftoetsen zijn synoniemen in de betekenis 'onderzoeken om zich een oordeel te kunnen vormen over de waarde, juistheid, omvang enzovoort'. De Dienst Vreemdelingenzaken moet asielaanvragen toetsen / aftoetsen aan de regelgeving. Hij toetst de werkelijkheid (af) aan zijn idealen.
Wie het niet eens is met bepaalde regels die de overheid stelt (hierna kort samengevat als: (materiële) wetgeving) kan de rechter vragen deze regels – in algemene zin – onverbindend te verklaren of – in het concrete geval – buiten toepassing te laten.
Gaat u zonder geldige reden niet naar het verhoor? Dan bent u strafbaar. De rechter-commissaris kan u door de politie laten ophalen en u toch verhoren. Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris heeft u rechten en plichten als getuige.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.