Een bekend voorbeeld is de 80/90/100-regeling: je werkt 80%, krijgt 90% van je loon en bouwt 100% pensioen op. Maar die percentages kunnen verschillen: het kan bijvoorbeeld ook 60/80/100 zijn.
Bestaande 80/90/100-regeling
De werknemer moet dan wel 57 jaar of ouder zijn. In dat geval komt een werknemer in aanmerking voor vrijstelling van het verrichten van arbeid voor 1 dag in de week. De werknemer werkt 80% per week, krijgt 90% betaald en bouwt 100% pensioen op.
We noemen dit de 80/90/100-regeling: 80% werken, 90% loon en 100% pensioenopbouw. De regeling draagt bij aan een betere balans tussen werk en privé en voorkomt verzuim. De aanvraag dien je jaarlijks samen in. In overleg met de medewerker maak je een jaarplanning en wordt bepaald hoeveel dagen iemand wil kopen.
80-90-100, dat betekent dat je 80% van de normale arbeidsduur werkt, tegen 90% loon en 100% pensioenopbouw. Je werkgever vult in deze variant het loon dus met 10% aan. Je werkgever en jij als werknemer betalen de pensioenpremie op basis van het oorspronkelijke loon, volgens de gebruikelijke verdeling.
Als alternatief voor de regeling vitaliteitsverlof (artikel 8.6) kunt u, als u op enig moment minder dan zeven jaar van uw AOW-gerechtigde leeftijd verwijderd bent, gebruik maken van de 80-80-100-regeling (80% werken-80% inkomen-100% pensioenopbouw).
Vanaf 60 jaar kun je 1/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%. Vanaf 62 jaar kun je 1/5 korter werken; je houdt jouw volledige loon en pensioenopbouw. Vanaf 64 jaar kun je 2/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%.
Eerder stoppen met werken kost tussen de 6 en 8 procent van je pensioen voor ieder jaar dat je eerder met pensioen gaat. Dat klinkt als een simpel rekensommetje, maar dat is het niet.
Vanaf 1 januari 2022 hebben ze alleen nog recht op 12 onbetaalde seniorendagen. Werknemers die in 2016 tussen de 55 en 60 jaar waren, hebben t/m 2021 recht op 5 doorbetaalde senioerendagen en, afhandelijk van hun leeftijd, tussen de 2 en 6 niet op te nemen maar uitbetaalde dagen.
Ontziemaatregelen zijn afspraken in de cao die de oudere werknemer op basis van leeftijd extra rechten ten opzichte van jongere collega's toekennen. Het gaat hierbij in de praktijk vaak om het toekennen van extra ADV-uren of vakantiedagen en vrijstelling van zwaardere diensten zoals nacht- of weekenddiensten.
In de wet zijn extra vrije dagen voor oudere werknemers niet geregeld. Ook is in de wet niet bepaald dat je vanaf een bepaalde leeftijd geen overwerk, nachtdienst of consignatie meer hoeft te doen. Dat betekent dus dat je vanwege jouw hogere leeftijd niet zomaar extra rechten hebt.
Als je RVU maandelijks krijgt uitgekeerd, krijg je maximaal €1.874 bruto per maand. De hoogte van de netto RVU-uitkering hangt af van of je loonheffingskorting toepast of niet. Loonheffingskorting toegepast: €1.310 netto per maand. Geen loonheffingskorting toegepast: €1.075 netto per maand.
Mogelijk komt u in aanmerking voor een Regeling voor vervroegde uittreding (RVU). Uw werkgever betaalt tot 31 december 2025 geen belasting over uw RVU-uitkeringen als u maximaal 3 jaar voor uw AOW stopt met werken. Dit geldt tot een bedrag van €1.874 bruto per maand (bedrag 2022).
Generatiepact in ruim 100 gemeenten
De jongeren omdat zij vaak alleen flexibel werk vinden. Voor beide leeftijdsgroepen staat hun duurzame inzetbaarheid onder druk. Het Generatiepact is ontwikkeld om de kloof tussen de wensen van jongere en de wensen van oudere medewerkers te overbruggen.
Bij zwaarwegende bedrijfsbelangen kan je werkgever het recht op het generatiepact weigeren. Hij moet dat dan binnen 4 weken aan de werknemer laten weten. Als je hierover problemen krijgt met je werkgever dan kun je een klacht indienen bij de Vakraad (zie bijlage 3B van de cao).
Vanaf welke leeftijd mag een werknemer gebruik maken van het Generatiepact? Elke werknemer van 62 jaar en ouder kan een verzoek tot gebruikmaking bij de werkgever indienen. In sommige gevallen mag je deelnemen vanaf de leeftijd van 60 jaar.
Je bent minimaal 62 jaar oud. Deelname aan het Generatiepact kan uitsluitend als zowel de werknemer als de werkgever dit willen. Je bent werkzaam in een van de deelnemende bedrijfstakken. Het minimaal aantal uur dat jij als werknemer moet blijven werken is 22,8 uur per week.
In de Arbeidstijdenwet staat dat u niet iedere week maximaal 60 uren mag werken. Voor een langere periode geldt het volgende: Over een periode van 4 weken mag u gemiddeld 55 uur per week werken. Bij cao of bedrijfsregeling mag hiervan worden afgeweken, maar u mag nooit meer dan 60 uur per week werken.
In de Arbeidstijdenwet (ATW) is er geen maximale leeftijdsgrens voor het werken in een nachtdienst. Feitelijk kan iedere werknemer vanaf 18 jaar en ouder altijd nachtdiensten draaien. Maar er is wel vrijstelling mogelijk voor werknemers die gezondheidsklachten krijgen door nachtdiensten en voor zwangere vrouwen.
BOVAG zet de regels, toeslagen en afspraken die hierover zijn gemaakt in de cao voor het Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf, Tankstations en Wasbedrijven en het Carrosseriebedrijf op een rij voor 2022. Goede Vrijdag, de vrijdag voor Pasen, is geen feestdag volgens de cao MvT.
In dat kader krijgen oudere personeelsleden zogenaamde rimpeldagen, extra vakantiedagen. Ben je vijfenvijftigplusser, dan heb je zo jaarlijks recht op 36 'rimpeldagen'. Dat komt neer op drie extra vrije dagen per maand.
In de jaren '80 is het fenomeen “seniorendagen” geïntroduceerd. Het doel was om door het invoeren van deze extra verlofdagen de belastbaarheid van oudere medewerkers te vergroten, waardoor ze langer aan het werk kunnen blijven. Tegelijkertijd creëerde dit ruimte voor extra werkgelegenheid, waar veel behoefte aan was.
Een richtlijn die vaak wordt gebruikt voor 'genoeg pensioen' is 70% van het laatstverdiende bruto-inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt als je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen.
Pensioen dat u straks krijgt
Stel, u bouwt gedurende uw hele werkzame leven (zo'n 40 jaar) elk jaar 1,65% van uw pensioengrondslag aan pensioen op. Dan krijgt u als u met pensioen gaat een uitkering van 40 x 1,65% = 66% van uw gemiddelde pensioengrondslag.