Een rijbaan kan bestaan uit meerdere rijstroken. In de omgangstaal echter geldt dat samenstellingen met baan gebruikt worden in dezelfde betekenis als samenstellingen met strook. Daarom hanteren we in de omgangstaal de volgende begrippen: Tweebaansweg: weg bestaande uit één rijbaan en twee rijstroken.
De eerste rijstrook is dus de binnenste rijstrook. Dit is vastgelegd in de BPS-codering (Beschrijvende PlaatsaanduidingsSystematiek). Op de wegen niet in beheer bij Rijkswaterstaat wordt op dezelfde manier geteld als op de rijks-autosnelwegen.
Een rijbaan is een aaneengesloten deel van een verharde weg dat bedoeld is om bereden te worden. Een rijstrook is een deel van de rijbaan dat ongeveer de breedte heeft van één voertuig. Rijvak en baanvak zijn in de standaardtaal in België synoniemen voor rijstrook.
Onder een rijbaan vallen alle weggedeelten bestemd voor rijdende voertuigen behalve fietspaden en fiets/bromfietspaden. Een weg kan bestaan uit één of meer rijbanen, die gescheiden worden door een fysieke scheiding. Dit kan een vangrail zijn of een middenberm. Een rijbanen wordt nooit gescheiden door strepen.
Hulpdiensten weten dat de linker rijstrook de eerste is. In Nederland tellen we vanuit de middenberm, dat is nu eenmaal de afspraak. Hulpdiensten zullen daarom meestal ook doorvragen: of het de linker strook betreft bijvoorbeeld. Maar af en toe ontstaat er wel eens een misverstand.
Een rijbaan in 1-richting is afhankelijk van de verkeersintensiteit, fietsroutes, wel of niet parkeren en type weg minimaal 3,00 tot 4,00 meter breed. Een rijbaan in 2-richtingen is 4,50 tot 5,50 meter breed. rijdt er tevens vrachtverkeer op dan moet de rijbaan zelfs 6,00- 7,00 meter breed zijn.
Aanrijding invoegende en uitvoegende auto
Als twee auto's van rijbaan wisselen of een auto invoegt en een andere auto gelijkertijd uitvoegt, moeten beide bestuurders voorrang verlenen. De wet bepaalt niet welke auto voorrang heeft. De ANWB adviseert uitvoegende auto's voorrang te verlenen, maar dit is geen rechtsregel.
Op de A2 loopt de hectometering richting zuiden op, de rijbaan van Amsterdam richting Utrecht is dus de A2R (rechts), de andere kant is de A2L (links). Bij een parallelstructuur worden de rijbanen als volgt aangeduid: PRR = Parallelrijbaan rechts. HRR = Hoofdrijbaan rechts.
Je mag niet keren op snelwegen en autowegen. Verder mag je denk ik overal keren, behalve als er staat dat het niet mag. Ook mag je niet keren op een eenrichtingsweg of als je daar daarvoor een doorgetrokken streep over moet.
Bestuurders van motorvoertuigen, geleiders van rij-, trekdieren of vee, bestuurders van een bespannen of onbespannen wagen gebruiken de rijbaan. Ook een brommobiel moet verplicht gebruik te maken van de rijbaan.
In ongeveer 75% van de gevallen bleek de linkerbaan de snelste rijbaan te zijn. In een file van 5 kilometer kan de tijdwinst op de linkerbaan oplopen tot zo'n 4 minuten. Dat betekent dus dat het rijden op de linkerbaan een redelijke tijdwinst kan opleveren.
De rijstrookbreedte is op autosnelwegen meestal in principe 3,50 meter. Rond de grote steden zijn ook snelwegen te vinden met een rijstrookbreedte van 3,25 meter. Er zijn ook snelwegen die om historische redenen smallere rijstroken hebben, bijvoorbeeld 3,20 m.
Een spitsstrook is een extra rijstrook die open gaat afhankelijk van de verkeersdrukte. Bij een lage verkeersdrukte sluiten we de strook weer. Een spitsstrook kan zowel links als rechts van de rijbaan liggen.
De verschillende wegen in Nederland zijn rijkswegen, provinciale wegen, lokale wegen en waterschapswegen. De wegbeheerders in Nederland zijn Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen.
In 1976 werden alle wegen in Nederland van een letter voorzien: de autosnelwegen kregen de letter A, alle niet-autosnelwegen de letter N. Bij het opstellen van deze routenummering werden bepaalde rijkswegen samengenomen in 1 routenummer.
De aandachtspunten liggen bij woningbouw en herstel van de vernietigde infrastructuur. In deze periode koppelde men Rijksweg 13 aan Rijksweg 4, zo ontstond er een directe verbinding tussen Amsterdam en Rotterdam. Dit kwam de plannen voor Rijksweg 3 niet ten goede, hierdoor was de noodzaak voor deze snelweg verdwenen.
Ja, je mag gewoon overal keren. Ook op een kruispunt als er geen bord staat met een keerverbod, je in 1x door kunt rijden (kruispunt vrijhouden) en geen gevaar of hinder veroorzaakt of andere regels overtreed.
Verkeersbord verplichte rijrichting D02 geeft de zijde aan waar de bestuurder het bord dient te passeren. Dit bord wordt veel gebruikt op b.v. een vluchtheuvel en bij werkzaamheden aan de weg. D02 Verkeersbord verplichte rijrichting geeft de zijde aan waar de bestuurder het bord dient te passeren.
Verkeersborden die betrekking hebben op verkeersregels, zijn over het algemeen blauwe borden.Deze borden geven namelijk weer in welke situatie u zich bevindt. Denk bijvoorbeeld aan een bord van een autosnelweg. Als u dit bord ziet, rijdt u dus op een autosnelweg.
De A2 van Utrecht naar Breukelen is onlangs van drie naar vijf rijstroken uitgebreid, maar op het traject Amsterdam-Utrecht is - tot frustratie van veel filerijders op het traject - de snelweg vooralsnog beperkt tot drie rijstroken.
De A1 loopt van Amsterdam via 't Gooi, Amersfoort, Apeldoorn en Deventer naar Oldenzaal, bij de Nederlands-Duitse grens.
De A3 is een autosnelweg in België tussen Brussel (Reyerslaan), via Leuven, verder naar Luik. Net voorbij de ring van Luik loopt de snelweg verder naar Verviers, Eupen en de Duitse grens waar het over gaat in de Duitse A44 bij Aken. De A3 is 134 km lang.
Wie aansprakelijk is bij een verkeersongeluk tijdens het ritsen is afhankelijk van de verkeerssituatie. Als een bestuurder van rijstrook wisselt tijdens het ritsen moet een bestuurder voorrang verlenen. Als beide bestuurders van rijbaan wisselen bij het ritsen moeten beide bestuurders voorrang verlenen.
Invoegen is een bijzondere verrichting waarbij voorrang wordt verleend aan de bestuurders op de doorgaande rijbaan. Hierbij vinden we het als invoegende bestuurder heel normaal dat de auto's op de doorgaande baan even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken. Maar dit is een gunst, geen verplichting.
Toch lukt het soms niet om tijdig in te voegen. In zo'n situatie raadt Maaskant aan vooral niet stil te gaan staan. "Kan je niet invoegen, stop dan nooit op de invoegstrook, maar rij door over de vluchtstrook. Besef daarbij wel dat je waarschijnlijk een inschattingsfout hebt gemaakt bij het zoeken naar vrije ruimte."