Of je maakt gebruik van een cirkel. Het geheel is 100%. Daar moet je het 1 7 deel van nemen. 100 % : 7 = 14 2 7 %.
1/7 deel is dus 80. Voor de som moeten we weten hoeveel 6/7 deel van 560 is. Dat is dan 6 x 80. 6/7 deel van 560 is dus 480.
Als je kind een breuk om wil zetten in een percentage, deelt hij het getal 100 allereerst door de noemer van de breuk. Stel dat je kind moet berekenen hoeveel procent 4/5 is. Hij deelt dan eerst 100 door 5. Dit maakt 20.
Je ziet dat 70⁄100 gelijk is aan 7⁄10 . Als je de breuk niet verder kunt vereenvoudigen, dan heb je het antwoord gevonden op de som. 70% is gelijk aan 7⁄10 .
Je kunt procenten berekenen door eerst 1% uit te rekenen.Je deelt dan het getal door 100.Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage dat je wilt weten. Bijvoorbeeld 41% van 200.
Met behulp van de formule, Deel/Geheel = Percentage/100 . Hier is het deel 50, het percentage is 40 en we moeten het geheel vinden. Dus 40% van 125 is 50.
4/16 is hetzelfde als 0.25 0.25 is hetzelfde als 25-honderdste. Dit is hetzelfde als 25/100. En dat is weer hetzelfde als 25%.
Het geheel is 100%. Daar moet je het 1 7 deel van nemen. 100 % : 7 = 14 2 7 %. Reken deze breuken om naar procenten.
70 is een geheel getal (of een geheel getal), dus het hoeft niet als een breuk te worden uitgedrukt omdat het al in zijn eenvoudigste vorm is. Bijvoorbeeld, 70 kan worden geschreven als 350/5 , maar aangezien die breuk een geheel getal oplevert, namelijk 70, zou je niet echt de moeite moeten nemen om het als een breuk uit te drukken.
Hoe gebruik je breuken? Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat.
Je kind zal dan waarschijnlijk spontaan die 25 delen door 5. Maak de koppeling: 1/5 van 25 is dus 5.
Antwoord: De echte breuk is 1/7.
Twee breuken op elkaar delen is hetzelfde als de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk te vermenigvuldigen. De eerste stap is daarom om het omgekeerde van de tweede breuk te bepalen (waarbij de teller en de noemer van plaats gewisseld zijn). Daarna vermenigvuldig je de twee tellers.
Antwoord: 1/7 als decimaal is 0,143
Laten we de delingsmethode begrijpen om 1/7 als decimaal te schrijven. Uitleg: Om een breuk om te zetten naar de decimale vorm, hoeven we alleen de teller te delen door de noemer.
Oplossing: 70% als breuk is 7/10 .
Antwoord en uitleg:
Omdat 3/3 hetzelfde is als 3 gedeeld door 3, kunnen we 3/3 vereenvoudigen tot één , omdat elk getal gedeeld door zichzelf gelijk is aan één.
Om breuken om te zetten in percentages deel je de teller (het getal bovenaan) door de noemer (het getal onderaan) en vermenigvuldig je dit met 100. Dit geeft je de breuk als percentage.
Om het percentage van een deel ten opzichte van een totaal te berekenen, deel je het deel door het totaal en vermenigvuldig je met 100. Bijvoorbeeld, als je 50 appels hebt van een totaal van 200, is het percentage 25%.
Breuken optellen
Breuken met dezelfde noemer (ook wel: gelijknamige breuken) kun je optellen door de tellers op te tellen en de noemer te behouden. Als je bijvoorbeeld ¼ optelt met ¾, dan kunnen we de tellers optellen (1+3=4) en de noemer (=4) behouden. Je zal zien dat dit gelijk is aan 1.
Vermenigvuldig het fulltime salaris met 0,6 (het parttime percentage als je 24 uur werkt) om het parttime salaris te berekenen.
Bijvoorbeeld, met 0,25, voer je de berekening 0,25 × 100 uit. Dit is gelijk aan 25. Daarom is 0,25 als percentage 25% . Een andere manier om erover na te denken is om de komma twee plaatsen naar rechts te verplaatsen.
Een procent drukt, net zoals een breuk, een bepaalde verhouding uit. Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.)