Als je een taart in 4 stukken verdeelt, heb je 4 stukken van 1/4. Ieder stuk is er 1 van de 4. Ik vergelijk in mijn praktijk meestal de noemer, in dit geval 4, met een achternaam. Zoals je zegt: 'dat is er één van Jansen'.
Zo geeft in de breuk 3⁄4 de teller 3 aan dat de breuk bestaat uit 3 delen ter grootte van de door de noemer 4 aangegeven delen 1⁄4.
Leg uit dat als je een deel met eenvoudige breuk wil berekenen je het totaal deelt door de noemer. Dus als je een kwart of 1//4 van de horloge wilt uitrekenen, dan deel je 12 : 4.
Een vierde deel is hetzelfde als een kwart. Op deze breukenkaart zie je een duidelijk voorbeeld met het bijbehorende kommagetal en het percentage. Breuken, kommagetallen en procenten staan namelijk in verhouding met elkaar.
Hoe gebruik je breuken? Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat.
1 cup = 240 ml. 1/4 cup = 60 ml. 1/3 cup = 80 ml. 1/2 cup = 120 ml.
1:4 betekent letterlijk 1/4 . "De winkansen zijn verhouding van winnaars is 1:4" betekent dat men 25% van de tijd wint. "De verhouding van winnaars tot verliezers is 1:4" of "de winkansen zijn 1:4" betekent dat er één winnaar is voor elke 4 verliezers, d.w.z. dat men 20% van de tijd wint.
1:4 betekent 1 deel product op 4 delen water. 1:1 betekent gelijke delen product en water.
Bij elke breuk hoort een percentage en bij elk percentage een breuk. Andere voorbeelden: 1/4 deel = 25 %
Twee breuken op elkaar delen is hetzelfde als de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk te vermenigvuldigen. De eerste stap is daarom om het omgekeerde van de tweede breuk te bepalen (waarbij de teller en de noemer van plaats gewisseld zijn). Daarna vermenigvuldig je de twee tellers.
We moeten weten hoeveel 2/5 deel van het geheel is. Van 45 dus. De noemer van de breuk is 5.
In een breuk als 1/4 hebben we één deel uit vier gelijke delen, dus het wordt ook wel "een kwart" genoemd. Wanneer we zowel de teller als de noemer vermenigvuldigen of delen door hetzelfde getal, krijgen we een equivalente breuk. Dus 2/8 is equivalent aan 1/4 omdat we beide getallen in 1/4 vermenigvuldigden met 2.
Wanneer 14 dus met noemer 12 wordt geschreven, dan zal de teller 3 zijn. Vraag:
De basis van het delen van breuken
Als je een taart in 4 stukken verdeelt, heb je 4 stukken van 1/4. Ieder stuk is er 1 van de 4.
Per definitie is de 4:1 Ratio vier positieven tegenover één negatieve (of constructieve) . Wat velen niet begrijpen is dat om het gedrag dat u wilt vormgeven, u genoeg positieve bekrachtiging moet bieden om dat gedrag consistent te maken. Dit is een geweldig hulpmiddel om te gebruiken in het bedrijfsleven, bij sport en zelfs thuis.
Stel dat je auto een verbruik heeft van 1 liter op 15 km en de Euro 95 kost € 2,17* per liter. Dan ziet de rekensom er als volgt uit: Eerst deel je de afstand door het verbruik per kilometer. In dit voorbeeld is dat 60:15 = 4 liter verbruikte brandstof.
Gebruik de verhouding 1:40 (1 deel olie op 40 delen benzine). Als vuistregel telt u dus voor 1 liter benzine zo'n 0,025 liter (25 ml) synthetische olie. Let op: de dosering kan echter variëren afhankelijk van het type en de leeftijd van de motor.
Als je zo'n foto groter afdrukt en de breedte wordt 20 cm, dan wordt de hoogte ook twee keer zo groot, dus 30 cm. De verhouding tussen de breedte en hoogte blijft gelijk. De verhouding tussen breedte en hoogte is in dit geval "2 staat tot 3". Je kunt ook zeggen "2 op 3".
Dat betekent dat we dezelfde hoeveelheid zout in 5 keer zoveel water willen hebben. Je hebt nu 1 L water, 1 x 5 = 5 je wil dus naar een totaal van 5 L water toe. Je hebt al 1 L water, daar moet je dus nog 4 L water aan toevoegen.