1. Een werkstuk bestaat uit de volgende delen: Omslag • Kaft met titel • Inhoudsopgave • Voorwoord • Kern • Slotwoord • Bronvermelding • Nawoord Deze delen moeten worden ingeleverd in bovengenoemde volgorde. Elk deel en elk hoofdstuk start op een nieuwe pagina.
Een nawoord is een terugblik op de periode van het schrijven van je scriptie of onderzoek. Je vertelt over je ervaringen en wat je hebt geleerd.In je nawoord kun je tevens mensen bedanken als je dit nog niet hebt gedaan in een voorwoord of dankwoord.
Als je alle hoofdstukken hebt geschreven, schrijf je tot slot nog een nawoord.Hier schrijf je kort wat je hebt geleerd en wat je leuk en minder leuk vond aan het werkstuk. Op het laatste blad van jouw werkstuk, schrijf je de 'bronnen'. Hier schrijf je alle boeken, tijdschriften en websites die je hebt gebruikt.
Voorwoord (vaak waarom je het werkstuk maakt) Inleiding (het aangeven van een stukje voor informatie) Hoofdstukken. Nawoord en eventuele conclusies.
De inhoud van je nawoord
Het begint met een diepgaande reflectie op je ervaringen: het verkennen van de betekenis van je werk, de hindernissen die je hebt overwonnen, en de lessen die je onderweg hebt geleerd.
Het slot komt direct na het middenstuk. In het slot komt een korte samenvatting, je laat doorschemeren wat je eigen positie is en het eindigt met een uitsmijter.
De kern van je werkstuk is het langste gedeelte en bevat alle informatie die je hebt verzameld. Gebruik je deelvragen om de kern in duidelijke secties of hoofdstukken op te splitsen. Elk hoofdstuk behandelt één aspect van je hoofdvraag.
Als je een werkstuk gaat maken, moet je regelmatig meten en keuren. De gegevens die je daarvoor nodig hebt, staan op de werktekening.
De paginanummering start meestal na het voorblad. Als je gebruikmaakt van een informatiepagina start de paginanummering vaak na de informatiepagina.
In het voorwoord beschrijft u waarom u ervoor hebt gekozen over het onderwerp te schrijven, wat u er moeilijk aan vond en wie u geholpen heeft bij het schrijven van uw boek of verslag. Het eerste stuk tekst dat de lezers van uw boek of verslag lezen, is het voorwoord.
Verschil tussen nawoord en voorwoord
Inhoudelijk is er geen verschil tussen een voorwoord en een nawoord. Het enige verschil is dat het op een andere plek staat in het boek. Een voorwoord komt voorafgaand aan het verhaal en staat dus voorin het boek. Het nawoord komt na het verhaal en staat achterin het boek.
Op je titelblad komt de titel, een plaatje, je naam, je groep en de datum van inleveren. Na het titelblad komt de inhoudsopgave. In de inhoudsopgave staan alle titels van hoofdstukken, het voor- en nawoord en de bronnenlijst vermeld. Er staat ook op welke pagina van je werkstuk alles te vinden is.
Bijgewerkt op 28 oktober 2021. Een hbo-scriptie is gemiddeld 15.000 woorden lang, een bachelorscriptie heeft tussen de 7.000 en 12.000 woorden en een masterscriptie is meestal tussen de 12.000 en 20.000 woorden lang. Je moet nagaan wat de eisen zijn van je opleiding om exact te weten hoeveel woorden je moet schrijven.
Naar bedankjes is de reflectie een belangrijk onderdeel van het nawoord. Vaak is het schrijven van een nawoord verplicht en wordt het gezien als een kans om stil te staan bij je leerproces. Docenten hechten hier veel waarde aan, en een kort nawoord van slechts enkele zinnen zal dan ook vaak niet volstaan.
Tips voor het schrijven van je conclusie:
Beschrijf alleen wat je hebt gevonden, zonder interpretatie. Sluit je conclusie af met een krachtige slotzin waarin je kort samenvat wat het antwoord op je hoofdvraag was. Schrijf je conclusie altijd als laatste, zodat je alle benodigde informatie tot je beschikking hebt.
Een goede manier om een inleiding te beginnen, is een persoonlijke anekdote die een direct verband houdt met je schrijfwerk. Vertel bijvoorbeeld hoe jouw eigen interesse voor het onderwerp is ontstaan, of op welk moment je op het idee bent gekomen om je boek of scriptie te schrijven.