Auscultatie wordt voornamelijk gebruikt om hart- en ademgeluiden te versterken om eventuele afwijkingen vast te stellen. Ook is het mogelijk darmgeluiden, vaatgeluiden en geluiden van een ongeboren kind te beluisteren.
Via auscultatie luistert de arts tijdens een lichamelijk onderzoek naar geluiden in het lichaam. Dit heeft vooral betrekking op de ademhaling, de hartslag, de peristaltiek (= darmbewegingen) en de slagaders.
Pulmones: Auscultatie: symmetrisch (zacht) ademgeruis, verlengd expirium, piepen, rhonchi, crepiteren, hyperinflatie thorax.
Wanneer zich veel secreet in de bronchi heeft opgehoopt, kan men soms inspiratoir maar vaak expiratoir korte, borrelende, reutelende, niet-muzikale bijgeluiden waarnemen, die wegens hun explosieve, discontinue karakter beschouwd worden als crepitaties.
De arts luistert aandachtig naar je longen met een stethoscoop (longauscultatie). Bij de meeste mensen met een longontsteking is er een fijn gekraak hoorbaar. In sommige gevallen klinken de longen zuiver.
Met piepen wordt een piepende ademhaling bedoeld. In het Engels heet dit wheezing. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen piepen bij de inademing en piepen bij de uitademing.
Wie kortademig is, gaat vaak hijgen. Dit komt omdat het voelt alsof een deel van de longen dichtzit en u daardoor korte ademteugen neemt. Een piepende ademhaling komt ook voor. Dat klinkt als een ballon waaruit je langzaam lucht laat ontsnappen.
Vesiculair ademen (vesiculair ademgeruis)
Door de stethoscoop over het longweefsel te plaatsen, hoort de arts het vesiculair ademen. Dit is een zacht geluid bij het in- en uitstromen van lucht ter hoogte van de alveolen (longblaasjes). Vooral het inademen is duidelijk hoorbaar.
Pleurawrijven klinkt echter wat dichter bij het oor en wordt luider bij aandrukken van de stethoscoop tegen de thorax. De afzonderlijke geluiden duren iets langer dan bij crepitaties. In de Angelsaksische literatuur worden pleurale bijgeluiden wel gerekend tot de 'crackles'.
Houd de kop van de stethoscoop een poosje in je handen voordat je gaat ausculteren, zodat deze een beetje op temperatuur kan komen. beetje open, waarbij hij zuchtend adem haalt. Daarbij mag hij zijn eigen tempo aanhouden. Ademgeruis ontstaat in de grotere luchtwegen door turbulenties in de luchtstroom.
De eerste harttoon is te horen bij het sluiten van de hartkleppen tussen boezem en kamer, de mitraalklep en de tricuspidaalklep. De tweede harttoon is te horen bij het sluiten van de kleppen boven in het hart, de pulmonaalklep en de aortaklep. Het ene stel kleppen opent als het andere stel sluit, en vice versa.
Er ontstaat een geluid doordat de luchtweg bij elke ademteug voor een deel dichtvalt. Hierdoor trillen onderdelen ervan, waardoor én de luchtweg verder vernauwt én het geluid ontstaat. Laryngomalacie is de meest voorkomende oorzaak van hoorbare ademhaling bij baby's.
Dat kan komen door het samentrekken van de spiertjes in de luchtwegen. Andere redenen zijn een ontsteking van het slijmvlies of slijm. De ademhaling kan een hoge piep geven doordat de luchtwegen minder ruimte hebben. Soms hoor je ook een brommend (lager) geluid of een zagende ademhaling.
Darmgeruisen. Normale darmgeruisen variëren sterk in intensiteit, klanksamenstelling en de frequentie waarmee ze optreden (geluid 1). De normale frequentie van hoorbare geluiden varieert van 30/min tot helemaal geen geluid in een periode tot maar liefst 4 min.
Bij het ademgeruis kunnen twee typen worden onderscheiden: het geruis dat aanwezig is boven de luchtpijp en zijn hoofdvertakkingen (bronchiale ademgeruis) en het geruis dat kan worden gehoord op plaatsen waar zich long-weefsel bevindt (vesiculair ademgeruis).
Een tympanaal orgaan is een gehoororgaan bij insecten. Het bestaat uit een vlies (tympaan) dat over een kader gespannen staat, met daarachter een luchtzak en sensorische zenuwen. Geluiden doen het vlies trillen en de trillingen worden waargenomen door een chordotonaal orgaan.
Bij longemfyseem gaan longblaasjes verloren en wordt het oppervlak van de long dat zuurstof op kan nemen kleiner. De meest voorkomende oorzaak van longemfyseem is roken. Symptomen van longemfyseem zijn kortademigheid, piepende ademhaling, hoesten, benauwdheid en vermoeidheid.
Infiltraatsymptomen (demping, opgeheven of bronchiaal ademgeruis en crepitaties) kunnen aanwezig zijn bij pneumonie en longembolie. Tensiedaling en collapsneiging kunnen optreden bij longembolie, pneumothorax, hartinfarct, hyperventilatiesyndroom en een ernstige pneumonie met sepsisverschijnselen.
Bij een longontsteking horen de volgende klachten: snelle, oppervlakkige ademhaling. pijn in de borstkas. koorts.
Het reutelen klinkt vervelend, maar de stervende heeft er zelf vaak weinig last van. Veranderen van positie, zoals het op de zij leggen, helpt soms. Soms kan ook medicatie het reutelen verminderen.
Piepend ademhalen komt vaak voor bij astma. Dit komt omdat je luchtpijp en bronchiën (de vertakkingen van de luchtpijp naar de longen) zich vernauwen. Hierdoor verkrampen de spiertjes eromheen. De lucht heeft dan minder ruimte om doorheen te gaan.
Mensen met beginnend COPD hoesten veel. Het begint vaak met een zogeheten 'rokershoestje'. Daarbij wordt nogal eens slijm opgehoest. Sommigen hebben ook last van kortademigheid of een piepende ademhaling tijdens inspanning.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.